Besluit van 13 april 2006, houdende wijziging van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs, het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel en het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs in verband met de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 januari 2006, nr. AP/PSW/2006/2142 (B2), directie Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 33, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 33, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 38a, tweede lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 2 maart 2006, nr. W05.06.0012/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 11 april 2006, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, nr. AP/PSW/2006/12699 (B2), directie Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de na onderdeel ee toegevoegde onderdelen y en z tot respectievelijk ff en gg, wordt een onderdeel hh toegevoegd, luidend: Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

2. Toegevoegd wordt onderdeel ii, luidend: WIA-uitkering: de arbeidsongeschiktheidsuitkering of de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten, bedoeld in hoofdstuk 6 onderscheidenlijk 7 van de Wet WIA;

3. Toegevoegd wordt onderdeel jj, luidend: IVA-uitkering: de arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet WIA

4. Toegevoegd wordt onderdeel kk, luidend: WGA-uitkering: de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten, bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet WIA;

B

In artikel 3, zesde lid, wordt «WAO-uitkering» vervangen door: WAO- of WIA-uitkering.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «artikel 71a, negende lid, van de WAO» ingevoegd: dan wel artikel 25, negende lid, van de Wet WIA.

2. In het derde, vierde en zesde lid wordt «WAO-uitkering» telkens vervangen door: WAO- of WIA-uitkering.

D

In artikel 11, tweede lid wordt na «artikel 71a, tweede lid, van de WAO» ingevoegd: , dan wel artikel 25, tweede, van de Wet WIA.

E

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt «WAO uitkering» vervangen door : WAO- of WIA-uitkering.

2. In het eerste lid wordt «WAO uitkering» vervangen door «WAO- of WIA-uitkering» en wordt na «WAO» ingevoegd: of de Wet WIA.

F

In artikel 13, derde lid, wordt «reïntegaratie» vervangen door: reïntegratie.

G

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «WAO uitkering» vervangen door: een WAO- of WIA-uitkering.

2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «WAO uitkering» vervangen door: een WAO- of WIA-uitkering.

3. In het derde en vierde lid wordt na «hoofdstuk II van de WAO» telkens ingevoegd: dan wel hoofdstuk 10 van de Wet WIA.

H

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid wordt onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel d een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidend:

c. met de duur van de verlenging van de wachttijd, bedoeld in artikel 24, eerste lid van de Wet WIA; en

2. In het vijfde lid, onderdeel d (nieuw), wordt na «artikel 71a, negende lid, van de WAO» ingevoegd: dan wel artikel 25, negende lid, van de Wet WIA.

I

In artikel 23 onderdeel a, wordt «WAO uitkering» vervangen door: WAO- of WIA-uitkering.

J

In artikel 27, eerste en tweede lid, wordt «WAO uitkering» telkens vervangen door: WAO- of WIA-uitkering.

K

Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt na «artikel 19, eerste en tweede lid, van de WAO» ingevoegd «dan wel artikel 23, van de Wet WIA» en wordt na «artikel 19, zevende lid van de WAO» ingevoegd: dan wel artikel 24 van de Wet WIA.

2. In het zesde lid, wordt na «artikel 19, eerste en tweede lid, van de WAO» ingevoegd «dan wel artikel 23, van de Wet WIA» en wordt na «artikel 19, zevende lid van de WAO» ingevoegd: dan wel artikel 24 van de Wet WIA.

3. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. In geval van zwangerschaps- en bevallingsverlof van de gewezen vrouwelijke betrokkene wordt haar uitkering krachtens de Wet arbeid en zorg aangevuld tot 100% van de laatst genoten bezoldiging. Artikel 9, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. Zolang zij na de beëindiging van de in de eerste volzin bedoelde uitkering nog wegens ziekte en arbeidsongeschiktheid ongeschikt is om haar passende arbeid te verrichten, dan wel, na onafgebroken arbeidsongeschiktheid gedurende het in artikel 19, eerste en tweede lid, van de WAO, dan wel artikel 23, van de Wet WIA bedoelde tijdvak, al dan niet verlengd op grond van artikel 19, zevende lid van de WAO, dan wel artikel 24 van de Wet WIA of artikel XV, veertiende lid, onder a en c, van de Wet terugdringing ziekteverzuim, gangbare arbeid te kunnen verrichten, dan wel binnen vier weken na deze beëindiging in die zin arbeidsongeschikt wordt, is het tweede, vijfde en zesde lid van overeenkomstige toepassing. De in het tweede lid bedoelde termijn van 52 weken wordt in dat geval geacht aan te vangen op de dag volgende op die der bevalling. De gewezen vrouwelijke betrokkene bedoeld in dit lid is de vrouwelijke betrokkene wier bevalling waarschijnlijk is onderscheidenlijk plaatsvindt, binnen een periode van tien weken na het tijdstip van haar ontslag.

4. In het achtste lid wordt «WAO-uitkering» vervangen door: WAO- of WIA-uitkering.

5. Het tiende lid komt te luiden:

  • 10. In de gevallen, bedoeld in dit artikel, wordt de uitkering krachtens de Ziektewet, de WAO, de Wet WIA of de Wet arbeid en zorg geacht onverminderd te zijn ontvangen, indien deze op grond van enige wettelijke bepaling geheel of gedeeltelijk is geweigerd, dan wel niet of niet geheel is betaald.

L

In artikel 44 wordt in het eerste en tweede lid na «Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel» telkens ingevoegd: of het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs.

ARTIKEL II

Het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel h, komt te luiden:

h. uitvoeringsorgaan: het orgaan dat is belast met de uitvoering van dit besluit.

B

In de artikelen 8, 9, 11, onderdelen a en b, 12, onderdelen a, b en c, 13, eerste, tweede en vierde lid, 14, eerste lid, 15, eerste en derde lid, 16, eerste, tweede, derde en vierde lid, 17, 18, eerste, tweede en derde lid, 21, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en tweede lid, 22, 35, eerste lid, artikel 44, tweede lid, en artikel 47, wordt «Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen» telkens vervangen door: uitvoeringsorgaan.

C

Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot het vijfde en zesde lid vervalt het vijfde lid van artikel 39.

ARTIKEL III

Het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 1, vervalt subonderdeel 10, van onderdeel b.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat

1. artikel I terugwerkt tot en met 29 december 2005

2. artikel II terugwerkt tot en met 1 januari 2006

3. artikel III terugwerkt tot en met 1 januari 2001.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 13 april 2006

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de negende mei 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met ingang van 29 december 2005 treedt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) in werking. De Wet WIA bestaat uit twee delen: de regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en de regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA).

Werkgevers in het primair en voortgezet moeten op basis van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid primair en voortgezet onderwijs (BZA) een werknemer bij ziekte gedurende twee jaar het loon doorbetalen. Het eerste jaar wordt de volle bezoldiging doorbetaald, het tweede jaar wordt 70% over de ziekte-uren betaald. Na afloop van die twee jaar beoordeelt UWV of een gedeeltelijk arbeidsgeschikte recht heeft op een uitkering op grond van de WGA. Voor degenen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, is werkhervatting niet aan de orde. Deze categorie kan een beroep doen op de IVA. In bepaalde gevallen vindt ook na die periode van twee jaar nog geen ontslag plaats en dient een eventuele WAO- of WIA-uitkering verrekend te worden met de loondoorbetaling.

In verband met de inwerking treding van de Wet WIA dient het BZA in technische zin aangepast te worden. Daartoe dient dit besluit.

Naast de Wet WIA blijft de WAO bestaan. Er is namelijk gekozen voor eerbiediging van bestaande rechten op grond van de WAO. Dit is in de Wet Invoering en Financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen uitgewerkt. De WAO-gerechtigden gaan dus niet over naar het nieuwe stelsel. In navolging van de lagere wetgeving op grond van de Wet WIA is ervoor gekozen de verwijzingen naar de WAO, mede omdat het niet uitgesloten is dat deze wet nog gedurende lange tijd zal blijven bestaan, vooralsnog te handhaven in het BZA en de Wet WIA daarin – naast de WAO – op te nemen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In de begripsomschrijving van artikel 1 is de Wet WIA en onderdelen daarvan, namelijk de WGA en IVA opgenomen.

Artikel I, onderdelen B tot en met J

Deze artikelen bevatten technische aanpassingen in verband met de invoering van de Wet WIA.

Artikel I, onderdeel K

In artikel 39, zevende lid, is duidelijkheidshalve aangegeven wie gewezen vrouwelijke betrokkene is in de zin van artikel 39: dit is de vrouwelijke betrokkene wier bevalling waarschijnlijk is onderscheidenlijk plaatsvindt, binnen een periode van tien weken na het tijdstip van haar ontslag. Hiermee wordt aangesloten bij de Wet arbeid en zorg.

In het tiende lid is – naast de Ziektewet – de Wet arbeid en zorg opgenomen in verband met de in de Wet arbeid en zorg opgenomen uitkering wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof.

Verder bevat het artikel technische aanpassingen in verband met de invoering van de Wet WIA.

Artikel I, onderdeel L

In artikel 44 is naast het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ook het met ingang van 1 januari 2001 inwerking getreden Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs opgenomen.

Artikel II, onderdelen A en B

Het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (BWOO) wordt gewijzigd in die zin, dat «Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen» wordt vervangen door: uitvoeringsorgaan. Deze technische aanpassing is noodzakelijk omdat de uitvoering van het BWOO per 1 januari 2006 door een andere uitvoeringsorganisatie, namelijk KPMG FlexSourcing, is overgenomen.

Artikel II, onderdeel C

Artikel 39, vijfde lid, van het BWOO waarin stond vermeld dat betrokkene onder bepaalde voorwaarden recht heeft op een WAO-uitkering, is vervallen, aangezien het recht op een WAO-uitkering in de WAO is geregeld. Evenmin behoeft in het BWOO geregeld te worden dat de betrokkene na afloop van de wachttijd recht heeft op een uitkering krachtens de Wet WIA; dit recht is immers in de Wet WIA geregeld.

Artikel III

Het Institute of Social Studies (ISS) te Den Haag volgt de cao voor de Nederlandse universiteiten (met bovenwettelijke werkloosheidsregeling, de BWNU). Het personeel valt derhalve niet meer onder het BBWO. Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) valt onder de CAO-onderzoeksinstellingen en wordt eveneens uit het BBWO geschrapt.

Artikel IV

Dit besluit treedt, met uitzondering van de artikelen II en III, in werking met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet WIA, te weten 29 december 2005. Aan artikel III is terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2001, omdat het Institute of Social Studies (ISS) de cao voor de Nederlandse universiteiten (met bovenwettelijke werkloosheidsregeling, de BWNU) volgt en het personeel vanaf genoemde datum niet meer onder het BBWO valt. Het personeel van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) valt onder de CAO-onderzoekinstellingen en valt eveneens vanaf 1 januari 2001 niet meer onder het BBWO.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven