Besluit van 22 juni 2007, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing
hoofdspoorwegen in verband met de hogesnelheidslijn
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van
Verkeer en Waterstaat van 15 juni 2007, nr.
HDJZ/S&W/2007/736, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op
artikel 2 van de
Spoorwegwet;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit
aanwijzing hoofdspoorwegen wordt als volgt
gewijzigd:
Aan bijlage 1, behorende bij artikel 1,
wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 17 door
een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
18. Hoofddorp–Rotterdam West, inclusief de daarbij horende
aansluitingen.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin dit besluit wordt
geplaatst.
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering
van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in
het Staatsblad zal worden
geplaatst.
’s-Gravenhage, 22
juni 2007
Beatrix
De
Minister van Verkeer en
Waterstaat,
C. M. P.
S. Eurlings
Uitgegeven de vijfde juli 2007
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Doel van deze wijziging van het Besluit aanwijzing
hoofdspoorwegen is het aanwijzen van het noordelijk deel van de
HSL-Zuid als hoofdspoorweg. Het zuidelijke gedeelte is al
eerder aangewezen als hoofdspoorweg.
Grondslag voor
aanwijzing van de HSL-Zuid als hoofdspoorweg is artikel 2 van de
Spoorwegwet. Hier staat dat een spoorweg als hoofdspoorweg
wordt aangewezen indien a) de spoorweg uitsluitend of overwegend
bestemd is voor het verrichten van openbaar personenvervoer of
goederenvervoer ten behoeve van internationale, nationale of regionale
verbindingen en b) de Staat rechthebbende is ten aanzien van de
spoorweg. Aan beide criteria is hier voldaan.
Het gevolg van
de aanwijzing van dit deel van de HSL-Zuid als hoofdspoorweg is dat
deze spoorweg vanaf het moment van aanwijzing volledig onder de werking
van de Spoorwegwet (Stb. 2003, 264) valt. Ook is vanaf het moment van
de aanwijzing ProRail de beheerder. Dat volgt uit het feit dat in de
beheerconcessie is opgenomen dat ProRail het beheer verricht van de als
zodanig bij koninklijk besluit aangewezen hoofdspoorwegen, met
uitzondering van die hoofdspoorweginfrastructuur waarvoor een
afzonderlijke beheerconcessie geldt. Dat laatste is hier echter niet
het geval, waardoor ProRail met de aanwijzing de beheerder wordt.
Nu de bouw van het noordelijke gedeelte van de HSL-Zuid is
afgerond, is het gewenst ook dit gedeelte als hoofdspoorweg aan te
wijzen, zodat ProRail wordt belast met het beheer.
De Minister van
Verkeer en
Waterstaat,
C. M. P.
S. Eurlings
Bezwaar
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit
binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een
bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de
Minister van Verkeer en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie
Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus
20906, 2500 EX Den Haag.
Het bezwaarschrift dient te
zijn ondertekend en ten minste het volgende te
bevatten:
a. naam en adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het
bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);
d. een opgave van de redenen waarom men zich met het
besluit niet kan
verenigen.