Besluit van 13 december 2006 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van de wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 681)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 7 december 2006, nr. WJZ/2006/38545(6214), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XXX van de wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 681);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

Artikel I, onderdeel C, artikel 178a, vijfde en zesde lid, artikel 178e, en artikel II, onderdeel D, artikel 164a, zesde, zevende en achtste lid en artikel 164e en artikel IX, onderdelen D en E, van de wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 681) treden in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 december 2006

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de twintigste december 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Het zevende lid van artikel 164a van de Wet op de expertisecentra, opgenomen in artikel II, onderdeel D, van de Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 681) is op grond van artikel XXVIII, onderdeel A, van laatstgenoemde wet vernummerd tot het achtste lid. Dit achtste lid treedt tezamen met het zesde en zevende lid bij dit besluit in werking.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven