Besluit van 20 november 2006, houdende intrekking van het Besluit dierenvervoer 1994 en het Besluit huisvesting vleeskuikenouderdieren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 augustus 2006, no. TRCJZ/2006/2676, Directie Juridische Zaken;

Gelet op verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en Verordening (EG) nr. 1255/97;

De Raad van State gehoord (advies van 7 september 2006, no. W11.06.0367/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 november 2006, no. TRCJZ/3156, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan::

ARTIKEL I

De volgende besluiten worden ingetrokken:

a. het Besluit dierenvervoer 1994;

b. het Besluit huisvesting vleeskuikenouderdieren.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 5 januari 2007.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 20 november 2006

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de twaalfde december 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Op 5 januari 2005 is verordening nr. 1/2005 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en Verordening (EG) nr. 1255/97 (hierna: verordening nr. 1/2005) gepubliceerd (PbEU L3). Deze verordening is met ingang van 5 januari 2007 rechtstreeks van toepassing in de lidstaten.

Er is een wetsvoorstel tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (hierna: Gwwd) in procedure gebracht, waarin een wettelijke basis wordt gecreëerd voor de implementatie van Europese regelgeving inzake de bescherming van dieren tijdens vervoer en aanverwante activiteiten (Kamerstukken II 2005/06, 30 401, nr. 2). Artikel 59a, eerste lid, van dat wetsvoorstel bevat een specifieke basis om bij ministeriële regeling regels te stellen voor een goede uitvoering van EG-verordeningen. Die regels zullen worden neergelegd in de Regeling dierenvervoer 2007.

2. Inhoud van het besluit

In de eerste plaats is het Besluit dierenvervoer 1994 ingetrokken.

Bij verordening nr. 1/2005 is richtlijn nr. 91/628/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1991 betreffende de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de richtlijnen nr. 90/425/EEG en nr. 91/496/EEG ingetrokken. Die richtlijn was geïmplementeerd in het Besluit dierenvervoer 1994 en de Regeling dierenvervoer. Omdat een verordening een rechtstreekse bron van rechten en verplichtingen is, moesten de bepalingen van het Besluit dierenvervoer 1994 en de Regeling dierenvervoer vervallen.

In het onderhavige besluit is het Besluit dierenvervoer 1994 ingetrokken, waarmee ook de Regeling vaststelling bescheiden dierenvervoer komt te vervallen. De Regeling dierenvervoer wordt in de Regeling dierenvervoer 2007 ingetrokken.

Met de intrekking van het Besluit dierenvervoer 1994 en het vervallen van de grondslag in artikel 58 van de Gwwd is ook de grondslag vervallen van de Regeling vaststelling bescheiden dierenvervoer. Die regeling komt dus te vervallen. De Regeling dierenvervoer wordt ingetrokken in de Regeling dierenvervoer 2007.

In de tweede plaats is het Besluit huisvesting vleeskuikenouderdieren ingetrokken.

Dit besluit is nooit in werking getreden. Op verzoek van 30 leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zou de inwerkingtreding van het Besluit huisvesting vleeskuikenouderdieren bij wet worden geregeld. Een wetsvoorstel houdende de regeling van de inwerkingtreding van het Besluit huisvesting vleeskuikenouderdieren (Kamerstukken II 1999–2000, 27 052, nrs. 3–4) is in juli 2000 bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt. Bij brief van 14 februari 2003 (Kamerstukken II 2002/03, 27 052, nr. 8) heeft de toenmalige Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, daartoe gemachtigd door de Koningin, het wetsvoorstel ingetrokken. Gelet op het uitgangspunt in het toenmalige Strategisch Akkoord dat het Europees voorgeschreven minimumniveau voor nationale welzijnsvoorschriften wordt gehanteerd, achtte hij de voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel niet wenselijk. In de brief gaf de staatssecretaris aan in overleg te zijn over de uitvoering van de door de sector met de Dierenbescherming gesloten overeenkomst inzake de vormgeving van de welzijnseisen voor de huisvesting van vleeskuikenouderdieren. In 2003 is de Verordening welzijnsnormen vleeskuikenouderdieren 2003 van het Productschap Pluimvee en Eieren in werking getreden, waarin welzijnsnormen voor vleeskuikenouderdieren zijn vastgelegd. Gelet hierop kan het Besluit huisvesting vleeskuikenouderdieren worden ingetrokken.

3. Lasten voor het bedrijfsleven en de overheid

Bij dit besluit wordt het Besluit dierenvervoer 1994 ingetrokken, zonder dat daar een nieuw besluit voor in de plaats komt. Strikt genomen betekent dit besluit een vermindering van de lasten voor de burger en het bedrijfsleven. Echter, uit de ministeriële regeling die tot stand zal worden gebracht ter uitvoering van verordening 1/2005 (Regeling dierenvervoer 2007), zullen wel administratieve lasten voor het bedrijfsleven voortvloeien. Bij de totstandkoming van die regeling zullen de administratieve lasten die voortvloeien uit de uitvoering van verordening 1/2005 worden berekend. Daarbij zal de wijziging van de administratieve lasten als gevolg van de intrekking van het Besluit dierenvervoer 1994 en de Regeling dierenvervoer en de invoering van de Regeling dierenvervoer 2007 tezamen in beeld worden gebracht en aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) worden voorgelegd.

Voor de uitvoeringslasten van de overheid geldt hetzelfde: deze dalen door de intrekking van het Besluit dierenvervoer 1994. Echter, de uitvoering van verordening 1/2005 door middel van de toekomstige Regeling dierenvervoer 2007 zal wel uitvoeringslasten voor de overheid met zich brengen. Bij de totstandkoming van die regeling zal dan ook het saldo van de wijziging in de uitvoeringslasten in beeld worden gebracht.

Zoals hiervoor is aangegeven, is het Besluit huisvesting vleeskuikenouderdieren nooit in werking getreden. De intrekking van dat besluit brengt dan ook geen wijziging in de lasten voor het bedrijfsleven of de lasten voor de overheid met zich.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 januari 2007, nr. 6.

Naar boven