Besluit van 7 april 2006 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen II, III, V en VI van de Wet van 10 juni 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden (Stb. 271)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 4 april 2006, nr. WJZ/2006/13365 (6194), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IX van de Wet van 10 juni 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden (Stb. 271);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De artikelen II, III, V en VI van de Wet van 10 juni 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden (Stb. 271) treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 7 april 2006

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de vijfentwintigste april 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven