Besluit van 14 december 2006, houdende inwerkingtreding van artikel I,
onderdelen B, C, D, M, N, aanhef en onder 1, en O, aanhef en onder 1,
van het Besluit van 7 maart 2006 tot wijziging van het
Arbeidsomstandighedenbesluit (opsporen van conventionele explosieven en
enige andere wijzigingen) (Stb. 142)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 december 2006, Directie
Arbeidsomstandigheden,
nr. ARBO/M&A/2006/98020;
Gelet op
artikel II van het Besluit van 7 maart
2006 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (opsporen van
conventionele explosieven en enige andere wijzigingen) (Stb.
142);
Hebben
goedgevonden en verstaan:
Enig Artikel
Artikel I, onderdelen B, C, D, M, N, aanhef en onder
1, en O, aanhef en onder 1, van het Besluit van 7 maart 2006 tot
wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (opsporen van
conventionele explosieven en enige andere wijzigingen)(Stb. 142) treedt
in werking met ingang van 31 december
2006.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de
uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
’s-Gravenhage, 14
december
2006
Beatrix
De
Staatssecretaris van
Sociale Zaken en
Werkgelegenheid,
H. A.
L. van Hoof
Uitgegeven de achtentwintigste december 2006
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit strekt tot vaststelling van het
tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen B, C, D, M, N,
aanhef en onder 1, en O, aanhef en onder 1, van het Besluit van
7 maart 2006 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit
(opsporen van conventionele explosieven en enige andere
wijzigingen)(Stb. 142). In bedoelde artikelonderdelen is voor bedrijven
de verplichting opgenomen om voor arbeid, bestaande uit het opsporen
van conventionele explosieven, in het bezit te zijn van een door de
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of een
certificerende instelling af te geven procescertificaat opsporen
conventionele explosieven. Deze verplichting treedt in werking met
ingang van 31 december 2006.
Bij de regeling van de
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van
8 september 2006, ARBO/M&A/2006/54600, tot wijziging van de
Arbeidsomstandighedenregeling (opsporen van conventionele explosieven)
(Stcrt. 178) (hierna: wijzigingsregeling) is in artikel 4.17e van de
Arbeidsomstandighedenregeling bepaald dat het bedoelde
procescertificaat door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid of de certificerende instelling wordt afgegeven indien
de aanvrager voldoet aan de in bijlage VC van de regeling gestelde
eisen. In deze bijlage is de door het (voorlopig) College van
deskundigen op 21 november 2005 vastgestelde
beoordelingsrichtlijn opsporen conventionele explosieven (BRL-OCE)
opgenomen. Omdat in artikel II van de wijzigingsregeling voor het
tijdstip van inwerkingtreding is verwezen naar het tijdstip van
inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit treedt de wijzigingsregeling
ook met ingang van 31 december 2006 in werking.
In
artikel 3, derde lid, van het Bijdragebesluit kosten opsporing en
ruiming conventionele explosieven Tweede Wereldoorlog 2006 is bepaald
dat gemeenten alleen dan een bijdrage van rijkswege in de kosten van
opsporing en ruiming van conventionele explosieven kan worden verstrekt
indien de opsporing is uitgevoerd door een opsporingsbedrijf dat in het
bezit is van het in het Arbeidsomstandighedenbesluit verplicht gestelde
procescertificaat. Tevens is in artikel 12 voorgeschreven dat gemeenten
opsporingswerkzaamheden van te voren bij de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties moeten aanmelden onder overlegging van een
projectplan als bedoeld in de hiervoor genoemde
beoordelingsrichtlijn.
Omdat in artikel 28 van het
bijdragebesluit voor het tijdstip van inwerkingtreding van de genoemde
artikelen 3, derde lid, en 12 is verwezen naar het tijdstip van
inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit treden deze artikelen van
het bijdragebesluit ook met ingang van 31 december 2006 in
werking.
De
Staatssecretaris van
Sociale Zaken en
Werkgelegenheid,
H. A.
L. van
Hoof