Rijksbesluit
van 2 mei 2006, houdende vaststelling van het tijdstip van
inwerkingtreding van de artikelen I en II, onderdelen L en T, onder 1,
van de Rijkswet van 17 november 2005, houdende goedkeuring en
uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot
stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake
de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb.
1992, 47), het op 1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen
Verdrag inzake octrooirecht (Trb. 2001, 120), het op 17 oktober
2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van
artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien
van 5 oktober 1973 (Trb. 2001, 21) en de op 29 november
2000 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van het
Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Trb. 2002,
64) (Stb. 2006, 22)
Wij Beatrix,
bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de
voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van
26 april 2006, nr. WJZ 6030276;
Gelet op
artikel IV van de Rijkswet van
17 november 2005, houdende goedkeuring en uitvoering van de op
17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot
herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van
Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 1992, 47), het op
1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake
octrooirecht (Trb. 2001, 120), het op 17 oktober 2000 te Londen
tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het
Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober
1973 (Trb. 2001, 21) en de op 29 november 2000 te München
tot stand gekomen Akte tot herziening van het Verdrag inzake de
verlening van Europese octrooien (Trb. 2002, 64) (Stb. 2006,
22);
Hebben
goedgevonden en verstaan:
Enig Artikel
Artikel I en II, onderdeel L en T, onder 1, van de
Rijkswet van 17 november 2005, houdende goedkeuring en
uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot
stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake
de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb.
1992, 47), het op 1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen
Verdrag inzake octrooirecht (Trb. 2001, 120), het op 17 oktober
2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van
artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien
van 5 oktober 1973 (Trb. 2001, 21) en de op 29 november
2000 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van het
Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Trb. 2002, 64)
(Stb. 2006, 22) treden met ingang van de eerste dag van de tweede
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het
wordt geplaatst in werking met uitzondering van de zinsneden «,
indien het octrooi is verleend in een andere taal dan het
Engels,» en «of in het Engels», in de eerste
volzin en van tweede volzin van artikel II, onderdeel T, onder
1.
Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van
dit rijksbesluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in
het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in
het Afkondigingsblad van Aruba zal worden
geplaatst.
’s-Gravenhage, 2
mei
2006
Beatrix
De
Staatssecretaris van
Economische
Zaken,
C. E. G. van
Gennip
Uitgegeven de dertiende juni 2006
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Na de inwerkingtreding van artikel I van de
Rijkswet van 17 november 2005, houdende goedkeuring en
uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot
stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake
de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb.
1992, 47), het op 1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen
Verdrag inzake octrooirecht (Trb. 2001, 120), het op 17 oktober
2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van
artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien
van 5 oktober 1973 (Trb. 2001, 21) en de op 29 november
2000 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van het
Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Trb. 2002, 64)
(Stb. 2006, 22) kan worden begonnen met de procedures die leiden tot
bekrachtiging van de genoemde verdragen, uitgezonderd het op
1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake
octrooirecht (Trb. 2001, 120) omdat de daaruit voortvloeiende
uitvoeringsregelingen nog niet tot stand zijn gebracht. Wat de op
29 november 2000 te München tot stand gekomen Akte tot
herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien
(Trb. 2002, 64) wordt er, volledigheidshalve, op gewezen dat deze op
13 december 2007 in werking zal treden. Op dat tijdstip houdt de
tekst van het verdrag die tot dat tijdstip van kracht is op van
toepassing te zijn. Daarom is ervoor gekozen nu al tot de bekrachtiging
ervan over te gaan en daarmee dus niet te wachten totdat de daaruit
voortvloeiende uitvoeringsregelingen zijn vastgesteld.
Met de
gedeeltelijke inwerkingtreding van artikel II, onderdeel T, onder 1,
vervalt de plicht tot waarmerking van een vertaling in het Nederlands
van een Europees octrooi door een octrooigemachtigde. De zinsneden van
de eerste volzin en de tweede volzin die nu nog niet in werking zullen
treden, zijn gebaseerd op het op 17 oktober 2000 te Londen tot
stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het
Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober
1973 (Trb. 2001, 21), ook bekend als Vertalingenprotocol. Het
Vertalingenprotocol zal pas in werking treden nadat Engeland, Frankrijk
en Duitsland en ten minste vijf andere verdragsluitende staten dat
protocol hebben bekrachtigd. Zodra aan die voorwaarden is voldaan,
zullen eveneens de geciteerde zinsneden en de tweede volzin in werking
worden gesteld.
De
Staatssecretaris van
Economische
Zaken,
C. E. G. van
Gennip