Artikel 1
De Wet
DNA-onderzoek bij veroordeelden treedt in werking met ingang van
15 mei 2006, voorzover het gaat om de misdrijven als omschreven
in de artikelen 92 tot en met 95a, 108 tot en met 110, 115 tot en met
117, 121, 121a, 123, 123a, 124, 124a, 141, 157, 179, 242 tot en met
247, 248a, 248b, 249, 250, eerste lid, onder 1°, en tweede lid,
252, tweede en derde lid, 256, 273a, 278, 279, tweede lid, 281, eerste
lid, onder 2°, 282, 282a, 285a, 285b, 287 tot en met 291, 293,
296, 300, eerste tot en met derde lid, 301, 302 en 303, 307, tweede
lid, 312, 317, 385a, 385b, 385d, 395, tweede lid, onder 2° en
3°, en 396 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 118,
119, 120, onderdeel 1°, 122, 142, eerste en tweede lid, 143,
eerste lid, en 159 van het Wetboek van Militair Strafrecht, artikel 5,
tweede lid, van de Wet oorlogsstrafrecht, de artikelen 3, eerste lid,
4, eerste lid, onder a, b en f tot en met k, 5, eerste lid, onder a tot
en met c, tweede lid, onder a, b, c, onderdelen 1° en 5°,
en d, onderdeel 3°, derde lid, onder a tot en met e, vijfde lid,
onder a tot en met c, j, m en o, en zesde lid, onder a, b en d, 6,
eerste lid, onder a en c, tweede lid en derde lid, onder a en c, 7,
tweede lid, onder a tot en met c, en 8, eerste lid en tweede lid, onder
b, van de Wet internationale misdrijven, artikel 175, tweede en derde
lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 122, eerste lid, van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voorzover dit artikel
betrekking heeft op artikel 36, eerste lid, van die
wet.