Besluit van 20 oktober 2006, houdende aanpassing van algemene maatregelen van bestuur aan de wet van 5 juli 2006 houdende wijziging Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase; Stb. 350)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 5 december 2005, nr. DJZ2005208868, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op de Wet milieubeheer, de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Wet geluidhinder, de Luchtvaartwet, de Wet luchtvaart, de Huurprijzenwet woonruimte en de Woningwet;

De Raad van State gehoord (advies van 27 januari 2006, nr. W08.05.0543/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 11 oktober 2006, nr. DJZ2006310704, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na de aanhef wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, onder verlettering van de onderdelen a tot en met p tot b tot en met q, luidende:

a. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. Onderdeel j (nieuw), komt te luiden:

j. geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

B

In artikel 6, vierde lid, wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

C

De bijlage behorende bij het Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

1. In de paragrafen 1.1.1, onderdeel d, 1.1.2, 1.1.3, 4.1.2 en 4.1.3, wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

2. In paragraaf 1.1.2 wordt «geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL II

Het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na de aanhef wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, onder verlettering van de onderdelen a tot en met n tot b tot en met o, luidende:

a. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. Onderdeel m (nieuw), komt te luiden:

m. geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

B

Bijlage 2 behorende bij het het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

1. In de begripsomschrijving van referentieniveau vervalt «, bepaald overeenkomstig het Besluit bepaling referentieniveauperiode».

2. In de paragrafen 1.1.1, onderdeel d, 1.1.4, 4.1.2 en 4.1.3 wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL III

Artikel 1 van het Besluit geluidproduktie bromfietsen komt te luiden:

Artikel 1

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. bromfiets: bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wegenverkeerswet 1994;

b. Onze Ministers: Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Verkeer en Waterstaat en van Economische Zaken tezamen.

ARTIKEL IV

Artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart komt te luiden:

c. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

ARTIKEL V

Artikel 2, tweede lid, van het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart komt te luiden:

  • 2. In dit besluit wordt verstaan onder andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

ARTIKEL VI

Bijlage 2 behorende bij het Besluit glastuinbouw wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel A Begrippen wordt gewijzigd als volgt:

a. Na «met betrekking tot geluid:» wordt een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

– andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

b. De begripsomschrijving van geluidgevoelige bestemmingen wordt vervangen door: geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

c. In de begripsomschrijving van referentieniveau komt «, bepaald overeenkomstig het Besluit bepaling referentieniveauperiode» te vervallen.

2. In de paragrafen 1.1.1, onderdeel c, 1.1.3 en 4.1.2 wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

3. In paragraaf 1.1.2, onderdeel b, wordt «andere geluidgevoelige bestemming» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL VII

Het Besluit horeca, sport en recreatie-inrichtingen milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na de aanhef wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, onder verlettering van de onderdelen a tot en met k tot b tot en met l, luidende: a. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. Onderdeel j (nieuw), komt te luiden: j. geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

B

In artikel 6, vijfde lid, onderdeel a, onder 1° en onder 2°, wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

C

De bijlage behorende bij het Besluit horeca, sport en recreatie-inrichtingen milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

1. In de begripsomschrijving van referentieniveau komt «, bepaald overeenkomstig het Besluit bepaling referentieniveauperiode» te vervallen.

2. In de paragrafen 1.1.1, onderdeel d, 1.1.6, 1.1.7, 4.1.2, 4.1.3, wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

3. In paragraaf 1.1.6 wordt «geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

4. In paragraaf 1.1.5, onderdeel b, wordt «andere geluidgevoelige bestemming» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL VIII

Het Besluit huurprijzen woonruimte wordt gewijzigd als volgt:

A

Tabel c. Puntenaftrek in verband met geluidsoverlast, behorende bij de toelichting behorende bij bijlage I, onder A, het waarderingsstelsel voor woonruimte welke een zelfstandige woning vormt, komt te luiden:

Geluidsbelasting aan de gevel

Weg*

Spoor

Industrie

Vliegverkeer

51 tot en met 55 dB(A)

 2

 

56 tot en met 60 dB(A)

 5

 

61 tot en met 65 dB(A)

  

10

 

66 tot en met 70 dB(A)

  

35

 

59 tot en met 63 dB

 2

 2

  

64 tot en met 68 dB

 5

 5

  

69 tot en met 73 dB

10

10

  

meer dan 73 dB

35

35

  

41 tot en met 45 ke

   

 5

46 tot en met 55 ke

   

10

56 tot en met 65 ke

   

15

meer dan 65 ke

   

35

* De geluidsbelasting van de weg is exclusief de aftrek op grond van artikel 110g Wet geluidhinder.

B

In de toelichting bij de Tabel c. Puntenaftrek in verband met geluidsoverlast, behorende bij de Toelichting behorende bij bijlage I, onder A, het waarderingsstelsel voor woonruimte welke een zelfstandige woning vormt, wordt «45 dB(A)» vervangen door «43 dB» en wordt «35 dB(A)» vervangen door: 33 dB.

ARTIKEL IX

Het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na de aanhef wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, onder verlettering van de onderdelen a tot en met l tot b tot en met m, luidende: a. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. Onderdeel j (nieuw), komt te luiden: j. geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

B

De bijlage behorende bij het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

1. In de paragrafen 1.1.1, onderdeel d, 1.1.2 en 4.1.3, wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

2. In paragraaf 1.1.2 wordt «geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL X

Het Besluit jachthavens wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na de aanhef wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, onder verlettering van de onderdelen a tot en met s tot b tot en met t, luidende:

a. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. Onderdeel o (nieuw) komt te luiden:

o. geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

3. Onderdeel s (nieuw) komt te luiden:

s. equivalent geluidsniveau in dB(A): equivalent geluidsniveau als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

B

In artikel 6, vierde lid, onder 1 en 2, wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

C

De bijlage behorende bij het Besluit jachthavens wordt gewijzigd als volgt:

1. In de begripsomschrijving van referentieniveau komt «, bepaald overeenkomstig het Besluit bepaling referentieniveauperiode» te vervallen.

2. In de paragrafen 1.1.1, onderdeel d, en 1.1.7 wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

3. In paragraaf 1.1.5, onderdeel b, wordt «andere geluidgevoelige bestemming» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

4. In paragraaf 1.1.7 wordt «geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

5. In de paragrafen 4.1.2 en 4.1.3 wordt «andere geluidsgevoelige bestemmingen» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL XI

Onderdeel A Begrippen van de bijlage behorende bij het Besluit landbouw milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

1. De begripsomschrijving van geluidgevoelige bestemmingen komt te luiden: geluidgevoelige bestemmingen: woningen, met uitzondering van de dienst- of bedrijfswoning behorende bij de inrichting, alsmede andere geluidsgevoelige gebouwen of geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

2. De begripsomschrijving van equivalent geluidsniveau in dB(A) komt te luiden:

equivalent geluidsniveau: equivalent geluidsniveau als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

3. In de begripsomschrijving van referentieniveau komt «, bepaald overeenkomstig het Besluit bepaling referentieniveauperiode» te vervallen.

ARTIKEL XII

In artikel 3, eerste lid, van het Besluit luchtkussenvoertuigen Wet geluidhinder wordt «artikel 1.2, tweede lid, onder d» vervangen door: artikel 1.2, tweede lid, onderdeel b.

ARTIKEL XIII

In bijlage I behorende bij het Besluit mestbassins milieubeheer komt in de begripsomschrijving van referentieniveau «, bepaald overeenkomstig het Besluit bepaling referentieniveauperiode» te vervallen.

ARTIKEL XIV

De bijlage behorende bij het Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel A, Begripsbepalingen, wordt gewijzigd als volgt:

a. Na «met betrekking tot geluid:», wordt een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

b. De begripsomschrijving van geluidsgevoelige bestemmingen wordt vervangen door:

geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. In de paragrafen 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3 wordt «geluidsgevoelige bestemming» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

3. In paragraaf 1.1.6 wordt «andere geluidsgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL XV

Het Besluit omgevingslawaai wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

Andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 8.30a, eerste lid, van de Wet luchtvaart zijn: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de wet.

B

Artikel 4 vervalt.

ARTIKEL XVI

Het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na de aanhef wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, onder verlettering van de onderdelen a tot en met o tot b tot en met p, luidende: a. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. Onderdeel j (nieuw), komt te luiden: j. geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

B

In artikel 6, vierde lid, wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

C

De bijlage behorende bij het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

1. In de paragrafen 1.1.1, onderdeel d, 1.1.2, 4.1.2 en 4.1.3, wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

2. In paragraaf 1.1.2 wordt «geluidgevoelige bestemming» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL XVII

Artikel 15, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 komt te luiden:

a. de ligging en de afmetingen van woningen en van andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder, die gelegen zijn binnen de zone van een weg, spoorweg of industrieterrein als bedoeld in de Wet geluidhinder;.

ARTIKEL XVIII

Bijlage 1 bij het Besluit tandartspraktijken milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel I, Begrippen, wordt artikel 1 gewijzigd als volgt:

a. Na de aanhef worden de volgende twee begripsomschrijvingen ingevoegd: andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

geluidsgevoelige ruimte: een geluidsgevoelige ruimte als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

b. De begripsomschrijving van geluidgevoelige bestemmingen wordt vervangen door: geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

c. In de begripsomschrijving van referentieniveau komt «, bepaald overeenkomstig het Besluit bepaling referentieniveauperiode» te vervallen.

2. In de paragrafen 4.1.1 en 4.3 wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

3. In paragraaf 4.3 wordt «geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

4. In paragraaf 4.3 wordt «geluidgevoelige ruimte» vervangen door: geluidsgevoelige ruimte.

ARTIKEL XIX

Het Besluit tankstations milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

Bijlage II behorende bij het Besluit tankstations milieubeheer voor de tankstations type B wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel I, Begrippen, wordt artikel 1 gewijzigd als volgt:

a. Na de aanhef wordt de volgende begripsomschrijving ingevoegd: andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

b. De begripsomschrijving van geluidgevoelige bestemmingen wordt vervangen door: geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. In paragraaf 3.1 wordt «geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

3. In paragraaf 3.6 wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

B

In bijlage III onderdeel f, onder 1 en 2, behorende bij het Besluit tankstations milieubeheer wordt «geluidgevoelige objecten» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL XX

Bijlage 1 behorende bij het Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel A, Begripsbepalingen, wordt gewijzigd als volgt:

a. Na «met betrekking tot geluid en trilling: », wordt een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

– andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

b. De begripsomschrijving van geluidgevoelige bestemmingen wordt vervangen door:

geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. In de paragrafen 1.1.1, onderdeel d, 1.1.2, 1.1.3, 4.1.2 en 4.1.3, wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL XXI

In artikel 1 van het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen wordt na het tweede lid een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Onder bromfiets wordt verstaan: een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wegenverkeerswet 1994.

ARTIKEL XXII

In het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer vervalt artikel 16, vierde lid.

ARTIKEL XXIII

Het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na de aanhef wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, onder verlettering van de onderdelen a tot en met q tot b tot en met r, luidende:

a. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. Onderdeel q (nieuw) komt te luiden:

q. geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

B

In artikel 2, eerste lid, onderdeel e, onder 3°, en in paragraaf 5.1.3 van bijlage 1 behorende bij het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer wordt «andere geluidgevoelige bestemming» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

C

In de paragrafen 5.1.4 en 5.3.1, onderdeel a, van bijlage 1 behorende bij het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer en in de paragrafen 1.1.1, onderdeel d, 1.1.2, 4.1.2 en 4.1.3, van Bijlage 2, behorende bij het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

D

In paragraaf 1.1.2 van bijlage 2 behorende bij het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer wordt «geluidgevoelige bestemming» vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL XXIV

Het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Na de aanhef wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, onder verlettering van de onderdelen a tot en met l tot b tot en met m, luidende:

a. andere geluidsgevoelige gebouwen: andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

2. Onderdeel k (nieuw), komt te luiden:

k. geluidsgevoelige terreinen: geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;.

B

De bijlage behorende bij het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

1. In de begripsomschrijving van referentieniveau komt «, bepaald overeenkomstig het Besluit bepaling referentieniveauperiode» te vervallen.

2. In de paragrafen 1.1.1, onderdeel d, 1.1.4, 1.1.5, 4.1.2 en 4.1.3 wordt «andere geluidgevoelige bestemmingen» telkens vervangen door: andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen.

ARTIKEL XXV

Het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:

f. geluidsbelasting binnen een gebouw: de geluidsbelasting veroorzaakt door luchtvaartuigen binnen de geluidsgevoelige ruimten van een gebouw;.

2. Artikel 1, eerste lid, onderdelen i en j, komen te vervallen, onder verlettering van onderdeel k tot i.

3. Onderdeel i (nieuw), komt luiden:

i. verblijfsruimte:

1°. geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in artikel 1 van de wet;

2°. verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van het Besluit geluidhinder.

B

In artikel 1a, eerste en tweede lid, wordt «artikel 157» telkens vervangen door: artikel 110f.

C

Bijlage A wordt vervangen door bijlage 1 bij dit besluit.

D

Bijlage B wordt vervangen door bijlage 2 bij dit besluit.

ARTIKEL XXVI

Het Besluit zonering buitenlands luchtvaartterrein Zuid-Limburg wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, eerste lid, vervallen de onderdelen e en f, onder verlettering van de onderdelen g en h tot e en f.

B

In artikel 2, eerste en tweede lid, wordt «artikel 157» telkens vervangen door: artikel 110f.

C

In artikel 11 wordt in het derde lid «geluidsgevoelige ruimten» vervangen door «ruimten» en komt het vierde lid te luiden:

  • 4. De ruimten, bedoeld in het derde lid, zijn verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van het Besluit geluidhinder.

ARTIKEL XXVII

Het Bouwbesluit 2003 wordt gewijzigd als volgt:

A

De na artikel 3.1 opgenomen tabel wordt vervangen door:

Tabel 3.1

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarde

   

industrie-, weg- of spoorweglawaai

luchtvaartlawaai

verbouw

tijdelijke bouw

industrielawaai

 

weg- of spoorweglawaai

artikel

3.2

3.3

3.4

3.5

3.2

  

lid

1

2

3

4

5

6

7

1

2

3

4

5

1

2

3

4

1

2

3

 

1

 

1 

Woonfunctie

                    

[dB(A)]

 

[dB]

 

a

woonfunctie van een woonwagen

2

1

 

 

b

andere woonfunctie

                      
  

1 verblijfsgebied voor nachtverblijf

1

4

5

6

7

1

3

4

5

1

2

3

4

1

2

3

35

 

33

  

2 ander verblijfsgebied

1

4

5

6

7

1

4

5

1

2

3

1

2

35

 

33

2 

Bijeenkomstfunctie

 

 

 

3 

Celfunctie

  

 

4 

Gezondheidszorgfunctie

                       
 

a

algemeen, categoriaal of academisch ziekenhuis; verpleeghuis

                      
  

1 verblijfsgebied voor nachtverblijf van aan bed gebonden patiënten

1

4

5

6

7

1

3

4

5

1

2

4

1

2

3

35

 

33

  

2 verblijfsgebied voor onderzoek of behandeling van patiënten

1

4

5

6

7

1

4

5

1

2

1

2

30

 

28

  

3 ander verblijfsgebied

1

4

5

6

7

1

4

5

1

2

1

2

35

 

33

 

b

andere gezondheidszorgfunctie

                      
  

1 verblijfsgebied voor nachtverblijf van aan bed gebonden patiënten

1

4

5

6

7

1

3

4

5

1

2

4

1

2

3

30

 

28

  

3 ander verblijfsgebied

1

4

5

6

7

1

4

5

1

2

1

2

30

 

28

5 

Industriefunctie

 

 

6 

Kantoorfunctie

 

3

5

6

2

4

5

1

2

1

2

 

7 

Logiesfunctie

 

 

8 

Onderwijsfunctie

                       
  

1 geluidsgevoelig verblijfsgebied zoals bedoeld in de Wet geluidshinder

1

4

5

6

7

1

4

5

1

2

1

2

30

 

28

  

2 ander verblijfsgebied

1

4

5

6

7

1

4

5

1

2

1

2

35

 

33

9

Sportfunctie

 

 

10

Winkelfunctie

 

 

11

Overige gebruiksfunctie

 

 

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

 

 

B

Artikel 3.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt:

a. «railverkeerslawaai» vervangen door: spoorweglawaai.

b. «bepaalde geluidsbelasting» vervangen door: geldende ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting.

c. «het geluidsniveau» vervangen door: de geluidsbelasting.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Een uitwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt tussen een verblijfsgebied en de buitenlucht, heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering die niet kleiner is dan het verschil tussen de geluidsbelasting zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder en bepaald volgens reken- en meetvoorschriften van de Wet geluidhinder van die scheidingsconstructie en 40 dB in geval van weg- of spoorweglawaai, met een minimum van 20 dB, of 40 dB(A) in geval van industrielawaai, met een minimum van 20 dB(A).

3. In het vierde lid wordt «hoger geluidsniveau» telkens vervangen door «hogere geluidsbelasting» en vervalt «en derde lid».

4. In het vijfde lid wordt «railverkeerslawaai» vervangen door: spoorweglawaai.

5. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Indien voor de betreffende gebruiksfunctie geen ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting volgens de Wet geluidhinder geldt, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor «ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting»

    a. in geval van weg of spoorweglawaai gelezen moet worden: geluidsbelasting in dB als omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder en bepaald volgens het reken- en meetvoorschrift als bedoeld in artikel 110d van de Wet geluidhinder en

    b. in geval van industrielawaai gelezen moet worden: geluidsbelasting in dB(A) vanwege een industrieterrein als omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder en bepaald volgens het reken- en meetvoorschrift als bedoeld in artikel 110d van de Wet geluidhinder.

ARTIKEL XXVIII

Het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2.4 wordt «categorieën van inrichtingen» in de eerste zinsnede vervangen door «categorie van inrichtingen» en wordt «artikel 41» vervangen door: artikel 41, derde lid,.

B

Artikel 7.1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel c komt te luiden:

c. gedeputeerde staten van een provincie, waarin de inrichting geheel of in hoofdzaak zal zijn of is gelegen, indien de inrichting is gelegen op een industrieterrein als bedoeld in artikel 163, tweede lid, van de Wet geluidhinder, of met betrekking waartoe toepassing is gegeven aan artikel 163, derde lid, van de Wet geluidhinder;.

2. Na onderdeel c wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. Onze Minister, indien de inrichting is gelegen op een industrieterrein als bedoeld in artikel 163, vierde lid, van de Wet geluidhinder.

C

Aan artikel 7.2, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. Onze Minister, indien de inrichting is gelegen op een industrieterrein als bedoeld in artikel 163, vierde lid, van de Wet geluidhinder.

D

Bijlage I, onder categorie 11.3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel c, onder 5, wordt na «asfalt of asfaltprodukten» de volgende zinsnede toegevoegd: in een buiten opgestelde eenheid,.

2. Na onderdeel k wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

l. het vervaardigen van asfalt of asfaltproducten in een inpandig opgestelde eenheid, met een capaciteit ten aanzien daarvan van 100.103 kg per uur of meer.

ARTIKEL XXIX

Het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 vervallen de onderdelen i tot en met m en wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel h vervangen door een punt.

B

De artikelen 8 tot en met 8d, 11 tot en met 11d, 11f tot en met 13, 15 tot en met 19 en 57 vervallen.

