Wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Vreemdelingenwet 2000 te wijzigen in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 16 van de Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt in onderdeel g door een punt komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. de vreemdeling, die niet behoort tot een der categorieën, bedoeld in artikel 17, eerste lid, na verkrijging van rechtmatig verblijf in Nederland nieuwkomer in de zin van de Wet inburgering nieuwkomers zou zijn en niet beschikt over kennis op basisniveau van de Nederlandse taal en de Nederlandse maatschappij.

B

Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het eerste lid, onder h, is niet van toepassing op de vreemdeling die de Surinaamse nationaliteit bezit en die met bij ministeriële regeling vastgestelde bescheiden heeft aangetoond in Suriname of Nederland lager onderwijs in de Nederlandse taal te hebben gevolgd.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Wet inburgering in het buitenland.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 22 december 2005

Beatrix

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

Uitgegeven de eenendertigste januari 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 29 700

Naar boven