Besluit van 21 april 2006, houdende vaststelling van het maximumbedrag van de toeslag voor de premie van verzekering tegen ziektekosten voor gerechtigden op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 maart 2006, kenmerk OHW-U-2664968;

Gelet op de artikelen 20, eerste lid, en 21 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 en de artikelen 14, tweede lid, en 15, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945;

De Raad van State gehoord advies van 30 maart 2006, No. W13.06.0070/III;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 april 2006, kenmerk OHW-U-2672771;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het bedrag, bedoeld in de artikelen 20, eerste lid, en 21 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 en de artikelen 14, tweede lid, en 15, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945, wordt vastgesteld op:

a. € 114 per maand voor de ongehuwde gerechtigde jonger dan 65 jaar;

b. € 114 per maand voor de gehuwde gerechtigde jonger dan 65 jaar, indien de premie van verzekering tegen ziektekosten van de echtgenoot niet te zijnen laste komt;

c. € 184 per maand voor de gehuwde gerechtigde jonger dan 65 jaar, indien de premie van verzekering tegen ziektekosten van de echtgenoot te zijnen laste komt;

d. € 118 per maand voor de ongehuwde uitkeringsgerechtigde van 65 jaar of ouder;

e. € 118 per maand voor de gehuwde gerechtigde van 65 jaar of ouder, indien de premie van verzekering tegen ziektekosten van de echtgenoot niet te zijnen laste komt;

f. € 236 per maand voor de gehuwde gerechtigde van 65 jaar of ouder, indien de premie van verzekering tegen ziektekosten van de echtgenoot te zijnen laste komt.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 21 april 2006

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

Uitgegeven de drieëntwintigste mei 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

In de artikelen 20, eerste lid, en 21 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 (Wubo) en de artikelen 14, tweede lid, en 15, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Wuv) is geregeld dat gerechtigden een toeslag krijgen die in beginsel gelijk is aan het bedrag van de betaalde premie voor een ziektekostenverzekering. De toeslag was tot de wijziging van de Wubo en de Wuv als gevolg van de inwerkingtreding per 1 januari 2006 van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet, gemaximeerd op de premie voor de standaardpakketpolis ingevolge de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 (Wtz 1998). Als gevolg van de intrekking van de Wtz 1998 is het niet langer mogelijk de maximumtoeslag te relateren aan deze premie. Het bedrag van de maximumtoeslag wordt ingevolge de wijziging van de Wubo en de Wuv per 1 januari 2006 bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld.

Om te bewerkstelligen dat gerechtigden ook in de toekomst financieel in staat blijven om hun huidige verzekeringsdekking voort te zetten, worden er door middel van deze algemene maatregel van bestuur voor de verschillende categorieën (naar leeftijd en leefsituatie) verschillende maximumbedragen vastgesteld. Bij de berekening van de maximumbedragen is uitgegaan van de nominale premie op grond van artikel 1 van de Wet op de Zorgtoeslag. Daarnaast is rekening gehouden met de zorg-toeslag en fiscale reparaties bij invoering van de Zorgverzekeringswet.

De hoogte van de vastgestelde maximumbedragen zal krachtens artikel 27a van de Wubo en artikel 18a van de Wuv worden herzien naar evenredigheid van de ontwikkelingen van de standaardpremie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de Zorgtoeslag.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven