Besluit van 28 november 2006 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 16 juli 2005 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met het gebruik van de videoconferentie in het strafrecht (Stb. 388)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 22 november 2006, directie Wetgeving, nr. 5453866/06/6;

Gelet op artikel IX, eerste lid, van de wet van 16 juli 2005 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met het gebruik van de videoconferentie in het strafrecht (Stb. 388);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De wet van 16 juli 2005 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met het gebruik van de videoconferentie in het strafrecht (Stb. 388) treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 november 2006

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de zevende december 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven