Wet van 20 oktober 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de eenmalige uitbetaling van de tegemoetkoming voor het tarief voor de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie in 2006

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat in verband met de uitbetaling van de tegemoetkoming voor het tarief voor de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie in 2006 door de netbeheerders wijziging van de Elektriciteitswet 1998 is vereist;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 16b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16ba

  • 1. Een netbeheerder heeft in het kader van het beheer van de netten in het voor hem krachtens artikel 36 vastgestelde gebied tot taak de hoogte van het tarief dat ingevolge artikel 72ab, eerste lid, voor het jaar 2006 is vastgesteld uit te keren aan afnemers die op 1 september 2006 beschikken over een aansluiting op een net met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 3*80 A, tenzij het betreft een afnemer die beschikt over een aansluiting als bedoeld in artikel 72aa, derde lid.

  • 2. Netbeheerders hebben aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten, rechtstreeks voortvloeiend uit de in het eerste lid bedoelde taak.

  • 3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot:

    a. de informatievoorziening, de datum van uitbetaling en de wijze waarop wordt uitbetaald;

    b. de inrichting van de administratie die netbeheerders moeten voeren in verband met de in het eerste lid genoemde taak;

    c. de informatie die de netbeheerders verstrekken aan Onze Minister in verband met de in het eerste lid genoemde taak;

    d. de vaststelling van en de tegemoetkoming in de kosten voor de uitvoering van de in het eerste lid genoemde taak.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 20 oktober 2006

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

J. G. Wijn

Uitgegeven de zevende november 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 30 675

Naar boven