Besluit van 21 juni 2007, houdende wijziging van het Besluit zeevaartbemanning
handelsvaart en zeilvaart en het Besluit adspirant-registerloodsen in
verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/45/EG van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van
7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning van door
de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden
en tot wijziging van Richtlijn 2001/25/EG (PbEU L
255)
Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 10 mei 2007,
nr. HDJZ/SCH/2007-387, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op
richtlijn nr. 2005/45/EG van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van
7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning van door
de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden
en tot wijziging van Richtlijn 2001/25/EG (PbEU L 255), op
artikel 19, eerste lid, van de
Zeevaartbemanningswet en op
artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van
de Loodsenwet;
De Raad van State gehoord (advies van
21 mei 2007, no. W09.07.0127/IV);
Gezien het nader rapport van de
Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 13 juni 2007, nr.
HDJZ/SCH/2007-762, Hoofddirectie Juridische
Zaken;
Hebben
goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 10 van het
Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en
zeilvaart komt te luiden:
Artikel 10
Voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs als kapitein, eerste
stuurman of hoofdwerktuigkundige op grond van artikel 22a van de wet
legt de aanvrager het in artikel 92a genoemde certificaat Wetgeving en
Openbaar Gezag over.
ARTIKEL II
In artikel 2, eerste lid, onderdeel c, onder
1°, van het Besluit
adspirant-registerloodsen wordt «artikel 20 of 22 van
de Zeevaartbemanningswet» vervangen door: artikel 20, 22 of 22a
van de Zeevaartbemanningswet.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in
werking met ingang van 20 oktober
2007.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot’s-Gravenhage, 21
juni 2007
Beatrix
De Staatssecretaris van
Verkeer en
Waterstaat,
J.
C. Huizinga-Heringa
Uitgegeven de twaalfde juli 2007
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
ALGEMEEN
§ 1.
Inleiding
Het onderhavige besluit maakt
deel uit van de implementatie van richtlijn nr.
2005/45/EG1. Deze richtlijn heeft tot doel de erkenning van
door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van
zeevarenden te vereenvoudigen en te waarborgen dat de eisen inzake
opleiding, diplomering en wachtdienst van zeevarenden worden nageleefd.
De richtlijn moet uiterlijk op 20 oktober 2007 in de Nederlandse
regelgeving zijn geïmplementeerd.
Voor wat betreft de
achtergronden en hoofdlijnen van richtlijn nr. 2005/45/EG wordt
verwezen naar de memorie van toelichting bij de wet van
17 februari 2007 tot wijziging van de Zeevaartbemanningswet in
verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/45/EG van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van
7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning van door
de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden
en tot wijziging van Richtlijn 2001/25/EG (PbEU L 255) (Stb. 2007,
100).
§ 2. Het
onderhavige besluit
Met de opname van
artikel 22a in de Zeevaartbemanningswet is voorzien in een nieuwe
regeling omtrent de erkenning van bewijzen van beroepsbekwaamheid van
zeevarenden, afgegeven door de bevoegde autoriteit van een andere
lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de
Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (EER) of
Zwitserland. De erkenning vindt plaats door middel van de afgifte van
een Nederlands vaarbevoegdheidsbewijs.
De regeling vervangt
met betrekking tot zeevarenden die onder het bereik van richtlijn nr.
2001/25/EG2 vallen de regeling die is opgenomen in de
Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma’s en de
Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen. De regeling omtrent de
afgifte van een EG-verklaring in artikel 10, eerste lid, van het
Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart als bedoeld in die
wetten, kan derhalve vervallen. Wel moet voor de afgifte van een
vaarbevoegdheidsbewijs nog steeds een certificaat Wetgeving
en Openbaar Gezag worden overgelegd.
In artikel 2 van het
Besluit adspirant-registerloodsen is de mogelijkheid dat een
vaarbevoegdheidsbewijs op grond van artikel 22a van de
Zeevaartbemanningswet kan worden afgegeven verwerkt.
De
inwerkingtreding van dit besluit is voorzien op 20 oktober 2007,
zijnde de datum waarop richtlijn nr. 2005/45/EG in de Nederlandse
regelgeving moet zijn geïmplementeerd.
§ 3. Lasten voor bedrijfsleven en
burger
Het besluit leidt niet tot een
wijziging van de lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven en de
Nederlandse burgers. De gevolgen hiervan zijn bezien in het kader van
de wet van 17 februari 2007 tot wijziging van de
Zeevaartbemanningswet (Stb. 2007, 100). Het Adviescollege toetsing
administratieve lasten (Actal) heeft besloten het besluit niet te
selecteren voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten
voor het bedrijfsleven.
De
Staatssecretaris van
Verkeer en
Waterstaat,
J.
C. Huizinga-Heringa
XHistnoot
Het advies van de Raad van State
wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid
j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat
het zonder meer instemmend
luidt.
XNoot
1Richtlijn
nr. 2005/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning
van door de lidstaten afgegeven bewijzen van
beroepsbekwaamheid van zeevarenden en totwijziging van
Richtlijn 2001/25/EG (PbEU L 255). De implementatietermijn van
deze richtlijn verstrijkt op 20 oktober
2007.
XNoot
2Richtlijn
nr. 2001/25/ EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 4 april 2001 inzake het
minimumopleidingsniveau van zeevarenden (PbEG L
136).