Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van
Justitie van 19 april 2006, nr. 5416865/06/6, in overeenstemming
met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties;
Overwegingen
Bij
koninklijk besluit van 7 december 2005 (Stb. 634) werden twee
besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Haarlemmermeer geschorst. Deze besluiten strekten tot
intrekking van de gebruiksvergunningen, verleend voor de afdelingen A
tot en met H onderscheidenlijk J en K en L en M van het cellencomplex
Ten Pol 64 te Oude Meer en aanzegging van
bestuursdwang.
Het schorsingsbesluit
was onderwerp van een Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor
Justitie uit de Tweede Kamer op 20 december 2005. Tevens
verzocht de gemeente de voorzieningenrechter te Den Haag het
schorsingsbesluit buiten effect te stellen of te doen intrekken, een
verzoek dat de rechter op 23 december 2005 afwees. Bij beide
gelegenheden werd door c.q. namens de Minister van Justitie benadrukt
dat tegen bedoelde intrekkingsbesluiten van het college de weg naar de
bestuursrechter niet aangewezen was omdat sprake was van een
bestuurlijk verschil van inzicht tussen de Staat en de gemeente, dat
langs bestuurlijke weg diende te worden opgelost.
Na bovenvermelde rechterlijke uitspraak kwam overleg op
gang tussen de Staat en de gemeente waarin overeenstemming werd bereikt
over de noodzaak van permanente huisvesting van een aantal
justitiële functies op of in de onmiddellijke nabijheid van
Schiphol. Deze overeenstemming werd neergelegd in een convenant tussen
Staat en gemeente, dat inmiddels is ondertekend. De overeenstemming
komt kort gezegd neer op de verhuizing van het Justitiecomplex ten
behoeve van Schiphol naar een andere, permanente locatie. Als
overbrugging zal het gebruik van de bestaande afdelingen tijdelijk
kunnen worden gecontinueerd.
Gelet op
deze oplossing van het bestuurlijke verschil van inzicht is het niet
nodig de schorsing te laten voortduren, terwijl voor vernietiging
evenmin aanleiding is. Voor het college van burgemeester en wethouders
van de gemeente Haarlemmermeer is er geen reden meer beide hierboven
vermelde intrekkingsbesluiten van 6 december 2005 te handhaven.
Het college zal deze herroepen. Dit betekent dat voor de afdelingen A
tot en met H nieuwe gebruiksvergunningen zullen worden afgegeven als
uit een ingesteld onafhankelijk onderzoek blijkt dat deze afdelingen
voldoen aan de uit een oogpunt van brandveiligheid te stellen eisen.
Voor de afdelingen L en M zal volgens het convenant ook na
23 april 2006 over een gebruiksvergunning kunnen worden
beschikt.
Besluit
Gelet
op artikel 10:44, vierde lid, van de
Algemene wet bestuursrecht en artikel 279 van de
Gemeentewet;