Besluit van 7 april 2006 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wijzigingswet houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet (Stb. 1992, 573) in verband met de verlenging van de openstelling van de Uitkeringswet gewezen militairen voor de oudere gewezen militair, die voortijdig de dienst met een recht op wachtgeld zou moeten verlaten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 3 april 2006, nr. D/2006008451;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet alsmede artikel 12, eerste lid, van de Militaire ambtenarenwet 1931;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De artikelen I en II van de Wijzigingswet houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet (Stb. 1992, 573) in verband met de verlenging van de openstelling van de Uitkeringswet gewezen militairen voor de oudere gewezen militair, die voortijdig de dienst met een recht op wachtgeld zou moeten verlaten treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 7 april 2006

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Uitgegeven de negenentwintigste juni 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven