Wet van 28 september 2006 tot wijziging van enige artikelen van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (specialistenregisters)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is wijzigingen aan te brengen in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de Aanwijzingen voor de regelgeving;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

  • 5. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder erkend specialistenregister verstaan een specialistenregister ten aanzien waarvan artikel 14, eerste lid, is toegepast, dan wel een specialistenregister dat met toepassing van artikel 16 in het leven is geroepen.

B

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

  • 1. Indien een organisatie van beoefenaren van een beroep als bedoeld in artikel 3, voor de inschrijving van beroepsbeoefenaren die een bijzondere deskundigheid hebben verworven met betrekking tot de uitoefening van een deelgebied van hun beroep, een specialistenregister heeft en daaraan een titel is verbonden, kan Onze Minister bepalen dat die titel als wettelijk erkende specialistentitel wordt aangemerkt. Een aanvraag daartoe wordt gedaan door het bestuur van de organisatie; het bestuur kan de bevoegdheid daartoe overdragen aan het orgaan, bedoeld in het tweede lid, onder d.

  • 2. Een dergelijk besluit neemt Onze Minister uitsluitend indien dat wenselijk is ter bevordering van de goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg en indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a. de organisatie is, naar het oordeel van Onze Minister, voldoende representatief voor de beoefenaren van het betrokken beroep;

    b. de organisatie is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid;

    c. de organisatie stelt regels waarin in ieder geval worden vastgelegd

    – de procedure voor de besluitvorming binnen de organisatie met betrekking tot het instellen van een specialistenregister,

    – de taken en samenstelling van de verschillende organen en

    – het bedrag dat, ter dekking van de kosten, voor de behandeling van een aanvraag voor inschrijving en voor erkenning van een opleidingsinstelling, onderscheidenlijk opleider, is verschuldigd;

    d. de organisatie kent een orgaan dat

    – belast is met het besluit tot instelling van een specialistenregister, en

    – regels stelt met betrekking tot de eisen die gesteld worden aan de inschrijving als specialist en aan de erkenning van opleidingsinstellingen, onderscheidenlijk opleiders, voor een specialisme;

    e. de organisatie kent tevens een orgaan dat is belast met

    – de inschrijving van specialisten,

    – de erkenning van opleidingsinstellingen, onderscheidenlijk de opleiders en

    – het toezicht op de uitvoering van de regels door de erkende opleidingsinstellingen, onderscheidenlijk opleiders.

  • 3. Een door een orgaan als bedoeld in het tweede lid, onder d, vastgestelde regeling is in overeenstemming met de bij of krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gestelde regels en de op 21 juni 1999 te Luxemburg totstandgekomen Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds, over het vrije verkeer van personen (Trb. 2000, 16 en 86).

  • 4. De regelingen, bedoeld in het tweede lid, onder c en d, behoeven de instemming van Onze Minister; de instemming kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

  • 5. Inschrijving in een erkend specialistenregister is niet afhankelijk van het lidmaatschap van de organisatie.

  • 6. Inschrijving in een erkend specialistenregister is uitsluitend mogelijk voor personen die in het betrokken register zijn ingeschreven.

  • 7. Aan een ieder die zulks verlangt wordt door de beheerder van een erkend specialistenregister meegedeeld of een persoon in het specialistenregister is ingeschreven.

  • 8. Onze Minister kan organen van de organisatie met betrekking tot de in dit artikel bedoelde taken in verband met bindende besluiten van de Europese Gemeenschap alsmede ter bevordering van de goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg aanwijzingen van algemene aard geven. Alvorens daartoe over te gaan hoort hij het betrokken orgaan. Een aanwijzing kan niet inhouden dat een specialistenregister voor een bepaald deelgebied tot stand dient te worden gebracht.

  • 9. Onze Minister kan een op grond van het eerste lid genomen besluit intrekken indien niet meer wordt voldaan aan het bepaalde in dit artikel.

  • 10. De organen van de organisatie verstrekken desgevraagd aan Onze Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. Onze Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

  • 11. Onze Minister zendt elke vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de in het tweede lid, onder e, bedoelde organen.

  • 12. In de Staatscourant wordt mededeling gedaan van:

    a. de besluiten van Onze Minister krachtens het eerste, vierde, achtste en negende lid;

    b. vaststelling en wijziging van een regeling als bedoeld in het tweede lid, onder c en d.

C

In artikel 15 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het eerste lid wordt vervangen door:

  • 1. Een regeling als bedoeld in artikel 14, tweede lid, onder d, kan mede inhouden dat een inschrijving als specialist geschiedt voor een bij de regeling bepaalde periode en dat de inschrijving slechts plaatsvindt indien degene die de opleiding tot specialist heeft voltooid gedurende een bij die regeling bepaald tijdvak, voorafgaande aan de indiening van de aanvraag tot inschrijving, regelmatig op het desbetreffende deelgebied van de beroepsuitoefening werkzaam is geweest dan wel in die periode overeenkomstig het bepaalde in die regeling scholing heeft gevolgd.

2. Het derde lid wordt vervangen door:

  • 3. In gevallen waarin toepassing is gegeven aan artikel 14, eerste lid, is de beroepsorganisatie gehouden van elke inschrijving als specialist en van elke doorhaling van een zodanige inschrijving opgave te doen aan Onze Minister. Van elke inschrijving en van elke doorhaling van een inschrijving wordt een gedagtekende aantekening in het register geplaatst. Indien een inschrijving als specialist is doorgehaald op grond van een regeling als bedoeld in het eerste lid, vindt de in de eerste en tweede volzin bedoelde opgave, onderscheidenlijk aantekening, alleen plaats indien de desbetreffende persoon niet binnen vier weken na de doorhaling wederom als specialist is ingeschreven.

3. In het vierde lid wordt het woord «erkend» vervangen door: ingeschreven.

4. In de eerste volzin van het vijfde lid wordt het woord «erkenning» vervangen door: inschrijving.

5. De tweede volzin van het vijfde lid komt te luiden: Van elke doorhaling of schorsing van een inschrijving in het register wordt mededeling gedaan aan de betrokken organisatie.

D

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16

Indien op een bepaald deelgebied van een beroep als bedoeld in artikel 3 geen erkend specialistenregister bestaat en zulks in verband met bindende besluiten van de Europese Gemeenschap wel noodzakelijk is, dan wel dat ter bevordering van de goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg gewenst is, kunnen bij algemene maatregel van bestuur ter zake regels worden gesteld. Artikel 15 is op een bij die regels in het leven geroepen specialistenregister van overeenkomstige toepassing.

E

Artikel 17, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het recht om een specialistentitel te voeren is voorbehouden aan degenen die zijn ingeschreven in het desbetreffende erkende specialistenregister.

ARTIKEL II

  • 1. Specialistentitels die vóór de inwerkingtreding van deze wet zijn aangemerkt als een wettelijk erkende specialistentitel, worden aangemerkt als een, met toepassing van het nieuwe artikel 14, eerste lid, door Onze Minister wettelijk erkende specialistentitel.

  • 2. Regelingen als bedoeld in artikel 14, tweede lid, onder c en d, welke door Onze Minister zijn goedgekeurd vóór de inwerkingtreding van deze wet, worden aangemerkt als een, met toepassing van het nieuwe artikel 14, vierde lid, goedgekeurde regeling. Voor zover de regelingen strijdig zijn met deze wet worden ze binnen twee jaren na inwerkingtreding van deze wet daarmee in overeenstemming gebracht.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 28 september 2006

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de vierentwintigste oktober 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 30 207

Naar boven