Besluit van 16 augustus 2006 tot wijziging van drie besluiten in verband met een wijziging in de benaming van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 7 juli 2006, nr. HDJZ/AWW/2006-994, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 17 en 159, aanhef en onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 47 van de Wet vervoer binnenvaart;

De Raad van State gehoord (advies van 17 juli 2006, nr. W09.06.0279/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 4 augustus 2006, nr. HDJZ/AWW/2006-1199, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 38 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer vervalt «van de divisie Vervoer».

ARTIKEL II

In artikel 3, eerste lid, van het besluit van 7 april 1995, houdende aanwijzing van ambtenaren belast met opsporing als bedoeld in artikel 159, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994 vervalt «van de divisie Vervoer».

ARTIKEL III

In artikel 25, tweede lid, onder 3°, van het Besluit vervoer binnenvaart vervalt «de divisie Vervoer van».

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 16 augustus 2006

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Uitgegeven de negentiende september 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Het onderhavige besluit bevat een technische aanpassing van een drietal besluiten. Het gaat om het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, het besluit van 7 april 1995, houdende aanwijzing van ambtenaren belast met opsporing als bedoeld in artikel 159, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit vervoer binnenvaart.

In 2001 zijn de verschillende inspectieonderdelen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat opgegaan in de Inspectie Verkeer en Waterstaat, zoals die op 1 juli van dat jaar is ingesteld. Voor de verschillende inspectieonderdelen zijn bij de reorganisatie van 2001 divisiebenamingen ingevoerd. Het gaat om de divisie Luchtvaart, de divisie Rail, de divisie Scheepvaart en de divisie Vervoer. Als gevolg van deze reorganisatie was aanpassing van de wetgeving nodig.

Inmiddels heeft bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat opnieuw een reorganisatie plaats gevonden waarbij de divisiebenamingen zijn verdwenen en zogenaamde Toezichtseenheden zijn ingesteld. Hierdoor is opnieuw een aanpassing van de regelgeving nodig. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat geleid heeft tot de wet van 4 maart 2004 houdende wijziging van een aantal wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Stb. 117; zie Kamerstukken II 2002/2003, 29 011, nr. 3) is uiteengezet dat de attributie- en mandaatstructuur binnen de huidige regelgeving wordt herzien. Gelet op de jongste reorganisatie en eventuele toekomstige veranderingen binnen de organisatie van de inspectie wordt voorgesteld toezichthoudende bevoegdheden te attribueren aan de ambtenaren van de inspectie. Bij de formulering is gekozen voor «de door Onze Minister aangewezen ambtenaren van de Inspectie Verkeer en waterstaat», zodat de verschillende onderdelen, indien gewenst, op een lager niveau bij naam aangeduid kunnen worden.

Het onderhavige besluit ziet niet op de divisie Scheepvaart, aangezien voor deze afdeling een wetsvoorstel in ontwikkeling is dat de divisiebenaming op wetsniveau laat vervallen. Nu dit voorstel nog in ontwikkeling is, kunnen de besluiten waarin «divisie Scheepvaart» voorkomt nog niet aangepast worden. Aangezien de reorganisatie bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat reeds heeft plaatsgevonden, is het wenselijk de benodigde aanpassingen zo spoedig mogelijk te realiseren. Dit is dan ook de reden dat in het onderhavige besluit aanpassingen plaatsvinden voor wat betreft de «divisie Vervoer». De overige benamingen, «divisie Luchtvaart» en «divisie Rail» zijn wel meegenomen in de voorbereiding van dit besluit, maar bleken niet voor te komen in een algemene maatregel van bestuur.

Het ontwerpbesluit is overeenkomstig artikel 2b van de Wegenverkeerswet 1994 op 23 mei 2006 (Kamerstukken II 2005/2006, 30300 XII, nr. 52) overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal. Dit heeft niet tot een reactie geleid.

De onderhavige wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van Sate, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven