Besluit van 28 juni 2006 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet wijziging WW-stelsel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 juni 2006, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/WV/06/53136;

Gelet op artikel XIII van de Wet wijziging WW-stelsel;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

  • 1. De artikelen van de Wet wijziging WW-stelsel treden in werking met ingang van 1 oktober 2006, met uitzondering van de artikelen I, onderdelen aA, A, Aa, bB, H, onder 2, N, O, onder 3 en 4, P, Pa, T, onder 3 tot en met 6, X, Ya, Yb, AAa, CCa, EE, JJ, onder 2, LL, OOa, OOb, OOc, PPa, PPb, QQ, WW, XX en YY, II, onderdeel B, onder 2 en 3, III, onderdelen aA, C, D, en E, IV, onderdeel A, V, onderdeel A, VIII, onderdelen A, C, onder 2, en D, onder 2, IX, onderdelen A, B, het in onderdeel C, onder 2, voorgestelde artikel 45, achtste lid, van de Ziektewet, D, en E, XIII en XIV van die wet.

  • 2. De artikelen I, onderdelen aA, bB, Pa, AAa, JJ, onder 2, XIII en XIV van de Wet wijziging WW-stelsel treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 3. De artikelen I, onderdelen Aa, Ya, Yb, OOa, OOb, OOc, PPa, PPb, XX en YY, V, onderdeel A, en VIII, onderdeel D, onder 2, van de Wet wijziging WW-stelsel treden in werking met ingang van 1 juli 2006.

  • 4. De artikelen I, onderdelen A, N, onder 1 en 3 tot en met 7, P, X en CCa, III, onderdeel aA, en IV, onderdeel A, van de Wet wijziging WW-stelsel treden in werking met ingang van 1 januari 2007.

  • 5. De artikelen I, onderdelen H, onder 2, N, onder 2, O, onder 3 en 4, T, onder 3 tot en met 6, EE, QQ, WW, VIII, onderdelen A en C, onder 2, en IX, onderdelen A, B, het in onderdeel C, onder 2, voorgestelde artikel 45, achtste lid, van de Ziektewet, D, en E, van de Wet wijziging WW-stelsel treden in werking met ingang van 1 mei 2007.

  • 6. De onderdelen C, D en E van artikel III van de Wet wijziging WW-stelsel treden in werking met ingang van 1 januari 2008.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 juni 2006

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de negenentwintigste juni 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel XIII van de Wet wijziging WW-stelsel voorziet in de mogelijkheid dat de artikelen van die wet in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In het onderhavige besluit wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

De artikelen van de Wet wijziging WW-stelsel (hierna: de Wet) treden op verschillende data in werking. Een toelichting wordt hieronder gegeven.

Hoofdregel inwerkingtreding met ingang van 1 oktober 2006

Het grootste deel van de Wet treedt in werking met ingang van 1 oktober 2006. Dit betreft met name de wijziging van de polisvoorwaarden (recht, hoogte en duur) in de Werkloosheidswet (hierna: WW), de wijziging van de verwijtbaarheidstoets en de inwerkingtreding van enige dereguleringsvoorstellen zoals de wijziging van hoofdstuk IV van de WW. Bij de formulering van de inwerkingtredingsbepaling van de Wet is die datum dan ook als uitgangspunt genomen. Verschillende onderdelen van de Wet dienen evenwel op andere momenten in werking te treden. Onderstaand wordt aangegeven welke onderdelen van de Wet dit betreft en op welke datum die onderdelen in werking zullen treden. Als uitgangspunt wordt hierbij genomen de inwerkingtredingsdatum, daaronder wordt een aanduiding gegeven van het betreffende onderwerp.

Inwerkingtreding met ingang van dag na datum uitgifte van het Staatsblad

Om de inzichtelijkheid van de verschillende artikelen te vergroten zullen voortaan in de WW de afkortingen voor «Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen» en «Centrale organisatie werk en inkomen» (UWV en CWI) worden gebruikt. De desbetreffende wijzigingen dienen voor de inwerkingtreding van de overige inhoudelijke bepalingen van de Wet in werking te treden, om te voorkomen dat zich anders wetstechnische problemen zullen voordoen bij de omzetting. Dit betreft artikel I, onderdelen aA, bB, Pa en JJ, onder 2. De in artikel I, onderdeel AAa, opgenomen wijziging heeft betrekking op een foutieve verwijzing naar de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI) in artikel 42, vierde lid, van de WW. Het is wenselijk die omissie zo snel mogelijk te herstellen.

Aangezien de eerste onderdelen van de Wet al in werking dienen te treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, geldt dit ook voor de inwerkingtredingsbepaling (artikel XIII) en de citeertitel (artikel XIV).

Inwerkingtreding per 1 juli 2006

Startende zelfstandige vanuit de WW

Rekening houdend met de uitvoeringstechnische voorbereidingen treden de artikelen die erop zien om de mogelijkheden te verruimen om startende zelfstandigen vanuit een WW-uitkering te faciliteren, in werking met ingang van 1 juli 2006. Dit betreft ten eerste een wijziging van diverse WW-artikelen (zie artikel I, onderdelen Aa, Ya, Yb, PPa, PPb, XX en YY), van artikel 30 van de Wet SUWI (artikel V, onderdeel A) en van artikel 108 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) (artikel VIII, onderdeel D, onder 2).

Zelfde reïntegratie-instrumentarium voor overheidswerknemers als voor de overige WW’ers

De artikelen die erop zien om voor overheidwerknemers hetzelfde reïntegratie-instrumentarium van toepassing te doen zijn als voor de overige WW-ers treden eveneens per 1 juli 2006 in werking. Het is wenselijk de werkloze overheidswerknemers zo snel mogelijk hetzelfde reïntegratie-instrumentarium te bieden als de WW-gerechtigden uit de marktsector, waarbij rekening wordt gehouden met de uitwerking van de benodigde lagere regelgeving. Dit betreft een wijziging van de artikelen 72a, 73 en 76a van de WW (artikel I, onderdelen OOa, OOb en OOc).

Inwerkingtreding per 1 januari 2007

Arbeidsverhouding overheidswerknemer

Artikel 7 van de WW zal pas per 1 januari 2007 vervallen, omdat het bij nader inzien wenselijk is om in verband met het vervallen van dat artikel, artikel 6 van de WW te wijzigen. Met die wijziging wordt buiten twijfel gesteld dat gewezen overheidswerknemers met recht op wachtgeld gebaseerd op de wachtgeldregelingen zoals die luidden op 31 december 2000 niet in aanmerking komen voor een WW-uitkering terzake van dezelfde arbeidsverhouding. Deze wijziging van artikel 6 van de WW zal pas gerealiseerd kunnen worden met ingang van 1 januari 2007. Het betreft hier artikel I, onderdeel A.

Afschaffen vakantiebonnen en daarmee overeenkomende aanspraken

Een aantal bepalingen met betrekking tot vakantiebonnen en daarmee overeenkomende aanspraken is vanaf 1 januari 2007 niet langer noodzakelijk in de WW. Artikel 34a van de WW kan vervallen omdat het UWV vanaf 1 januari 2006 niet langer vakantiebonnen verstrekt als deel van de uitkering. In verband met de gewenste deregulering wordt ook de zeer sectorspecifieke uitsluitingsgrond van artikel 19, eerste lid, onderdeel e, van de WW, geschrapt (artikel I, onderdeel N). De artikelen waarin wordt verwezen naar artikel 19 worden hierop aangepast. Het betreft de artikelen I, onderdeel N, onder 1 en 3 tot en met 7, P, en X, en IV, onderdeel A.

Mantelzorgforfait

De artikelen die betrekking hebben op de invoering van het mantelzorgforfait (de artikelen I, onderdeel CCa en III, onderdeel aA) treden per 1 januari 2007 in werking. Bij ministeriële regeling zal worden vastgesteld vanaf welk kalenderjaar het mantelzorgforfait daadwerkelijk zal gaan gelden. In ieder geval zal het mantelzorgforfait zo snel mogelijk worden ingevoerd. De uitvoeringstechnische mogelijkheden hiertoe spelen daarbij een doorslaggevende rol.

Inwerkingtreding per 1 mei 2007

Zieke werklozen

In de Wet wordt geregeld dat zieke werklozen tijdens de eerste dertien weken van ziekte een WW-uitkering blijft ontvangen. Pas na deze dertien weken krijgt de zieke werkloze recht op een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Om uitvoeringstechnische redenen zullen de desbetreffende wijzigingen in werking treden met ingang van 1 mei 2007. Het betreft de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen N, onder 2, O, onder 4, T, onder 3 tot en met 6, EE, QQ, WW, (de WW) artikel VIII, onderdelen A en C, onder 2 (de Wfsv) en artikel IX, onderdelen A, B, het in onderdeel C, onder 2, voorgestelde artikel 45, achtste lid, van de ZW, D, en E, (de ZW) van de Wet.

Premiegroepen sectorfondsen

Per 1 januari 2006 is een model voor premiegroepen in de sectorfondsen ingevoerd en gelijktijdig de regeling voor cyclische werkloosheid (zoals neergelegd in artikel 4b van de Regeling gelijkstelling niet-gewerkte uren met gewerkte uren) geschrapt. In verband met het hierbij van toepassing zijnde overgangsrecht (artikel 4ca van de Regeling gelijkstelling niet-gewerkte uren met gewerkte uren) is het wenselijk dat de wijzigingen met betrekking tot de artikelen die de grondslag vormen voor de regeling voor cyclische werkloosheid en de verwijzing naar deze regeling in artikel 1, onderdeel k, van de Regeling gelijkstelling niet-gewerkte weken met gewerkte weken blijven bestaan tot 1 mei 2007. De artikelen I, onderdeel H, onder 2, (wijziging van artikel 16, zevende lid, van de WW) en onderdeel O, onder 3 (wijziging van artikel 20, vijfde lid, van de WW) zullen daarom per die datum in werking treden.

Inwerkingtreding per 1 januari 2008

De onderdelen C, D en E van artikel III treden in werking met ingang van 1 januari 2008. Het betreft een wijziging van de artikelen 59 en 61 van de Wet WIA en het daarbij behorende overgangsrecht. De onderdelen C en D zien erop de wijzigingen in de WW met betrekking tot hoogte en duur die op 1 oktober 2006 in werking treden, over te nemen in de Wet WIA. Om uitvoeringstechnische redenen is inwerkingtreding van die wijzigingen in de Wet WIA pas mogelijk vanaf 1 januari 2008.

Geen inwerkingtredingsdatum

Wijziging van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

Artikel II, onderdeel B, onder 2 en 3, (wijziging van artikel 9 van de IOAW), zal niet in werking treden. Deze wijziging is namelijk ook opgenomen in de Wet van 30 maart 2006 tot wijziging van de Werkloosheidswet en enige andere wetten in verband met aanscherping van de wekeneis (Stb. 167), die reeds in werking is getreden. De desbetreffende subonderdelen zullen op een later moment worden ingetrokken.

Vakantiebonnen in hoofdstuk IV van de WW

In een enkele sector worden nog vakantiebonnen verstrekt. Het is daarom noodzakelijk artikel 67, onderdeel b, van de WW te handhaven. Het is immers nog mogelijk dat werknemers hun inkomen deels in vakantiebonnen krijgen uitgekeerd. In dat geval dienen bij het bepalen van het recht op uitkering op grond van hoofdstuk IV van de WW de vakantiebonnen op dezelfde wijze te worden behandeld als vakantiegeld en vakantiebijslag. Artikel I, onderdeel LL, zal daarom vooralsnog niet in werking treden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven