Wet van 2 februari 2006 tot wijziging van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van een drietal EG-verordeningen inzake handel in drugsprecursoren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PbEU L 47), verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (PbEU L 22) en verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie van 27 juli 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en van Verordening nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (PbEU L 202) noodzakelijk is bij wet regels te stellen ten aanzien van de uitvoering en de sanctionering van bepalingen in de desbetreffende verordeningen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet voorkoming misbruik chemicaliën wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 1 tot en met 4 worden vervangen door:

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. Verordening nr. 273/2004: verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PbEU L 47);

c. Verordening nr. 111/2005: verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (PbEU L 22);

d. Verordening nr. 3677/90: verordening nr. 3677/90 (EEG) van de Raad van 13 december 1990 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (PbEG L 357);

e. Uitvoeringsverordening: verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie van 27 juli 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en van Verordening nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (PbEU L 202).

Artikel 2

Het is verboden te handelen in strijd met voorschriften gesteld bij of krachtens:

a. de artikelen 3, tweede en derde lid, en 8 van Verordening nr. 273/2004, de artikelen 6, eerste lid, 8, eerste lid, 9, 12, eerste lid, en 20 van Verordening nr. 111/2005.

b. artikel 7, eerste lid, van Verordening nr. 111/2005 en artikel 10, eerste lid, van de Uitvoeringsverordening;

c. de artikelen 3, eerste en zesde lid, 4, 5 en 7 van Verordening nr. 273/2004 en de artikelen 3, 4, 5, 14, tweede lid, en 22 van Verordening nr. 111/2005 en de artikelen 3, 10, tweede, derde en vierde lid, en 27 van de Uitvoeringsverordening.

Artikel 3

  • 1. De beslissing op een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in Verordening nr. 273/2004 en Verordening nr. 111/2005 geschiedt door Onze Minister.

  • 2. Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de speciale vergunning en registratie als bedoeld in artikel 3, tweede en zesde lid, van Verordening nr. 273/2004.

  • 3. Bij regeling van Onze Minister kan worden bepaald dat voor de behandeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid een kostendekkende vergoeding is verschuldigd. De hoogte van deze vergoeding kan per categorie van vergunningen of precursoren verschillend worden vastgesteld.

Artikel 4

  • 1. Indien er een redelijk vermoeden bestaat dat geregistreerde stoffen bestemd zijn voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, verbiedt Onze Minister het binnen of buiten het grondgebied van de Gemeenschap brengen van deze stoffen.

  • 2. Het is verboden te handelen in strijd met een verbod als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Onze Minister kan een verbod als bedoeld in het eerste lid opheffen.

B

De artikelen 5 tot en met 12 vervallen.

C

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast:

    a. de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane;

    b. de buitengewone opsporingsambtenaren van de Belastingdienst / Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst – Economische controledienst van het Ministerie van Financiën;

    c. de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.

  • 2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

  • 3. Op de in het eerste lid, onder a, bedoelde ambtenaren zijn de hoofdstukken 2 en 3 van de Douanewet van overeenkomstige toepassing met uitzondering van artikel 10 van hoofdstuk 2.

D

Artikel 21 vervalt.

E

De indeling in paragrafen alsmede de paragraaftitels komen te vervallen.

ARTIKEL II

Vergunningen en registraties die vóór de inwerkingtreding van deze wet zijn verleend op basis van Verordening nr. 3677/90, worden aangemerkt als vergunningen en registraties op basis van Verordening nr. 111/2005, met uitzondering van de vergunningen en registraties die zijn verleend op grond van artikel 5, derde lid, en artikel 5bis, derde lid, van Verordening nr. 3677/90.

ARTIKEL III

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onder 1, wordt de zinsnede «de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikelen 2, 3, 5, 10, onder a, en 12» vervangen door: de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, de artikelen 2, onder a, en 4, tweede lid.

B

In artikel 1, onder 2, wordt de zinsnede «de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikel 10, onder b» vervangen door: Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikel 2, onder b.

C

In artikel 1, onder 4, wordt de zinsnede «de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, de artikelen 4, 7, 8, 9, en 10, onder c» vervangen door: de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikel 2, onder c.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 2 februari 2006

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de eenentwintigste februari 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 30 329

Naar boven