ARTIKEL XXX

In het besluit van 21 april 1989, tot wijziging van het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen, het Besluit geluidhinder spoorwegen en het Saneringsbesluit geluidhinder wegverkeer (Stb. 157) vervalt artikel V.

ARTIKEL XXXI

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 20 oktober 2006

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Uitgegeven de dertigste november 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage 1. behorende bij het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg (Niederrhein)

stb-2006-586-1.gif

Bijlage 2. behorende bij het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg (Brüggen)

stb-2006-586-2.gif

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Deze algemene maatregel van bestuur hangt direct samen met de wet van 5 juli 2006 houdende wijziging van de Wet geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase; Stb. 2005, 350)(hierna te noemen: de wet). Een belangrijk onderwerp dat regeling vindt in deze wet is de decentralisatie op het gebied van het vaststellen van de zogenaamde hogere waarden: gemeenten zullen in een groot aantal gevallen zelf deze hogere waarden gaan bepalen. Een ander onderwerp is nog de introductie van de dosismaat Lden, overigens met uitzondering van de categorie industrielawaai. Ter uitvoering van de wet is vastgesteld het Besluit geluidhinder. Dat besluit bevat onder meer regels over industrieterreinen, wegen en spoorwegen, naast bijvoorbeeld een opsomming van welke gebouwen worden bedoeld met andere gezondheidszorggebouwen.

Het onderhavige besluit voorziet in de noodzakelijke aanpassingen in de lagere regelgeving ten gevolge van de wet. Het besluit ziet louter op regelingen die reeds in werking zijn getreden. Bij nieuwe uitvoeringsregelgeving die nog niet inwerking is getreden, zal de eventuele aanpassing aan de onderhavige wet in dat traject worden meegenomen. Als sluitstuk is nog een wijziging in voorbereiding van de ministeriële regelingen waarin verwijzingen staan naar de «oude» regelgeving.

Gelet op het grote aantal artikelen waarnaar in de aanhef wordt verwezen waar het betreft het verlenen van de regelgevende bevoegdheid, is er van afgezien deze specifiek te vermelden. Dit is des te minder bezwaarlijk omdat het onderhavige besluit niet meer regelt dan de zuiver technische aanpassing aan de wet.

Het onderhavige besluit strekt mede tot de aanpassing van het Bouwbesluit 2003 aan de wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol (Stb. 2002, 374).

2. De wijzigingen

De wijzigingen in dit besluit betreffen in hoofdzaak de volgende onderwerpen.

2.1 Definitie bromfiets

De begripsomschrijving van bromfiets komt niet meer voor in de wet. Vandaar dat in enkele besluiten de begripsomschrijving van bromfiets wordt opgenomen.

2.2 Uniforme definitie van andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen

Tot dusverre werd op verschillende plaatsen in de wet of in algemene maatregelen van bestuur aangegeven welke gebouwen en terreinen werden beschouwd als geluidsgevoelig. Naast genoemde begrippen kwam in de wet ook de term «andere geluidsgevoelige objecten» voor en in verschillende regelgeving de term «geluidgevoelige bestemming». De wet voorziet nu in een beperking tot twee begrippen: «andere geluidsgevoelige gebouwen» en «geluidsgevoelige terreinen» en in opname van één uniforme definitie van deze begrippen in artikel 1 van de wet. In de onderliggende regelgeving kan nu eenvoudig naar artikel 1 van de wet worden verwezen voor een definitie van deze termen.

2.3 De definitie van geluidsgevoelige ruimte

De definitie van geluidsgevoelige ruimte is opgenomen in artikel 1 van de wet. Hiervoor was dit geregeld bij een afzonderlijke regeling. In de nieuwe definitie valt ook een keuken van 11 m2 of meer onder het begrip geluidsgevoelige ruimte, omdat een keuken van deze omvang geschikt is voor de inrichting van een eethoek. In enkele besluiten wordt voor een begripsomschrijving van geluidsgevoelige ruimte verwezen naar artikel 1 van de wet.

2.4 Nieuwe wettelijke dosismaat voor wegverkeers- en spoorweglawaai

Voor een uitgebreide toelichting op de nieuwe dosismaat en de verschillen met de huidige dosismaat wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot implementatie van de richtlijn omgevingslawaai (Kamerstukken II 2002/03, 29 021, nr. 3, paragraaf 2.9). In het onderhavige besluit wordt voor een aantal besluiten de oude dosismaat aangepast aan de nieuwe dosismaat.

2.5 Het Besluit bepaling referentieniveauperiode komt te vervallen, omdat de bepaling van het referentieniveau niet meer voor komt in de wet en de onderliggende regelgeving. In een aantal regelingen wordt in de definitie van referentieniveau verwezen naar dit besluit. Daarom worden in het onderhavige besluit de verwijzingen naar het Besluit bepaling referentieniveauperiode verwijderd. In de Handreiking Industrielawaai is een voorstel opgenomen ten aanzien van de bepaling van het referentieniveau.

In het artikelsgewijze deel van deze toelichting worden slechts die technische wijzigingen behandeld die, in aanvulling op het bovenstaande, nog enige nadere toelichting behoeven.

3. Toetsingsaspecten

In de memorie van toelichting bij de wet en in de nota van toelichting bij het Besluit geluidhinder was al aangegeven dat er geen sprake was van bedrijfseffecten en evenmin van toename van administratieve lasten. Bij de doorwerking in onderliggende regelgeving is daarvan dus evenmin sprake.

4. Totstandkoming besluit

Van de mogelijkheid tot het geven van zienswijzen op het ontwerp-besluit hebben BOVAG en Koninklijke Horeca Nederland gebruik gemaakt. Beide organisaties vragen aandacht voor een mogelijk neveneffect van de nieuwe omschrijving van het begrip geluidgevoelige ruimte. Vanuit een oogmerk van uniformering is nu ook expliciet de woonkeuken (keukens groter dan 11 m²) hieronder gebracht, zoals dat onder meer al langer het geval is in het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer. Beide organisaties wijzen erop dat deze uniformering een onbeoogde uitwerking kan hebben op de geluidvoorschriften krachtens de Wet milieubeheer (de zogenoemde 8.40-amvb’s en milieuvergunningen). Hun suggestie om deze onbedoelde uitwerking nader te betrekken bij het overleg rond de modernisering van de amvb’s wordt gevolgd. Overigens houdt de zienswijze meer verband met de wetswijziging waar het onderhavige besluit het gevolg van is, dan met dit besluit als zodanig.

5. Artikelsgewijze toelichting

Artikelen I, II, IV tot en met VII, IX, X, XI, XIII tot en met XVI, XVIII, XIX, XX XXIII, XXIV, XXV

Deze wijzigingen zijn toegelicht onder 2.2.

Artikelen II, VI, VII, X, XI, XIII, XIV, XVIII en XXIV

Deze wijzingen zijn toegelicht onder 2.5.

Artikelen III en XXI

Deze wijzigingen zijn toegelicht onder 2.1.

Artikelen VIII en XXVII, onderdeel A

Deze wijzigingen zijn toegelicht onder 2.4

Artikel XII

Artikel 1.2, tweede lid, bevatte een verkeerde verwijzing.

Artikelen XVIII, XXV, onderdeel A en XXVI, onderdeel C

Deze wijzigingen zijn toegelicht onder 2.3

Artikel XVII

De verwijzingen naar een aantal bepalingen in op de Wet geluidhinder gebaseerde besluiten in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 zijn vervangen door een verwijzing naar de nieuwe tekst van artikel 1 van de Wet geluidhinder. In deze bepalingen werden andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen aangewezen.

De begrippen weg, spoorweg en industrieterrein zijn in artikel 1 van de Wet geluidhinder gedefinieerd. Voor industrieterreinen moeten op grond van artikel 40 van de Wet geluidhinder zones zijn aangewezen. Voor wegen en landelijke spoorwegen gelden op grond van de artikelen 74, eerste lid, respectievelijk 106b en 106a, van de Wet geluidhinder van rechtswege zones.

Artikel XXII

Artikel 16, derde en vierde lid, van het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer bevat tweemaal een identieke bepaling. Het vierde lid kan daarom wegens overbodigheid vervallen.

Artikel XXV, onderdeel C

De vastgestelde geluidszone uit 1984 rond de vliegbasis Laarbruch betreft een zone voor militair vliegen. In 1994 werd door de Britse luchtmacht (RAF) aangekondigd dat zij de basis zou gaan verlaten. Sinds die tijd is er door Duitsland gewerkt aan de conversie van het militaire veld naar een vliegveld voor burgerluchtvaart. Hierover bestaat sinds 1995 overleg tussen Duitse autoriteiten en de Nederlandse rijksoverheid. De conversie had tot doel de nadelige economische effecten van het vertrek van de Britten op te vangen.

Uiteindelijk is het militaire gebruik op het vliegveld per 1 januari 2000 gestopt, waarna 20 juni 2001 door Duitsland de vergunning voor het civiele gebruik is afgegeven. In deze vergunning is aangegeven dat er een verdrag komt met Nederland waarin is aangegeven wat maatgevend zal zijn voor het gebruik van het Nederlands luchtruim.

Door de conversie is de geluidsbelasting in de loop der jaren sterk afgenomen. De nu vastgestelde zone voor het civiele gebruik is aanzienlijk kleiner dan de zone voor het militaire gebruik. Om deze reden is besloten tot een verkleining van de geluidszone.

Op 29 april 2003 is er een verdrag tot stand gekomen tussen Nederland en Duitsland waarin is geregeld dat Duitsland de luchtverkeersleiding boven Nederlands grondgebied voor de luchthaven Niederrhein mag regelen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de maximale (milieu-)gevolgen voor Nederland ten gevolge van het burgergebruik van de luchthaven Niederrhein. In dit verdrag is ook de nieuwe geluidscontour opgenomen.

Verder is bepaald dat de vastgestelde geluidszone slechts overschreden mag worden met wederzijds goedvinden van de Verdragsluitende partijen. Duitsland is verantwoordelijk voor de handhaving hiervan. Verder is afgesproken dat de luchthaven Niederrhein dezelfde openingstijden heeft als het vliegveld Maastricht en wordt er een geluidscommissie ingesteld met Nederlandse vertegenwoordiging. Het verdrag is in juni 2005 door Nederland geratificeerd.

Artikel XXV, onderdeel D

Sinds de jaren tachtig is de Britse luchtmacht (RAF) gevestigd op de vliegbasis Brüggen. De geluidszone is gebaseerd op een grote lawaaiige vloot, bestaande uit vier squadrons Tornado’s per jaar en gebruik door transportvliegtuigen. In augustus 2001 heeft de RAF haar activiteiten op de basis gestopt. Het is onwaarschijnlijk dat een zelfde vloot weer in Brüggen zal worden gestationeerd. Over de toekomst van de basis bleef gedurende 2004 onzekerheid. Op dit moment is de basis alleen in gebruik als helikopterbasis. Er zijn geen plannen zijn om hier verandering in te brengen. De locatie Brüggen zal uitsluitend worden gebruikt voor helikopters en als depot; reden waarom thans is gekozen voor een verkleining van de zone tot de kleinste zone, zoals weergegeven in een rapport van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium. Hierover bestaat ook overeenstemming met de gemeente Roermond. Wel is hieraan de voorwaarde verbonden, dat de gemeente zelf verantwoordelijk is voor eventuele nieuwe hindersituaties mocht de basis in de toekomst toch weer in gebruik genomen worden. Concreet betekent dit dat voor de nieuw gebouwde woningen Roermond alsdan de kosten van de isolatie betaalt.

Artikel XXVII, onderdeel A

Deze wijzigingen zijn toegelicht onder 2.4. De invoering van de nieuwe dosismaat voor weg- en spoorwegverkeerslawaai heeft geen inhoudelijke gevolgen voor de toepassing van NEN 5077. De in die norm vastgelegde definities en bepalingsmethode blijven ongewijzigd van toepassing, terwijl de waarde van de geluidwering aangeduid blijft in dB(A). In tabel 3.1 is bij de grenswaarden een extra kolom toegevoegd om onderscheid te kunnen maken tussen de grenswaarden die behoren bij industrielawaai respectievelijk weg- of spoorwegverkeerslawaai. De betreffende grenswaarden worden gerelateerd aan het hogere waardenbesluit. In deze tabel is het onderlinge verschil van 2 decibel tussen dB(A) en dB tot uitdrukking gebracht. Ook is in deze tabel de aansturing van de eis in het nieuwe zevende lid geregeld.

Artikel XXVII, onderdeel B

Met deze wijzigingen zijn enkele begrippen die in de uitvoeringspraktijk aanleiding geven tot misverstanden verduidelijkt. Het betreft met name de zinsnede «de volgens de Wet geluidhinder bepaalde geluidsbelasting». In aansluiting met de systematiek van de Wet geluidhinder is hier bedoeld de volgens de Wet geluidhinder geldende ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, een waarde die bij de voorbereiding van het bestemmingsplan is afgesproken. Deze geluidsbelastingwaarde is vastgelegd in het hogere waardenbesluit dat onderdeel uitmaakt van het bestemmingsplan. Het gaat dan om de maximaal toelaatbare geluidsbelasting op de gevel van het bouwwerk waarin de betreffende gebruiksfunctie ligt. Tevens is de term «geluidniveau» vervangen door «geluidsbelasting». Daarmee sluiten deze voorschriften van het Bouwbesluit 2003 beter aan bij de begripsbepalingen van de Wet geluidhinder.

Niet alleen situaties waarvoor de Wet geluidhinder grenswaarden stelt dienen te voldoen aan de eisen die dit besluit aan de geluidwering van de gevel stelt. Zo valt de beoordeling van woningbouw langs 30 km per uur wegen niet onder de Wet geluidhinder. Woningen die langs die wegen gebouwd worden dienen echter wel aan de in dit besluit opgenomen eisen voor woningen voldoen.

Een andere situatie doet zich voor bij kantoorgebouwen. Bij kantoorgebouwen gaat het uitsluitend om de «geluidsbelasting bepaald volgens de Wet geluidhinder». Alhoewel kantoorgebouwen niet zijn aangemerkt als geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder, moet voor dit soort gebouwen wel van de in die wet opgenomen bepalingsmethode gebruik worden gemaakt. In het nieuwe zevende lid zijn deze situaties geregeld. In geval geluidsgevoelige gebruiksfuncties nabij industrieterreinen of (spoor)wegen gebouwd gaan worden en er geen hogere waardenbesluit is, omdat het bestemmingsplan ontbreekt of nog niet is geactualiseerd, of daar wettelijk geen verplichting toe bestond, dan moeten die bouwwerken toch afdoende geluidisolatie hebben. In die situaties is voor de bepaling van de karakteristieke geluidwering de «geluidbelasting zoals bepaald volgens de Wet geluidhinder» van toepassing. Dat wil zeggen dat de geluidsbelasting overeenkomstig de begripsbepaling en het reken- en meetvoorschrift van de Wet geluidhinder moet worden bepaald. Er is geen sprake van een inhoudelijke wijziging van de eisen.

Artikel XXVIII, onderdelen A, B en C

De verwijzing naar de Wet geluidhinder in artikel 2.4 Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb) is aangepast aan de nieuwe tekst van de Wet geluidhinder.

Door de wijzigingen in artikel 7.1, eerste lid, worden gedeputeerde staten, respectievelijk de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: VROM) adviseur met betrekking tot de aanvraag om een Wm-vergunning voor de inrichting waarvoor burgemeester en wethouders bevoegd zijn en dat is gelegen op een industrieterrein waarvoor gedeputeerde staten, respectievelijk de Minister van VROM, zonebeheerder zijn, respectievelijk is.

De aanwijzing van gedeputeerde staten als adviseur met betrekking tot een aanvraag om een vergunning voor een inrichting die is gelegen op een industrieterrein waaromheen ingevolge hoofdstuk V van de Wet geluidhinder een zone is vastgesteld komt te vervallen.

Door de wijzigingen in artikel 7.2, eerste lid, worden burgemeester en wethouders, respectievelijk de Minister van VROM adviseur met betrekking tot de aanvraag om een Wm-vergunning voor de inrichting waarvoor gedeputeerde staten bevoegd zijn en dat is gelegen op een industrieterrein waarvoor burgemeester en wethouders, respectievelijk de Minister van VROM, zonebeheerder zijn, respectievelijk is.

Artikel XXVIII, onderdeel D

Op grond van artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder worden bij algemene maatregel van bestuur categorieën van inrichtingen aangewezen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken. Hieraan is uitvoering gegeven in artikel 2.4 van het Ivb. In dit artikel worden onder meer inrichtingen voor het vervaardigen van asfalt of asfaltproducten met een capaciteit ten aanzien daarvan van 100.103 kg per uur of meer, hiervoor aangewezen. Indien bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan aan gronden een bestemming wordt gegeven die de mogelijkheid van vestiging van deze inrichtingen insluit, dan dient, daarbij tevens een rond het betrokken terrein gelegen zone te worden vastgesteld, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.

Uit onderzoek blijkt dat de technische ontwikkelingen en actieve bestrijding van geluidhinder aan de bron bij inrichtingen voor het vervaardigen van asfalt of asfaltproducten met een capaciteit ten aanzien daarvan van 100.103 kg per uur of meer, hebben geleid tot een productieproces dat zich vrijwel geheel inpandig afspeelt en derhalve minder geluidsbelasting veroorzaakt. Daarom is besloten om de inrichtingen voor het vervaardigen van asfalt of asfaltproducten in een inpandige eenheid met een capaciteit ten aanzien daarvan van 100.103 kg per uur of meer, niet meer onder de aanwijzing van artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder te laten vallen.

Ten behoeve van deze inrichtingen behoeven de procedures uit hoofdstuk V van de Wet geluidhinder niet meer gevolgd te worden, hetgeen tot minder administratieve lasten leidt. De inrichtingen in een buiten, danwel inpandig opgestelde eenheid, blijven vergunningplichtig op grond van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer en de aanpassing leidt derhalve niet tot meer of andere nadelige gevolgen voor het milieu dan reeds door de op grond van artikel 8.1 Wet milieubeheer verleende vergunningen zijn toegestaan. Daarnaast blijft gedeputeerde staten van de provincie waarin de inrichting geheel of in hoofdzaak zal zijn of is gelegen, bevoegd te beslissen op de vergunningaanvraag.

Artikel XXIX

Nu de regelgeving met betrekking tot subsidieverlening in het kader van de sanering van verkeerslawaai zal worden opgenomen in een nieuw subsidiebesluit sanering verkeerslawaai dienen de hierop betrekking hebbende bepalingen uit het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer te vervallen. De bepalingen uit Hoofdstuk 2 incidentele subsidies hebben betrekking op de sanering van industrielawaai. Er zijn nog een aantal projecten in het kader van de sanering van industrielawaai welke nog volgens deze bepalingen afgehandeld dienen te worden. Dit zal binnen afzienbare tijd worden afgerond, waarna het de bedoeling is dit hoofdstuk te laten vervallen. Daar er geen nieuwe saneringsgevallen zullen zijn is besloten om dit besluit niet aan te passen aan de wijzigingen van de wet. Hetzelfde geldt voor het Besluit saneringsmaatregelen industrieterreinen 1994.

Artikel XXX

Nu gebleken is dat aan deze bepaling in de praktijk geen uitwerking meer wordt gegeven en tevens is gebleken dat er geen behoefte meer aan bestaat, kan deze wegens overbodigheid vervallen.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven