Wet van 20 oktober 2006 tot wijziging van de Gezondheidswet in verband met de verlening van de bevoegdheid tot onderzoek, opneming en monsterneming, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht, aan het Staatstoezicht op de Volksgezondheid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Gezondheidswet zodanig te wijzigen dat de bevoegdheid tot onderzoek, opneming en monsterneming, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht, eveneens toekomt aan het Staatstoezicht op de Volksgezondheid;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 39 van de Gezondheidswet wordt na «5:17» ingevoegd:, 5:18.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 20 oktober 2006

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de zestiende november 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 30 632

Naar boven