Besluit van 7 mei 2007 tot wijziging van het Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging en van het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer (implementatie van richtlijn 2005/55/EG, richtlijn 2005/78/EG en richtlijn 2006/51/EG)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 januari 2007, nr. DJZ2006340844, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op richtlijn nr. 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes voor voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEU L 275), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 2006/51/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 juni 2006 (PbEU L 152) en op artikel 13 van de Wet inzake de luchtverontreiniging;

De Raad van State gehoord (advies van 2 februari 2007, no. W08.07.0020/IV);

Gezien het nader rapport van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 1 mei 2007, nr. DJZ2007039034, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, derde lid, onder b, wordt de tekst beginnende met «bijlage VI van richtlijn nr. 88/77/EEG» en eindigende met «(PbEG L 36)» vervangen door: bijlage VI van richtlijn nr. 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes voor voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEU L 275).

B

Artikel 14a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst.

2. Voor het tweede lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. Een wijziging van de richtlijn, genoemd in artikel 2, derde lid, gaat voor de toepassing van artikel 2 gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

ARTIKEL II

Het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e komt te luiden:

e. richtlijn 2005/55/EG: richtlijn nr. 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes voor voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEG L 275), naar de tekst zoals deze bij die richtlijn is vastgesteld.

2. In onderdeel g wordt «onderdeel 1» vervangen door: eerste lid.

3. Onderdeel h komt te luiden:

h. dieselbrandstof: gasolie die onder GN-code 2710 00 66 valt en gebruikt wordt voor de aandrijving van voertuigen als bedoeld in richtlijn 70/220/EEG en richtlijn 2005/55/EG.

B

In artikel 6, eerste lid, vervalt «en h».

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 7 mei 2007

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Uitgegeven de vierentwintigste mei 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Onderhavig besluit wijzigt het Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging en het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer. De wijziging van deze besluiten hangt samen met de implementatie van drie Europese richtlijnen die zijn vastgesteld met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende motorvoertuigen met elektrische ontsteking. De eerste richtlijn is nr. 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes voor voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEG L 275) (hierna: richtlijn 2005/55/EG).

De tweede richtlijn is nr. 2005/78/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 november 2005 tot uitvoering van Richtlijn 2005/55/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 november 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot de maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking, en tot wijziging van de bijlagen I, II, III, IV en VI daarbij (PbEG L 313) (hierna: richtlijn 2005/78/EG).

De derde richtlijn is nr. 2006/51/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 juni 2006 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage I bij Richtlijn 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie en van de bijlagen IV en V bij Richtlijn 2005/78/EG betreffende voorschriften voor het emissiebeperkingscontrolesysteem voor gebruik in voertuigen en vrijstellingen voor gasmotoren (PbEG L 152) (hierna: richtlijn 2006/51/EG).

Eerstgenoemde richtlijn is grotendeels de codificatie van richtlijn 88/77/EEG1, de zogeheten «moederrichtlijn». Richtlijn 2005/55/EG heeft richtlijn 88/77/EEG en alle daarop volgende wijzigingen ingetrokken. Dit was wenselijk en noodzakelijk na de herhaaldelijke en ingrijpende wijzigingen van richtlijn 88/77/EEG, sinds de vaststelling van die richtlijn in 1987, in verband met de telkens strengere grenswaarden voor emissie van verontreinigende gassen en deeltjes.

Deze nieuwe «moederrichtlijn», richtlijn 2005/55/EG, is al tweemaal gewijzigd. Richtlijn 2005/78/EG wijzigt niet alleen richtlijn 2005/55/EG, maar vult deze ook aan. Richtlijn 2005/78/EG stelt namelijk maatregelen vast ter uitvoering van artikel 3 en 4 van richtlijn 2005/55/EG. Artikel 3 regelt de invoering van duurzaamheidseisen aan emissiebeperkingsssystemen. Artikel 4 stelt eisen aan een boorddiagnosesysteem (OBD-systeem).

Richtlijn 2006/51/EG houdt een aanscherping in van de voorschriften in bijlage I van richtlijn 2005/55/EG en van de voorschriften in bijlagen IV en V van richtlijn 2005/78/EG. Die aanscherpingen betreffen de voorschriften met betrekking tot de controle van de bedrijfsomstandigheden, de storingen en de demonstratie van het emissiebeperkingssysteem op het ogenblik van de typegoedkeuring. Richtlijn 2006/51/EG regelt tevens enkele vrijstellingen van die voorschriften voor gasmotoren.

Richtlijn 88/77/EEG was grotendeels geïmplementeerd in de op het Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging gebaseerde Regeling keuringsvoorschriften motorrijtuigen luchtverontreiniging. De implementatie van de richtlijnen 2005/55/EG, 2005/78/EG en 2006/51/EG zal dan ook grotendeels plaatsvinden in die regeling.

Met de wijziging van artikel 14a van het Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging is er in voorzien dat voor de toepassing van artikel 2, derde lid, van dat besluit de wijzigingsrichtlijnen 2005/78/EG en 2006/51/EG doorwerken in de verwijzing naar richtlijn 2005/55/EG.

Ook het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer bevatte een verwijzing naar richtlijn 88/77/EEG. In dit geval gaat het om artikel 1, onder e. In het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer kwam echter 88/77/EEG verder niet meer voor. Wel komt in de definitie van dieselbrandstof (artikel 1, onderdeel h, van het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer) een verwijzing voor naar artikel 2, tweede lid, van richtlijn 98/70/EG2. In artikel 2, tweede lid, van richtlijn 98/70/EG is de volgende definitie voor dieselbrandstof opgenomen: «gasolie die [...] gebruikt wordt voor de aandrijving van voertuigen als bedoeld in richtlijn 70/220/EEG en richtlijn 88/77/EEG». Bij de vaststelling van de nieuwe richtlijn 2005/55/EG is verzuimd om de verwijzing naar richtlijn 88/77/EEG in richtlijn 98/70/EG te vervangen door een verwijzing naar 2005/55/EG. Om niet te hoeven wachten op een correctie in de Europese regelgeving is de definitie van dieselbrandstof uit richtlijn 98/70/EG opgenomen met een verwijzing naar de juiste richtlijn, namelijk 2005/55/EG. Zodra de definitie in richtlijn 98/70/EG is aangepast, zal er in het Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer een verwijzing naar de definitie voor dieselbrandstof uit die richtlijn worden opgenomen.

De artikelen 3 en 4 van richtlijn 2005/55/EG hadden met ingang van 1 oktober 2005, wat de nieuwe typegoedkeuringen van voertuigen betreft, en met ingang van 1 oktober 2006, wat alle typegoedkeuringen betreft, hun gelding moeten krijgen. Echter, dit zou betekenen dat richtlijn 2005/55/EG met terugwerkende kracht eisen zou stellen, omdat de richtlijn tevens bepaalt dat met ingang van 9 november 2006 uitvoering moet worden gegeven aan de verschillende richtlijnen. Dit is «gerepareerd» met richtlijn 2006/51/EG. Voor nieuw typegoedkeuringen gelden de eisen gelden per 9 november 2006 en voor alle typegoedkeuringen per 1 oktober 2007. De omstandigheid dat de datum van 9 november 2006 reeds is gepasseerd, heeft echter geen consequenties. In de uitvoeringspraktijk is van die data reeds uitgegaan.

2. Handhaving en uitvoering, milieugevolgen en administratieve lasten

De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) is verantwoordelijk voor de uitvoering en handhaving van het Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging. Voertuigen worden namelijk niet op de weg toegelaten (krijgen geen kenteken van de RDW) indien bij de toelating niet wordt vastgesteld dat aan de milieueisen uit het Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging wordt voldaan.

De artikelen 3 en 4 van richtlijn 2005/55/EG houden niet alleen in dat bij de aflevering van een motor de uitstoot wordt gemeten, maar ook dat de fabrikant moet garanderen dat de motor aan de vastgestelde grenswaarden zal voldoen tijdens de (nuttige) levensduur van de motor. Een boorddiagnosesysteem zorgt er voor dat als de OBD-grenswaarden (voor NOx en dieseldeeltjes) worden overschreden, dit niet alleen aan de bestuurder wordt gemeld, maar ook in het systeem wordt vastgelegd, en dat wordt bijgehouden hoeveel kilometer of hoe lang (in tijd) de motor na het doorgeven van de melding nog in gebruik is. De bedoeling is natuurlijk dat een bestuurder, zodra hij de melding krijgt dat er iets mis is met de gemeten hoeveelheid NOx, naar de garage gaat voor controle en herstel van de emissiebeperkingssystemen. De verwachting is dat in de komende jaren de grenswaarden verder worden aangescherpt. De nieuwe voorschriften, artikelen 3 en 4, van richtlijn 2005/55/EG zullen hierdoor bijdragen aan een vermindering van de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes.

Uitbreiding van administratieve lasten voor bedrijven en particulieren (burgers) als gevolg van de implementatie van de drie richtlijnen worden op dit moment niet voorzien.

Om deze reden is onderhavig besluit niet voorgelegd aan het Adviescollege administratieve lasten.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Transponeringstabellen

In onderstaande transponeringstabellen is aangegeven op welke wijze richtlijn 2005/55/EG, richtlijn 2005/78/EG en richtlijn 2006/51/EG in nationale regelgeving zijn omgezet.

De bepalingen van de richtlijnen die niet zijn genoemd behoeven geen omzetting in regelgeving waar de Minister van VROM primair voor verantwoordelijk is, omdat het procedurele bepalingen betreft, die gericht zijn tot de lidstaten of reeds zijn geïmplementeerd.

RKML= Regeling keuringsvoorschriften motorrijtuigen luchtverontreiniging

BTML= Besluit typekeuring motorrijtuigen luchtverontreiniging

BKBW= Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer

Transponeringstabel richtlijn 2005/55/EG

Artikelen richtlijn 2005/55/EG

Implementatie Nederlandse regelgeving

3, eerste lid (bewijslast fabrikant verlening typekeuring)

RKML

4, eerste t/m vierde lid (OBD-gegevens)

RKML

10 (intrekken richtlijnen volgens bijlage IX, deel A en omzettingstermijnen volgens bijlage XI, deel B)

2 BTML

1 BKBW

Bijlagen I t/m X

RKML

Transponeringstabel 2005/78/EG

Artikelen richtlijn 2005/78/EG

Implementatie Nederlandse regelgeving

1 (wijziging bijlage I t/m IV en VI)

RKML

2 (uitvoering van artikelen 3 en 4 van richtlijn 2005/55 in bijlagen II t/m V)

RKML

Bijlagen I t/m V

RKML

Transponeringstabel 2006/51/EG

Artikelen richtlijn 2006/51/EG

Implementatie Nederlandse regelgeving

1 (wijziging bijlage I)

RKML

2 (wijziging bijlage IV)

RKML


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

XNoot
1

richtijn 88/77/EEG van de Raad van de Europese Unie van 3 december 1987 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas (LPG) lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEG L 36).

XNoot
2

Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PbEG L350).

Naar boven