Besluit van 10 april 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen in verband met verordening (EG) 1881/2006, van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen en van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten, en intrekking van het Financieel besluit Warenwet en van het Warenwetbesluit Eieren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 februari 2007, VGP/VV 2745194, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Gelet op:

– verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU L 364);

– artikel 1, zeventiende lid, van beschikking nr. 2006/765/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 november 2006 tot intrekking van bepaalde uitvoeringsbesluiten met betrekking tot levensmiddelenhygiëne en de gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 320);

– artikel II, eerste lid, van de Wijzigingswet 1988 Warenwet; en

– de artikelen 4, eerste lid, en 13 van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 14 maart 2007, no. W13.07.0052/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 april 2007, VGP/VV 2757920, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onder i, komt te luiden:

i. verordening (EG) 1881/2006: verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU L 364);.

B

Artikel 2, negende lid, komt te luiden:

  • 9. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 1, eerste lid, 3, en 5, van verordening (EG) 1881/2006.

ARTIKEL II

Het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onder i, vervalt, waarna de onderdelen j tot en met s worden geletterd i tot en met r.

B

In artikel 8, eerste, derde, en vierde lid, wordt «kringdirecteur» telkens vervangen door: regiodirecteur Dienst Uitvoering van de VWA.

C

In artikel 9, vierde en vijfde lid, wordt «directeur VWA» telkens vervangen door: directeur Dienst Uitvoering van de VWA.

ARTIKEL III

Ingetrokken worden:

a. het Warenwetbesluit Eieren;

b. het Financieel besluit Warenwet.

ARTIKEL IV

De bijlage van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

A

In de tabel Inhoud, onderdeel Producten, vervallen:

a. D-18 Warenwetbesluit Eieren;

b. D-19 Warenwetregeling Eieren.

B

De rubrieken D-18 en D-19 met bijbehorende omschrijvingen vervallen.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt wat betreft artikel III, onder a, terug tot en met 11 januari 2006.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 10 april 2007

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Uitgegeven de zesentwintigste april 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I

Op 16 maart 2001 is gepubliceerd verordening (EG) 466/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEG L 77), verder te noemen: verordening (EG) 466/2001. Verordening (EG) 466/2001 is sindsdien vele keren gewijzigd.

Handelen in strijd met verordening (EG) 466/2001 was verboden bij artikel 2, negende lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, verder te noemen: BBL.

Op 20 december 2006 is gepubliceerd verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU L 364), verder te noemen: verordening (EG) 1881/2006. De redenen die hebben geleid tot de vaststelling van deze verordening zijn uiteengezet in de 64 overwegingen bij deze verordening.

Verordening (EG) 466/2001 is sinds van 1 maart 2007 vervangen door verordening (EG) 1881/2006. In verband daarmee diende met ingang van 1 maart 2007 handelen in strijd met verordening (EG) 1881/2006 verboden te worden. Dat verbod was voorlopig vastgesteld bij het tijdelijke artikel 1a van de Warenwetregeling Verontreinigingen in levensmiddelen, krachtens artikel 15, eerste lid, van de Warenwet. Dat tijdelijke verbod diende vervangen te worden door een wijziging van artikel 2, negende lid, van het BBL. Artikel I van dit besluit zorgt daarvoor.

Bij de inwerkingtreding van dit besluit is het tijdelijke artikel 1a van de Warenwetregeling Verontreinigingen in levensmiddelen van rechtswege vervallen.

Artikel II

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt een verduidelijking aan te brengen in de artikelen 1, 8 en 9 van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen.

Artikel III, IV en V

Op 18 november 2006 is gepubliceerd beschikking nr. 2006/765/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 november 2006 tot intrekking van bepaalde uitvoeringsbesluiten met betrekking tot levensmiddelenhygiëne en de gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 320), verder te noemen: beschikking 2006/765/EG.

Ter uitvoering van artikel 1, zeventiende lid, van beschikking 2006/765/EG, diende het Warenwetbesluit Eieren met terugwerkende kracht tot en met 11 januari 2006 te worden ingetrokken. De artikelen III, onder a, en V, van dit besluit, zorgen daarvoor. Als gevolg hiervan is de op dat besluit gebaseerde Warenwetregeling Eieren bij de inwerkingtreding van dit besluit van rechtswege vervallen. Specifieke regelgeving voor eieren is nu onder andere te vinden in verordening (EG) 853/20041.

De overige bepalingen van beschikking 2006/765/EG hebben geen gevolgen voor de Warenwetregelgeving.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt ook het niet meer relevante Financieel besluit Warenwet in te trekken (artikel III, onder b).

In verband met het voorgaande zijn bij artikel IV ook enkele wijzigingen aangebracht in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven. Voorts heeft dit besluit geen bedrijfseffecten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

XNoot
1

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU L 139 en L 226).

Naar boven