Besluit van 18 december 2006 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen van de Pensioenwet en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 december 2006, nr. AV/VP/06/101117C;

Gelet op artikel 222 van de Pensioenwet en artikel 97 van de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. De artikelen van de Pensioenwet treedt in werking op 1 januari 2007, met uitzondering van de artikelen 8, vijfde lid, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 21, 25, 29, 35, 37, 38 tot en met 45, 46, eerste lid, onderdeel c, d en e en tweede lid, 48, tweede, derde en vierde lid, 50, 52, 55, vijfde lid, 56, 58, 61, 81, 95, 99 en 106.

  • 2. De artikelen 8, vijfde lid, 11, 14, 15, 16, 29, 38 tot en met 45, 46, eerste lid, onderdeel c, d en e en tweede lid, 48, tweede, derde en vierde lid, 50, 52, 55, vijfde lid, 56, 58, 61, eerste, derde, vierde tot en met zesde lid, 81, 95, tweede en derde lid, 99 en 106 treden in werking met ingang van 1 januari 2008.

  • 3. De artikelen 37 en 61, tweede, zevende tot en met negende lid, treden in werking met ingang van 1 januari 2009.

  • 4. De artikelen 10, 13, 21, 25, 35 treden ten aanzien van door:

    a. pensioenfondsen uitgevoerde pensioenregelingen in werking met ingang van 1 januari 2008; en

    b. verzekeraars uitgevoerde pensioenregelingen in werking met ingang van 1 januari 2009.

  • 5. Artikel 95, eerste lid, treedt ten aanzien van door:

    a. pensioenfondsen uitgevoerde pensioenregelingen in werking met ingang van 1 januari 2007; en

    b. verzekeraars uitgevoerde pensioenregelingen in werking met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 2

  • 1. De artikelen van de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet treden in werking met ingang van 1 januari 2007, met uitzondering van artikel 72, onderdelen L, M, Q, ten aanzien van de voorgestelde artikelen 22d, 22e, 22f, 22g, 22h, R, ten aanzien van het voorgestelde artikel 22k en 22o, S, ten aanzien van het voorgestelde artikel 22u , V, W, ten aanzien van voorgestelde artikelen 26 tot en met 27f, 27g, eerste lid, onderdeel c, d en e en tweede lid, 27i, tweede, derde en vierde lid, 28, X, ten aanzien van het voorgestelde artikel 29, 32, vijfde lid, 32a, 34, 38, DD, ten aanzien van het voorgestelde artikel 48a, EE, ten aanzien van voorgestelde artikel 49k, en II, ten aanzien van het voorgestelde artikel 56.

  • 2. Artikel 72, onderdelen M, Q, ten aanzien van de voorgestelde artikelen 22e, 22g, 22h, R, ten aanzien van artikel 22o, W, ten aanzien van de voorgestelde artikelen 26 tot en met 27f, 27g, eerste lid, onderdeel c, d en e en tweede lid, 27i, tweede, derde en vierde lid, 28, X, ten aanzien van het voorgestelde artikel 29, 32, vijfde lid, 32a, 34, 38, eerste, derde, vierde tot en met zesde lid, DD, ten aanzien van het voorgestelde artikel 48a, EE, ten aanzien van voorgestelde artikel 49k, tweede en derde lid, en II, ten aanzien van het voorgestelde artikel 56, treden in werking met ingang van 1 januari 2008.

  • 3. Artikel 72, onderdeel S, ten aanzien van het voorgestelde artikel 22u en X, ten aanzien van het voorgestelde artikel 38, tweede, zevende tot en met negende lid, treden in werking met ingang van 1 januari 2009.

  • 4. Artikel 72, onderdeel L, Q, ten aanzien van de voorgestelde artikelen 22d, 22f, V, en R, ten aanzien van het voorgestelde artikel 22k treden ten aanzien van door:

    a. beroepspensioenfondsen uitgevoerde beroepspensioenregelingen in werking met ingang van 1 januari 2008; en

    b. verzekeraars uitgevoerde beroepspensioenregelingen in werking met ingang van 1 januari 2009.

  • 5. Artikel 72, onderdeel EE, ten aanzien van het voorgestelde artikel 49k, eerste lid, treedt ten aanzien van door:

    a. beroepspensioenfondsen uitgevoerde beroepspensioenregelingen in werking met ingang van 1 januari 2007; en

    b. verzekeraars uitgevoerde beroepspensioenregelingen in werking met ingang van 1 januari 2008.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 december 2006

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 1

Bij de behandeling van de Invoerings- en aanpassingswet is uitvoerig gesproken over de termijnen die voor de inwerkingtreding van de verschillende artikelen van de Pensioenwet gehanteerd zouden moeten worden. Daartoe is een tabel opgesteld waarin per artikel of artikel onderdeel is aangegeven op welke termijn de betreffende bepaling in werking zou moeten treden (zie bijlage bij Kamerstukken II 2006/07, 30 655, nr. 7).

Zoals in de memorie van antwoord is aangegeven, is geconstateerd dat in de tabel per abuis enkele artikelen waren weggevallen (Kamerstukken I, 2006/07, 30 655, C, blz. 12). Het betreft de artikelen 65 tot en met 68 en 97 van de Pensioenwet (in de nieuwe nummering: artikel 71 tot en met 74 en 108). Zoals aangegeven in de memorie van antwoord zullen deze artikelen direct in werking treden.

Ten aanzien van de in de tabel genoemde artikelen 50, vijfde lid en 50a Pensioenwet (in de nieuwe nummering 55, vijfde lid en 61) is op verzoek van de Tweede Kamer gekozen voor een termijn van één in plaats van twee jaar.

De tabel voorzag nog niet specifiek in artikel 74a en 74b van de Pensioenwet (in de nieuwe nummering artikel 81 en 82), omdat die bepalingen later door middel van amendement (Kamerstukken II 2006/07, 30 655, nr. 16) zijn ingevoegd. Ten aanzien van artikel 74a wordt een termijn van een jaar gehanteerd omdat gebleken is dat sommige verzekeraars de mogelijkheid van «shoppen» niet bieden. Deze verzekeraars worden in staat gesteld hun overeenkomsten met de werkgevers en de pensioenregelingen aan te passen.

De artikelnummering van de artikelen van de Pensioenwet is aangepast voor de plaatsing in het Staatsblad. In het onderhavige besluit wordt daarom verwezen naar de nieuwe artikelnummering. Daarom is de hiervoor genoemde tabel geactualiseerd. Deze is, tezamen met de vernummertabellen van Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling, op de website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te raadplegen.

Ten aanzien van artikel 46a (in de nieuwe nummering artikel 50) van de Pensioenwet kan worden opmerkt dat dit artikel zelf bepaalt dat het pensioenregister op 1 januari 2011 operationeel moet zijn. Dit artikel kan ook per 1 januari 2007 in werking treden, maar uit de inhoud ervan vloeit voort dat het pensioenregister uiterlijk op 1 januari 2011 gerealiseerd zal moeten zijn.

Artikel 2

Voor de inwerkingtreding van de bepalingen van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt aangesloten bij de vergelijkbare bepalingen in de Pensioenwet.

Dat betekent dat de in artikel 1 gekozen opzet voor de Pensioenwet wordt overgenomen ten aanzien van de artikelen van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB).

Van belang is om op te merken dat er enkele bepalingen in de Pensioenwet zijn, waarvoor een afwijkende datum van inwerking treding geldt, die geen vergelijkbare bepaling in de WVB hebben en die daarom niet in de opsomming genoemd worden.

Zo is de inhoud van artikel 7, eerste tot en met vierde lid, en artikel 13 (in de nieuwe nummering artikel 8, eerste tot en met vierde lid, en artikel 14) van de Pensioenwet «vertaald» in artikel 20 van de Wvb en heeft artikel 90 (in de nieuwe nummering artikel 99) van de Pensioenwet geen «tegenhanger» in de Wvb.

Omdat de volgorde van artikelen in de Pensioenwet op onderdelen afwijkt van die in de Wvb is de volgorde van de genoemde artikelen in artikel 1, eerste en tweede lid, niet de één-op-één vertaling van de artikelen in artikel 2, eerste en tweede lid.

In het onderhavige Besluit is uitgegaan van de nummering van de artikelen van de Wvb zoals deze zijn opgenomen in de Invoerings- en aanpassingwet Pensioenwet.

Ten aanzien van de artikelen van de Wvb heeft wel een hernummering plaatsgevonden. De Wvb is integraal in het Staatsblad geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven