Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met enkele aanpassingen van de wijze van stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsvoorziening

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels betreffende de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsvoorziening om redenen van financiële beheersbaarheid aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Elektriciteitswet 1998 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 31, negende lid, aanhef, komt te luiden:

Onze Minister kan, in aanvulling op de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en voorzover dit onderwerp geen regeling vindt in het bepaalde bij of krachtens artikel 72m, nadere regels stellen over:.

B

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1, eerste lid, onder w, komt te luiden:

w. warmtekrachtkoppeling: de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit of mechanische energie door verstoking van een brandstof, waarvan de warmte nuttig gebruikt wordt, anders dan voor de productie van elektriciteit;.

2. Aan artikel 1, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Productie-installaties voor de opwekking van elektriciteit met behulp van windenergie op het land die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling en die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddelijke nabijheid zijn gelegen, worden geacht te beschikken over één aansluiting.

C

In artikel 16c, eerste lid, wordt de zinsnede «1 MW» vervangen door: 10 MVA.

D

Artikel 16, tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. de milieukwaliteit van de elektriciteitsvoorziening en het doelmatig gebruik van warmte te bevorderen;

E

Artikel 27, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d komt te luiden:

d. iedere afnemer recht heeft te worden aangesloten op het dichtstbijzijnde punt in het net met een bij zijn aansluiting behorend spanningsniveau, met dien verstande dat een afnemer die een aansluiting op het net wenst met een aansluitwaarde groter dan 10 MVA, wordt aangesloten op het dichtstbijzijnde punt in het net waar voldoende netcapaciteit beschikbaar is;

2. Onderdeel f, komt te luiden:

f. een afnemer, niet zijnde een afnemer die een aansluiting op het net wenst met een aansluitwaarde groter dan 10 MVA, recht heeft op een standaardaansluiting, waarbij de aansluitcapaciteit van deze aansluiting is gerelateerd aan de standaard gebruikte nominale aansluitspanning;

3. Toegevoegd wordt een onderdeel luidende:

g. het aansluittarief wordt gebaseerd op de grootte van de aansluitcapaciteit.

F

1. Artikel 31, negende lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. het uitgeven van certificaten voor klimaatneutrale elektriciteit en elektriciteit opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling dan wel het uitgeven van certificaten voor warmte, als bedoeld in artikel 72na, eerste lid, en het beheer van een certificatenrekening onderscheidenlijk het uitgeven van garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit en het beheer van een rekening;

2. Artikel 31, negende lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. het verstrekken van informatie over de certificaten en de garanties van oorsprong ten behoeve van de verstrekking van de in de artikelen 72m en 72na bedoelde subsidie;

G

Artikel 69, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet heeft ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie alsmede ter bevordering van een doelmatig gebruik van warmte tot taak een subsidie te verstrekken als bedoeld in paragraaf 2.2, alsmede de taken te verrichten, bedoeld in paragraaf 2.3.

H

Hoofdstuk 5, paragraaf 2.2 Subsidiëring, wordt vervangen door een paragraaf, luidende:

§ 2.2 Subsidiëring

Artikel 72m
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductiesector op aanvraag een subsidie vertrekken aan:

    a. een op een Nederlands net of een Nederlandse installatie aangesloten producent van duurzame elektriciteit of klimaatneutrale elektriciteit;

    b. een op een Nederlands net of een Nederlandse installatie aangesloten producent ten behoeve van de productie van elektriciteit die is opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot:

    a. de wijze waarop het bedrag dat ten hoogste beschikbaar is voor de verlening van subsidies wordt bepaald;

    b. de wijze waarop het bedrag dat ten hoogste beschikbaar is voor de verlening van subsidies voor een bepaalde activiteit wordt bepaald;

    c. de activiteiten waarvoor de subsidie kan worden verstrekt;

    d. de criteria voor de verstrekking van subsidies;

    e. de voorwaarden waaronder subsidies worden verleend;

    f. de verplichtingen van de subsidie-ontvanger.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot:

    a. het bedrag van de subsidie;

    b. de aanvraag van de subsidie en de besluitvorming daarover;

    c. de vaststelling van de subsidie;

    d. intrekking en wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;

    e. de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten.

  • 4. Onze Minister kan ontheffing verlenen van de regels bedoeld in het tweede en derde lid. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de verlening van een ontheffing.

  • 5. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het ingevolge artikel 72p, eerste en tweede lid, beschikbare bedrag wordt verdeeld in de volgorde van rangschikking. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels hierover gesteld.

  • 6. Een krachtens het tweede, derde of vierde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.

Artikel 72n
  • 1. Onze Minister stelt ieder jaar, na overleg met Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, bij ministeriële regeling het bedrag vast dat ten hoogste beschikbaar is voor de verlening van subsidies als bedoeld in artikel 72m, eerste lid.

  • 2. Binnen het bedrag, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister bij ministeriële regeling het bedrag vaststellen dat ten hoogste beschikbaar is voor verschillende categorieën producenten of verschillende categorieën productie-installaties.

  • 3. Onze Minister bepaalt bij ministeriële regeling de wijze waarop het beschikbare bedrag, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt verdeeld.

  • 4. De ministeriële regeling, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, wordt ten minste vier weken voordat de regeling wordt vastgesteld, toegezonden aan de Tweede Kamer.

Artikel 72na
  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder warmte: warmte die nuttig wordt aangewend, anders dan voor de productie van elektriciteit.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan op aanvraag een subsidie verstrekken aan een persoon die warmte levert aan een of meer in Nederland gevestigde verbruikers van warmte.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt, nader worden bepaald, alsmede de criteria voor die verstrekking worden vastgesteld.

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorts regels worden gesteld met betrekking tot:

    a. het bedrag van de subsidie en de besluitvorming daarover;

    b. de aanvraag van de subsidie en de besluitvorming daarover;

    c. de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;

    d. de verplichtingen voor de subsidie-ontvanger;

    e. de vaststelling van de subsidie;

    f. intrekking en wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;

    g. de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;

    h. de aanwijzing van een of meer personen die worden belast met het meten van de hoeveelheid geleverde warmte.

  • 5. Onze Minister kan ontheffing verlenen van de regels bedoeld in het derde en vierde lid. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen hiervoor regels worden gesteld.

  • 6. De voordracht voor een krachtens het derde, vierde of vijfde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

  • 7. Over het ontwerp van een krachtens het derde, vierde of vijfde lid vast te stellen regeling voert Onze Minister overleg met representatieve organisaties van marktpartijen.

Artikel 72o
  • 1. Voor zover subsidieverstrekking in strijd is met ingevolge een verdrag voor de staat geldende verplichtingen, kan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet:

    a. een subsidieverlening weigeren;

    b. een subsidie lager vaststellen dan overeenkomstig de subsidieverlening;

    c. een subsidieverlening of subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen.

  • 2. Bij de vaststelling, intrekking of wijziging kan worden bepaald, dat over onverschuldigd betaalde subsidiebedragen een rentevergoeding verschuldigd is.

  • 3. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verstrekt, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 4. De artikelen 4:49, derde lid, en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op de vaststelling, intrekking en wijziging, bedoeld in het eerste lid.

I

Artikel 72aa wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet betaalt de subsidie, bedoeld in de artikelen 72m en 72na, en de door hem en de netbeheerders gemaakte kosten van de uitvoering van deze subsidie geheel of gedeeltelijk uit een tarief voor de milieukwaliteit van de elektriciteitsvoorziening.

2. In het tweede lid wordt na «milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie» ingevoegd: en het doelmatig gebruik van warmte.

3. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van het tweede en derde lid.

J

In artikel 72ad wordt de zinsnede «de vergoeding van de kosten voor een ontheffing als bedoeld in artikel 72s, tweede lid,» vervangen door: de vergoeding van de kosten voor ontheffingen krachtens artikel 72m,.

K

In artikel 77i, eerste lid, onderdeel a, wordt «72z» vervangen door: 72m, tweede, derde of vijfde lid, 72na.

ARTIKEL II

Op aanvragen om subsidie die vóór de inwerkingtreding van deze wet zijn ingediend en op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze wet zijn verstrekt, blijft het bepaalde bij of krachtens Hoofdstuk 5, paragraaf 2.2, van de Elektriciteitswet 1998 van toepassing zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidde, met dien verstande dat slechts subsidie wordt verstrekt voor de hoeveelheid opgewekte elektriciteit die overeenkomt met de in artikel 72r, tweede lid, onder a, genoemde raming.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 28 juni 2006

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

J. G. Wijn

Uitgegeven de zeventiende augustus 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 30 305

Naar boven