Besluit van 31 augustus 2006, houdende wijziging van het Opiumwetbesluit ter
uitvoering van artikel 11, vijfde lid, van de
Opiumwet
Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 juni
2006, kenmerk VGP/ADT 2692988, gedaan in overeenstemming met Onze
Minister van Justitie;
Gelet op
artikel 11, vijfde lid, van de
Opiumwet;
De
Raad van State gehoord (advies van 13 juli 2006, nr.
W13.06.0233/III);
Gezien het nader rapport van Onze
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 augustus
2006, kenmerk VGP/ADT 2707057, uitgebracht in overeenstemming met Onze
Minister van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Aan artikel 1 van het
Opiumwetbesluit wordt, onder
plaatsing van het cijfer 1 voor de bestaande tekst, een lid toegevoegd,
luidende:
2. De
hoeveelheid middelen, bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de wet,
betreft 500 gram hennep, 200 hennepplanten of 500 eenheden van een
ander middel als bedoeld in de bij de wet behorende lijst
II.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin het wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot’s-Gravenhage, 31
augustus
2006
Beatrix
De
Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
J.
F. Hoogervorst
Uitgegeven de eenentwintigste september 2006
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Op grond van artikel 11, vijfde lid, van de
Opiumwet moet bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald wat
wordt verstaan onder een grote hoeveelheid van een middel dat staat op
lijst II van de Opiumwet. Het onderhavige besluit geeft hieraan
uitvoering. Gelet op het streven van ondergetekenden om de bepalingen
die op het niveau van de algemene maatregel van bestuur uitvoering
geven aan de Opiumwet zoveel mogelijk op te nemen in het
Opiumwetbesluit, voorziet ook het onderhavige wijzigingsbesluit in
zodanige opneming.
Zoals in de memorie van toelichting bij de
wijziging van de Opiumwet reeds is aangegeven, is het begrip
«grote hoeveelheid» afkomstig van artikel 4, tweede lid,
onder a, van kaderbesluit nr. 2004/757/JBZ van de Raad van de Europese
Unie van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van
minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare
feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale
drugshandel (PbEU L 335). Voorts zijn in deze memorie van toelichting
de hoeveelheden waar het om gaat, genoemd.
De voorgestelde
wijziging van het Opiumwetbesluit geeft concreet aan op welke
hoeveelheid van welke softdrugs de strafbepaling van artikel 11, vijfde
lid, van de Opiumwet van toepassing is.
Daarvoor wordt
aangesloten bij de criteria die het Openbaar Ministerie (OM) hanteert
in het kader van het opsporingsbeleid met betrekking tot softdrugs. In
het kader van het opsporingsbeleid terzake het illegaal aanwezig hebben
van hennep (de coffeeshopvoorraad) hanteert het OM een ondergrens van
501 gram. In het kader van het opsporingsbeleid terzake de hoeveelheid
hennepplanten die op een bepaalde, zich niet in de openlucht
bevindende, plek worden geteeld, is de ondergrens 201 exemplaren. Ten
derde is aangesloten bij de ondergrens van 501 pillen of andere
farmaceutische vormen waarin andere softdrugs dan hennep die zijn
geplaatst op lijst II van de Opiumwet, illegaal aanwezig zijn. Daarbij
gaat het voornamelijk om middelen die zijn verwerkt in geneesmiddelen
en die normaliter worden gebruikt na te zijn voorgeschreven op
recept.
De invulling van het begrip «grote
hoeveelheid» is een vorm van begripsbepaling en wordt derhalve
ondergebracht in hoofdstuk I van het Opiumwetbesluit.
De Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
J.
F. Hoogervorst
XHistnoot
Het advies van de Raad van
State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid
j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat
het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat.