Besluit van 21 december 2006 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 5 december 2006, DB2006/641, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 3 en 39 van de Wet waardering onroerende zaken;

De Raad van State gehoord (advies van 13 december 2006, nr. W06.06.0537/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 15 december 2006, nr. DB2006/696, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Directe Belastingen, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onder 4° wordt «bedoeld in de artikelen 22, 25, 26, 27, 28, 29 en 29a van de wet» vervangen door: bedoeld in de artikelen 22, 26, 27, 28 en 29 van de wet.

2. In onder 5° wordt «bedoeld in de artikelen 22, 25, 26, 27, 28 en 29a van de wet» vervangen door: bedoeld in de artikelen 22, 26, 27 en 28 van de wet.

B

In artikel 8, tweede lid, onderdeel a, wordt «als bedoeld in de artikelen 22, 25, 26 en 29a van de wet» vervangen door: als bedoeld in de artikelen 22 en 26 van de wet.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 21 december 2006

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de achtentwintigste december 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In dit besluit is een wijziging opgenomen van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken.

De wijziging hangt samen met de verkorting van het WOZ-tijdvak naar één jaar.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A en B (artikelen 4 en 8 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken)

De inwerkingtreding op 1 januari 2007 van artikel IV van de Wet van 9 december 2004, houdende wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken) (Stb. 2004, 656), bij besluit van 18 januari 2006 (Stb. 2006, 43), betekent dat (onder meer) de artikelen 25 en 29a van de Wet WOZ vervallen. Deze wijzigingen hangen samen met de verkorting van het WOZ-tijdvak naar één jaar.

Het vervallen van deze artikelen betekent dat de verwijzing naar die artikelen in het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken eveneens kan komen te vervallen.

Artikel II (inwerkingtreding)

Dit besluit treedt op 1 januari 2007 in werking.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven