Besluit van 27 april 2006, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 27 van het Uitvoeringsbesluit WWIK

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 april 2006, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/URP/06/32292;

Gelet op artikel 28 van het Uitvoeringsbesluit WWIK;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

Artikel 27 van het Uitvoeringsbesluit WWIK treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 april 2006

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Uitgegeven de drieëntwintigste mei 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel 28 van het Uitvoeringsbesluit WWIK, waarin is geregeld dat dat besluit in werking treedt met ingang van 1 januari 2005, is bepaald dat artikel 27 van dat besluit, de overgangsbepaling progressie-eis, op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking zal treden. Dit vanwege het feit dat de Raad van State in zijn advies over het Uitvoeringsbesluit WWIK vaststelde, dat de Wet werk en inkomen kunstenaars onvoldoende basis bevatte voor voornoemd artikel 27. Deze grondslag is alsnog met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2005 opgenomen in een nieuw artikel 78d van de Wet werk en inkomen kunstenaars. Onbedoeld is echter artikel 27 van het Uitvoeringsbesluit WWIK niet in werking getreden. In onderhavig inwerkingtredingsbesluit wordt alsnog voorzien in de inwerkingtreding van artikel 27 van het Uitvoeringsbesluit WWIK, dat terugwerkende kracht heeft tot en met 1 januari 2005.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Naar boven