Besluit van 8 mei 2006, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen in verband met RandstadRail

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 mei 2006, nr. HDJZ/S&W/2006-649, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 2 en 124 van de Spoorwegwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van bijlage 1, behorende bij artikel 1, vervalt «onder a,».

B

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel 15 door een punt, vervalt in bijlage 1, behorende bij artikel 1, onderdeel 16.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 5 juni 2006.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 mei 2006

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Uitgegeven de dertigste mei 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Doel van deze wijziging van het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen (het Besluit) is het intrekken van de status van hoofdspoorweg van de spoorweg Rotterdam-Hofplein – Den Haag Centraal met de zijtak Leidschendam–Voorburg Aansluiting–Zoetermeer Stadslijn (voorheen bekend als Zoetermeerlijn respectievelijk Hofpleinlijn). Deze intrekking is een uitvloeisel van de Overeenkomst inzake het beheer van RandstadRail (Beheerovereenkomst) die in december 2002 is gesloten tussen de minister van Verkeer en Waterstaat, het Stadsgewest Haaglanden en de Stadsregio Rotterdam. Onder de naam RandstadRail hebben de betrokken overheden een concept ontwikkeld voor een stelsel van lightrailverbindingen tussen Rotterdam, Den Haag en Zoetermeer dat fysiek wordt gekoppeld aan de in Rotterdam en Den Haag aanwezige metro- en tramnetwerken. In deze overeenkomst is afgesproken dat RandstadRail wordt aangewezen als lokaalspoorweg.

De intrekking van de status als hoofdspoorweg heeft tot gevolg dat het beheer van deze spoorweg door ProRail B.V. op basis van de ingevolge artikel 16 van de Spoorwegwet verleende beheerconcessie, wordt beëindigd. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat tussen Laan van NOI en Den Haag Centraal na aanwijzing van RandstadRail als locaalspoorweg ook sporen in bedrijf blijven die als hoofdspoorweg zijn aangewezen, namelijk de hoofdspoorweg Leiden – Den Haag HS met de daarvan aftakkende verbindingsboog Den Haag Laan van NOI – Den Haag Centraal. Er ontstaat dus een situatie waarin tussen Den Haag Laan van NOI en Den Haag Centraal parallel zowel een hoofdspoorweg is aangewezen als een locaalspoorweg, maar deze spoorwegen zijn niet onderling verbonden; het hoofdspoor en RandstadRail zijn gescheiden systemen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Naar boven