Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatsblad 2007, 245 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatsblad 2007, 245 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 10 mei 2007, nr. HDJZ/SCH/2007-387, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 2005/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden en tot wijziging van Richtlijn 2001/25/EG (PbEU L 255), op artikel 19, eerste lid, van de Zeevaartbemanningswet en op artikel 19, eerste lid, onderdeel a, van de Loodsenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 21 mei 2007, no. W09.07.0127/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 13 juni 2007, nr. HDJZ/SCH/2007-762, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 10 van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart komt te luiden:
In artikel 2, eerste lid, onderdeel c, onder 1°, van het Besluit adspirant-registerloodsen wordt «artikel 20 of 22 van de Zeevaartbemanningswet» vervangen door: artikel 20, 22 of 22a van de Zeevaartbemanningswet.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa
Uitgegeven de twaalfde juli 2007
De Minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
Het onderhavige besluit maakt deel uit van de implementatie van richtlijn nr. 2005/45/EG1. Deze richtlijn heeft tot doel de erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden te vereenvoudigen en te waarborgen dat de eisen inzake opleiding, diplomering en wachtdienst van zeevarenden worden nageleefd. De richtlijn moet uiterlijk op 20 oktober 2007 in de Nederlandse regelgeving zijn geïmplementeerd.
Voor wat betreft de achtergronden en hoofdlijnen van richtlijn nr. 2005/45/EG wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de wet van 17 februari 2007 tot wijziging van de Zeevaartbemanningswet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden en tot wijziging van Richtlijn 2001/25/EG (PbEU L 255) (Stb. 2007, 100).
Met de opname van artikel 22a in de Zeevaartbemanningswet is voorzien in een nieuwe regeling omtrent de erkenning van bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden, afgegeven door de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland. De erkenning vindt plaats door middel van de afgifte van een Nederlands vaarbevoegdheidsbewijs.
De regeling vervangt met betrekking tot zeevarenden die onder het bereik van richtlijn nr. 2001/25/EG2 vallen de regeling die is opgenomen in de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma’s en de Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen. De regeling omtrent de afgifte van een EG-verklaring in artikel 10, eerste lid, van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart als bedoeld in die wetten, kan derhalve vervallen. Wel moet voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs nog steeds een certificaat Wetgeving en Openbaar Gezag worden overgelegd.
In artikel 2 van het Besluit adspirant-registerloodsen is de mogelijkheid dat een vaarbevoegdheidsbewijs op grond van artikel 22a van de Zeevaartbemanningswet kan worden afgegeven verwerkt.
De inwerkingtreding van dit besluit is voorzien op 20 oktober 2007, zijnde de datum waarop richtlijn nr. 2005/45/EG in de Nederlandse regelgeving moet zijn geïmplementeerd.
§ 3. Lasten voor bedrijfsleven en burger
Het besluit leidt niet tot een wijziging van de lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse burgers. De gevolgen hiervan zijn bezien in het kader van de wet van 17 februari 2007 tot wijziging van de Zeevaartbemanningswet (Stb. 2007, 100). Het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft besloten het besluit niet te selecteren voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.
Richtlijn nr. 2005/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden en totwijziging van Richtlijn 2001/25/EG (PbEU L 255). De implementatietermijn van deze richtlijn verstrijkt op 20 oktober 2007.
Richtlijn nr. 2001/25/ EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 april 2001 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (PbEG L 136).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2007-245.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.