Besluit van 14 september 2006 tot verhoging van het basiskinderbijslagbedrag en
van enige rangordebedragen
Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van
29 juni 2006, nr. SV/V&G/06/53376;
Gelet op
artikel 13, vierde lid, van de Algemene
Kinderbijslagwet en artikel IV,
zesde lid, van de Wet van 22 december 1994 tot nadere wijziging
van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet en de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten (Stb. 957);
De Raad van State gehoord (advies van
13 juli 2006, nr. W12.06.0246/IV);
Gezien het nader rapport van de
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 september
2006, nr.
SV/V&G/06/74485;
Hebben goedgevonden en
verstaan:
Artikel 1
Het
basiskinderbijslagbedrag, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de
Algemene Kinderbijslagwet wordt verhoogd tot € 267,02 per
kind.
Artikel 2
De
rangordebedragen, bedoeld in artikel 12, vierde lid, onderdeel b, c en
d, van de Algemene Kinderbijslagwet, zoals dat artikel luidde voor de
inwerkingtreding van de Wet van 22 december 1994 tot nadere
wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet en de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 957) worden verhoogd tot
respectievelijk € 333,53, € 408,81 en
€ 469,14 per kind.
Artikel 3
Dit besluit
treedt in werking met ingang van 1 oktober
2006.
Artikel 4
Dit besluit
wordt aangehaald als: Besluit bijzondere verhoging kinderbijslag
2006.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot’s-Gravenhage, 14
september
2006
Beatrix
De
Staatssecretaris van
Sociale Zaken en
Werkgelegenheid,
H. A.
L. van Hoof
Uitgegeven de zesentwintigste september 2006
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
1.
Inleiding
Het kabinet heeft bij de
voorbereiding van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid voor het jaar 2007 besloten tot een verdere verbetering
van de inkomenspositie van gezinnen met kinderen in dat jaar. De
aantrekkende economie biedt voor deze verbetering in 2007 ook ruimte.
De inkomensverbetering wordt vormgegeven door middel van extra
verhoging van de kinderbijslag met ingang van 1 oktober 2006.
Het onderhavige besluit voorziet hierin.
2. Extra verhoging
kinderbijslag
Het kabinet heeft besloten
tot een extra verhoging van de kinderbijslag met ingang van
1 oktober 2006. Het gaat om een extra beleidsmatige verhoging
van de kinderbijslagbedragen, halverwege de periode tussen de
gebruikelijke aanpassingen per 1 juli 2006 en 1 januari
2007 aan de hand van de consumentenprijsindex in.
Voor de
ingangsdatum van 1 oktober 2006 is gekozen, zodat
– vanwege het feit, dat kinderbijslag per kwartaal
achteraf wordt betaald – de verhoging reeds per
1 januari 2007 tot uitbetaling kan komen. De verhoging komt neer
op een extra verhoging van de kinderbijslag met € 41,60
per kind per jaar op kasbasis voor kinderen tussen 12 en 18 jaar. Voor
kinderen in de leeftijd van 6 tot en met 11 jaar bedraagt de extra
verhoging op jaarbasis 85% daarvan (€ 35,36) en voor
kinderen tot 6 jaar 70% (€ 29,12). De extra verhoging
geldt voor alle kinderen in de respectievelijke
leeftijdscategorieën en kan zonder extra inspanningen door de
Sociale verzekeringsbank worden uitgevoerd.
3. Nieuwe
bedragen
Het basiskinderbijslagbedrag,
bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet,
zal met ingang van 1 oktober 2006 € 267,02 per
kwartaal bedragen. De rangordebedragen zullen met ingang van
1 oktober 2006 per kwartaal bedragen:
€ 267,02 voor het eerste kind (is gelijk aan het
basiskinderbijslagbedrag),
€ 333,53 voor het
tweede en derde kind,
€ 408,81 voor het vierde,
vijfde, zesde en zevende kind, en
€ 469,14 voor
het achtste en elk volgende kind.
Met ingang
van 1 januari 2007 worden de hierboven genoemde nieuwe
basiskinderbijslag- en rangordebedragen, op grond van artikel 13,
tweede lid, van de AKW wederom aangepast. Dat gebeurt op de
gebruikelijke wijze aan de hand van de
consumentenprijsindex.
4. Financiële
gevolgen
De extra verhoging van het
basiskinderbijslagbedrag en van de rangordebedragen gaat gepaard met
financiële effecten, zoals weergegeven in onderstaande
tabel:
Toename uitkeringslasten
AKW2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|
*
€ 1
mln |
125 | 125 | 124 | 124 | 123 |
Deze lasten worden gefinancierd
uit de ruimte die hiervoor bij de begrotingsvoorbereiding voor het jaar
2007 binnen het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt is
gereserveerd.
5.
Inwerkingtreding
Zoals in paragraaf 2 van
deze nota van toelichting is aangegeven, heeft het kabinet besloten de
extra verhoging te laten ingaan op 1 oktober
2006.
De
Staatssecretaris van
Sociale Zaken en
Werkgelegenheid,
H. A.
L. van
Hoof
XHistnoot
Het
advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van
artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de
Raad van State, omdat het zonder meer instemmend
luidt.