Besluit van 2 november 2006, houdende wijziging van het reglement van orde voor de ministerraad

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken d.d. 27 oktober 2006, nr. 06M487355, handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad voor het Koninkrijk;

Gelet op artikel 10 van het Statuut voor het Koninkrijk en artikel 45 van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het reglement van orde voor de ministerraad wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 komt te luiden:

De minister-president kan, indien een aangelegenheid door een minister die daarvoor in de eerste plaats verantwoordelijk is, niet in de raad aan de orde wordt gesteld, zelf zorg dragen voor de indiening van deze aangelegenheid bij de raad.

B

Artikel 9, tweede lid, komt te luiden:

De voor de raad bestemde stukken worden in het algemeen 7 dagen voor de behandeling in de raad rondgezonden. Zij zijn voorzien van een daartoe bestemd aanbiedingsformulier.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 november 2006

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Uitgegeven de eenentwintigste november 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

In het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het advies van de Raad van State over de gevolgen van de Europese Unie voor de Nederlandse staatsinstellingen (Kamerstukken II 2005/2006, 29 993, nr. 27, p. 8) is vastgesteld dat de minister-president ten behoeve van een slagvaardig bestuur een eigenstandige agenderingsbevoegdheid van generieke aard krijgt door schrapping van de bestaande beperking van deze bevoegdheid («in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad») in artikel 7 van het reglement van orde voor de ministerraad. Deze wijziging geeft hieraan uitvoering.

Tevens wordt in artikel 9, tweede lid, van het reglement van orde de algemene termijn voor rondzending van stukken voor de raad gewijzigd in 7 dagen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Naar boven