Besluit van 19 mei 2006, houdende aanvulling van de privileges en immuniteiten geregeld in de Wet HCNM

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 24 maart 2006, nr. DJZ/BR/0209-2006;

Gelet op artikel 16 van de Wet HCNM;

De Raad van State gehoord (advies van 4 mei 2006, No. W02.06.0092/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 15 mei 2006, nr. DJZ/BR/0545-2006;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Functionarissen van de HCNM, bedoeld in artikel 1, eerste lid aanhef en onder d, van de Wet HCNM genieten dezelfde voorrechten en privileges als worden toegekend aan de administratieve en technische staf van overeenkomstige rang van een diplomatieke missie met overeenkomstige toepassing van het op 18 april 1961 tot stand gekomen Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer en daarbij behorende Protocollen. Het voorgaande is niet van toepassing op functionarissen die in het bezit zijn van het Nederlandse staatsburgerschap of duurzaam in Nederland verblijven.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit HCNM.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 19 mei 2006

Beatrix

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

Uitgegeven de twintigste juni 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Nederland heeft mede door een actief wervingsbeleid voor internationale organisaties inmiddels ruim 30 Internationale Organisaties (IO’s) binnen zijn grenzen. De Nederlandse regering staat een ruimhartig en aantrekkelijk vestigingsklimaat voor ten aanzien van deze organisaties. Daarom heeft het kabinet op 22 april 2005 in het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) over dit onderwerp een aantal maatregelen aangekondigd.

Een van de elementen uit het kabinetsstandpunt betreft de privileges en immuniteiten van medewerkers van IO’s. Om zo veel mogelijk eenvormigheid aan te brengen, werd besloten om medewerkers van IO’s gelijk te stellen aan het personeel van overeenkomstige rang bij ambassades. Dit betekent dat de hoogste functionarissen van een IO worden gelijkgesteld aan diplomaten en de overige personeelsleden op gelijke voet worden behandeld als de administratieve en technische staf van ambassades, waardoor de privileges en immuniteiten zoveel mogelijk worden gestandaardiseerd. Op deze wijze zal voor de IO’s worden aangesloten bij het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961). Het gaat om niet-Nederlanders werkzaam bij een internationale organisatie, die niet duurzaam verblijven in Nederland.

De harmonisatie zal voor het overgrote deel van de internationale organisaties volkenrechtelijk worden vastgelegd door middel van een aanvullende overeenkomst. Voor de HCNM dienen de privileges en immuniteiten bij of krachtens de wet geregeld te worden. Met het oog daarop is de Wet HCNM tot stand gekomen. Aanvullende privileges en immuniteiten kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden toegekend. Het onderhavige besluit strekt hiertoe.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven