Besluit van 14 december 2006 tot inwerkingtreding van de tweede volzin van de Algemene aantekening aan het slot van bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 7 december 2006, nr. DV2006/00824M;

Gelet op artikel III, aanhef, onderdeel b en slotzinsnede van het Besluit van 15 december 2005, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met een herziening van de vrijstelling voor sociale en culturele prestaties alsmede met een aanpassing op enkele onderdelen (Stb. 687);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

Artikel I, onderdeel E.8, van het Besluit van 15 december 2005, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met een herziening van de vrijstelling voor sociale en culturele prestaties alsmede met een aanpassing op enkele onderdelen (Stb. 687), voorzover dat onderdeel E.8 betrekking heeft op de tweede volzin van de Algemene aantekening aan het slot van bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968, treedt in werking op 1 januari 2007.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 december 2006

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

In 2005 is de terminologie met betrekking tot de begrippen «thuiszorg» en «indicatiestelling» in de tweede volzin van de Algemene aantekening aan het slot van bijlage B bij het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (hierna: het uitvoeringsbesluit OB) geactualiseerd naar de situatie zoals die toen gold1. Die actualisering treedt echter pas in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip2. Dit tijdstip zou – naar verwachting destijds – hetzelfde tijdstip zijn als het tijdstip van inwerkingtreding van het zogenoemde OB-constructiewetsvoorstel, aangezien daarin de actualisering is opgenomen3 van het begrip «thuiszorg» in de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: wet OB). De behandeling van dit OB-constructiewetsvoorstel in de Tweede Kamer der Staten-Generaal is evenwel uitgesteld in afwachting van nadere jurisprudentie met betrekking tot OB-constructies4.

Dit uitstel heeft enerzijds tot gevolg dat bedoeld koninklijk besluit nog niet is vastgesteld en anderzijds dat vorenaangeduide actualisering van de wet OB en van het uitvoeringsbesluit OB inmiddels op een onderdeel («huishoudelijke verzorging») is achterhaald door de zogenoemde Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die op 1 januari 2007 in werking treedt.

Teneinde volledig actueel te zijn naar de situatie met ingang van 1 januari 2007 (inwerkingtreding Wmo) voorziet het Belastingplan 2007 (Stb. 2006, 682)5 in een aanpassing van de wet OB6.

Daarnaast voorziet het verzamelbesluit Belastingplan 20077 in een aanpassing van het uitvoeringsbesluit OB. In dit verzamelbesluit wordt uiteraard uitgegaan van de nog niet in werking getreden tekst van het uitvoeringsbesluit OB (zoals die tekst luidt sinds het in noot 1 genoemde besluit). Onderhavig inwerkingtredingsbesluit strekt tot inwerkingtreding van die tekst, zodat tezamen met het verzamelbesluit ook in het uitvoeringsbesluit OB een volledige actualisering wordt bereikt naar de situatie met ingang van 1 januari 2007.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Artikel I, onderdeel E.8, tweede alinea, van het Besluit van 15 december 2005, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met een herziening van de vrijstelling voor sociale en culturele prestaties alsmede met een aanpassing op enkele onderdelen (Stb. 687).

XNoot
2

Artikel III, onderdeel b, van genoemd Besluit van 15 december 2005.

XNoot
3

Artikel I, onderdeel C.2, van het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpak van constructies met betrekking tot (on)roerende zaken alsmede in verband met een aanpassing op enkele onderdelen, Kamerstukken II 2004/05, 30 061, nr. 2.

XNoot
4

Kamerstukken II 2004/05, 30 061, nr. 10/11.

XNoot
5

Artikel VIII, onderdeel F.1.

XNoot
6

Het in noot 3 genoemde onderdeel C.2 zal te gelegener tijd dan ook moeten komen te vervallen.

XNoot
7

Artikel IV, onderdeel C, van het Besluit van 19 december 2006 tot wijziging van enige fiscale Uitvoeringsbesluiten (Stb. 2006, 684).

Naar boven