Besluit van 16 augustus 2006, houdende wijziging van het Besluit solvabiliteitsmarge verzekeringsbedrijf 1994 in verband met de invoering van de Zorgverzekeringswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 5 juli 2006, no. FM 2006-01575 M;

Gelet op artikel 68, eerste, tweede, vierde en zesde lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993;

De Raad van State gehoord (advies van 20 juli 2006, no. W06.06.0306/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 8 augustus 2006, no. FM 2006-01838 U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit solvabiliteitsmarge verzekeringsbedrijf 1994 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 12a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12b

  • 1. Voor het boekjaar 2006 wordt het minimumbedrag van de solvabiliteitsmarge voor schadeverzekeraars die zorgverzekeringen als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet of de daarop aanvullende ziektekostenverzekeringen uitvoeren, bepaald op de wijze, bedoeld in artikel 1, met dien verstande dat bij de berekening, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, van dat artikel niet wordt uitgegaan van de afgelopen drie boekjaren, maar van het boekjaar 2006.

  • 2. Voor de bepaling van het minimumbedrag van de solvabiliteitsmarge, bedoeld in het eerste lid, blijft artikel 1, zesde lid, buiten toepassing.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 16 augustus 2006

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de vijfde september 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

De invoering van de Zorgverzekeringswet heeft in veel gevallen geleid tot aanmerkelijke verschuivingen in de portefeuillesamenstelling bij zorgverzekeraars, zowel in de zorgverzekering als in de aanvullende ziektekostenverzekering. Als gevolg daarvan blijkt het ingevolge het Besluit solvabiliteitsmarge verzekeringsbedrijf 1994 vastgelegde te middelen schadeverleden van drie boekjaren om fluctuerende solvabiliteitseisen te voorkomen voor zorgverzekeraars in de praktijk niet dat gewenste effect te hebben.

De geboekte bruto schaden in de boekjaren 2005 en 2004 hebben als gevolg van de stelselwijziging nauwelijks nog een relatie met de geboekte bruto schade in 2006. Het middelen van de schaden van de afgelopen drie boekjaren schiet daardoor zijn doel voorbij en is ongeschikt om een goed beeld te krijgen van de solvabiliteitspositie van de zorgverzekeraar.

Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandsche Bank hebben op grond van het voorgaande aangegeven dat de boekjaren van voor de stelselwijziging niet zouden moeten worden betrokken in de solvabiliteitsberekening. Daarom wordt in artikel 12b geregeld dat er voor het afvlakken van het grillige verloop van de geboekte bruto schade geen boekjaren worden gebruikt van voor de stelselwijziging. Voor het boekjaar 2006 betekent dit dat geboekte bruto schade van slechts één boekjaar bepalend is voor de berekening van het minimum bedrag aan solvabiliteit. In een algemene maatregel van bestuur, gebaseerd op de Wet op het financieel toezicht zal voor het boekjaar 2007 worden bepaald dat de geboekte bruto schade van de afgelopen twee boekjaren bepalend zal zijn. Vanaf 2008 zijn er weer drie boekjaren beschikbaar en geschiedt de berekening van de solvabiliteitsmarge weer op de reguliere wijze.

Voor de goede orde wordt opgemerkt dat deze afwijkende berekening alleen geldt voor zorgverzekeringen en aanvullende verzekeringen en dus niet voor eventuele andere ziektekostenverzekeringen die een verzekeraar uitvoert.

In artikel 12b, tweede lid, wordt artikel 1, zesde lid, van de berekening uitgezonderd voor het boekjaar 2006, omdat de schadevoorziening van het boekjaar 2005 niet kan worden gebruikt. Deze is immers ook van voor de stelselwijziging.

De aanpassing heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. Dit besluit verandert niets aan de rapportagefrequentie of meldingsplichten.

De Nederlandsche Bank, Zorgverzekeraars Nederland en het Verbond van Verzekeraars onderschrijven de voorgestelde aanpassing.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven