Besluit van 22 maart 2006 tot wijziging van het Legesbesluit visserijdocumenten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 januari 2006, TRCJZ/2006/197, Directie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 74, eerste lid, van de Visserijwet 1963;

De Raad van State gehoord (advies van 16 februari 2006, No. W11.06.0026/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 maart 2006, TRCJZ/2006/621, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het Legesbesluit visserijdocumenten wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel v, wordt «visnetten» vervangen door «vistuigen», wordt de zinsnede «betreffende de satellietvolgapparatuur» vervangen door «betreffende het maximale aantal dagen dat een vissersvaartuig in een bepaald gebied aanwezig mag zijn» en wordt «€ 122,52» vervangen door «€ 306,50».

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Voor de uitreiking van de bescheiden, bedoeld in de onderdelen a tot en met n, is degene aan wie het document is gericht het daarachter vermelde bedrag verschuldigd:

    a. bewijs van inschrijving van een vissersvaartuig in het visserijregister: € 199,50;

    b. bewijs van inschrijving van een vissersvaartuig in het visserijregister na een aanpassing van de geregistreerde gegevens: € 199,50;

    c. document inzake de toekenning van een contingent van een vissoort voor een bepaald jaar: € 132,00;

    d. document inzake de wijziging van de voor een bepaald jaar toegekende contingenten tong en schol: € 152,50;

    e. document inzake de wijziging van de voor een bepaald jaar toegekende contingenten kabeljauw en wijting: € 164,50;

    f. document inzake de wijziging van het voor een bepaald jaar toegekend contingent anders dan tong, schol, kabeljauw en wijting: € 153,50;

    g. document houdende de visvergunning voor communautaire vissersvaartuigen: € 225,50;

    h. document houdende de toestemming tot de uitoefening van een bepaalde tak van de visserij met een vissersvaartuig in een bepaalde geografische zone binnen de communautaire wateren: € 172,50;

    i. document houdende vergunning voor het vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van garnalen (Crangon Crangon): € 161,50;

    j. document houdende toestemming tot het vissen binnen de 12-mijlszone met boomkorren met een maximale lengte van negen meter:€ 164,50;

    k. document houdende toestemming voor een bepaald jaar tot het vissen binnen de 12-mijlszone met boomkorren met een lengte van meer dan negen meter: € 161,50;

    l. document inzake de wijziging van de toestemming voor een bepaald jaar tot het vissen binnen de 12-mijlszone met boomkorren met een lengte van meer dan negen meter: € 267,00;

    m. document houdende de toestemming tot de uitoefening van een bepaalde tak van de visserij met een vissersvaartuig in een bepaalde geografische zone buiten de communautaire wateren: € 146,00;

    n. document houdende de toestemming tot de uitoefening van de visserij met een vissersvaartuig in wateren van een ander land dan een lidstaat van de Europese Unie: € 146,00.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006, met uitzondering van Artikel I, eerste lid, en Artikel I, tweede lid, voor zover het betreft de onderdelen g en l van artikel 2, tweede lid (nieuw), van het Legesbesluit Visserijdocumenten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 22 maart 2006

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de elfde april 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Het onderhavige besluit wijzigt het Legesbesluit visserijdocumenten. In het Legesbesluit visserijdocumenten zijn de bedragen vastgesteld die verschuldigd zijn voor de verlening van de op basis van de Visserijwet 1963 voorgeschreven vergunningen en ontheffingen. Voorts worden bedragen vastgesteld voor de krachtens genoemde wet voorziene uitreiking van documenten die niet rechtstreeks met een vergunning of een ontheffing samenhangen. Met het heffen van leges wordt beoogd de kosten, verbonden aan de verlening van vergunningen en ontheffingen en de uitreiking van documenten, te dekken.

Wijziging van de legestarieven

Het Legesbesluit is op 1 november 2001 in werking getreden. In het kader van een tussentijdse evaluatie van het Legesbesluit is onderzocht of de bedragen opgenomen in het besluit nog aansluiten bij de kosten die de overheid maakt voor het uitgeven van de documenten. Daarbij is bezien of differentiatie van de gehanteerde tarieven en het gebruik van een nieuw automatiseringssysteem tot kostenbesparingen kunnen leiden. Hiertoe is gedurende een jaar een tijdregistratie bijgehouden van de vereiste administratieve handelingen per document en de verwerking in het automatiseringssysteem. Uit dit praktijkonderzoek is gebleken dat door het aanbrengen van een differentiatie van handelingen en tarieven een betere aansluiting kan worden bereikt bij de werkelijke kosten. Bij deze differentiatie van de tarieven en handelingen wordt bijvoorbeeld onderscheid gemaakt tussen jaarlijkse verstrekking van een document en de tussentijdse wijziging van een document. Mede naar aanleiding van deze bevindingen is het Legesbesluit gewijzigd. Het systeem wordt daarmee minder forfaitair en leidt in veel gevallen tot een verlaging van de bestaande tarieven. De differentiatie van tarieven en documenten komt tot uitdrukking in artikel 2, tweede lid, onderdelen c, d, e, f, h, i, j en k. Daarnaast blijkt het automatiseringssysteem dat bij de verstrekking van de documenten wordt gebruikt, ook bij te dragen aan een verlaging van de kosten.

In drie gevallen zijn de oorspronkelijke tarieven onvoldoende gebleken om de kosten te dekken, te weten het document houdende de ontheffing van bepaalde verplichtingen voor wetenschappelijk onderzoek, het document houdende de visvergunning voor communautaire vissersvaartuigen en het document inzake de wijziging van de toestemming tot het vissen binnen de 12-mijlszone met boomkorren met een lengte van meer dan negen meter. De tarieven voor deze documenten worden derhalve verhoogd, wat tot uitdrukking komt in artikel 2, eerste lid, onderdeel v, en artikel 2, tweede lid, onderdeel g en l. Het tarief voor het document houdende de ontheffing van bepaalde verplichtingen voor wetenschappelijk onderzoek is gestegen, omdat het aantal bepalingen waarvan ontheffing kan worden verleend, is toegenomen. De ontheffing wordt nu ook verleend ten aanzien van de bepalingen omtrent het aantal dagen dat een vissersvaartuig met een specifiek vistuig in een bepaald gebied aanwezig mag zijn. De toetsing van de ontheffing vergt daardoor meer tijd. Het tarief voor het document houdende de visvergunning is gestegen, omdat vanaf 1 januari 2004 de visserijlicentie is samengegaan met de visvergunning. Het aparte visserijdocument voor de licentie is derhalve komen te vervallen. De werkzaamheden voor de uitgifte van de licentie worden nu echter in het kader van het verstrekken van de visvergunning verricht. Het tarief voor het document inzake de wijziging van de toestemming tot het vissen binnen de 12-mijlszone met boomkorren met een lengte van meer dan negen meter is gestegen, omdat er meer voorwaarden zijn verbonden aan de overdracht van de toestemming en er een jaarlijkse toets op de voorwaarden plaatsvindt. De uitgifte van het document neemt daardoor meer tijd in beslag.

Gelet op de overzichtelijkheid is er voor gekozen om artikel 2, tweede lid, in zijn geheel te vervangen. De differentiatie van de tarieven bracht immers vele wijzigingen met zich mee.

De omschrijvingen van de documenten in artikel 2, eerste lid, onderdeel v, en tweede lid, onderdeel g, zijn aangepast, met het oog op een betere aansluiting bij het karakter van de documenten.

Bij de berekening van de nieuwe tarieven is uitgegaan van de uurtarieven in de Handleiding Overheidstarieven 2004 van het Ministerie van Financiën. Deze tarieven zijn opgebouwd uit het brutosalaris, de werkgeverslasten en overheadkosten zoals huisvestingskosten en automatiseringskosten. Het verwachte aantal te verstrekken documenten en uit te voeren handelingen is gebaseerd op de aantallen van voorgaande jaren. De benodigde tijd per document en handeling is vastgesteld op basis van de uitgevoerde tijdregistratie.

De benodigde vergunningen, ontheffingen en documenten waarvoor het Legesbesluit de tarieven bepaalt, worden voorgeschreven in andere bij of krachtens de Visserijwet 1963 gestelde regels. De wijziging van het Legesbesluit heeft dan ook niet tot nieuwe verplichtingen voor burgers geleid. Er zijn derhalve ook geen consequenties voor de administratieve lasten, de uitvoering en de handhaving.

Het besluit werkt terug tot en met 1 januari 2006, met uitzondering van de bepalingen die leiden tot een verhoging van de tarieven van het Legesbesluit Visserijdocumenten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven