Besluit van 1 december 2005, houdende wijziging van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. in verband met verruiming van de compensatiemogelijkheid bij eindexamens voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 21 oktober 2005, nr. WJZ/2005/44256 (3804), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 29 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 9 november 2005, no. W05.05.0476/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 28 november 2005, nr. WJZ/2005/52067 (3804), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING EINDEXAMENBESLUIT V.W.O.-H.A.V.O.-M.A.V.O.-V.B.O. MET INGANG VAN EXAMENJAAR 2006

In het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 1 wordt de begripsbepaling van «eindexamen» vervangen door:

eindexamen: een examen ten minste in het geheel van de voorgeschreven vakken;.

B

Artikel 22 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt na «omvat» ingevoegd: in elk geval.

2. Toegevoegd wordt een nieuw zesde lid, luidend:

  • 6. In aanvulling op de voorgeschreven vakken, bedoeld in het eerste lid, kan het eindexamen een vak omvatten als bedoeld in artikel 10, zevende lid, onderdelen a en b, van de wet.

C

Artikel 23 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt na «omvat» ingevoegd: in elk geval.

2. Toegevoegd wordt een nieuw vierde lid, luidend:

  • 4. In aanvulling op de voorgeschreven vakken, bedoeld in het eerste lid, kan het eindexamen omvatten:

    a. een vak als bedoeld in artikel 10b, zesde lid, van de wet, of

    b. een vak dat op grond van het tweede lid onderdeel kan zijn van de basisberoepsgerichte leerweg.

D

Artikel 24 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt na «omvat» ingevoegd: in elk geval.

2. Toegevoegd wordt een nieuw derde lid, luidend:

  • 3. In aanvulling op de voorgeschreven vakken, bedoeld in het eerste lid, kan het eindexamen omvatten:

    a. een vak als bedoeld in artikel 10b, zesde lid, onderdelen a tot en met d, van de wet, voorzover van toepassing op de kaderberoepsgerichte leerweg, of

    b. een vak dat op grond van het tweede lid onderdeel kan zijn van de kaderberoepsgerichte leerweg.

E

Artikel 25 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt na «omvat» ingevoegd: in elk geval.

2. Toegevoegd wordt een nieuw derde lid, luidend:

  • 3. In aanvulling op de voorgeschreven vakken, bedoeld in het eerste lid, kan het eindexamen omvatten een vak als bedoeld in artikel 10d, zevende lid, onderdelen a, b en c, van de wet.

ARTIKEL II. WIJZIGING EINDEXAMENBESLUIT V.W.O.-H.A.V.O.-M.A.V.O.-V.B.O. MET INGANG VAN EXAMENJAAR 2007

In het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 22, zesde lid, wordt het gedeelte na «eerste lid,» vervangen door:

omvatten:

a. een vak als bedoeld in artikel 10, zevende lid, onderdelen a en b, van de wet, of

b. een vak dat behoort tot het eindexamen van de gemengde leerweg, genoemd in artikel 10d van de wet, voorzover het vak wordt afgesloten met een centraal examen.

B

In artikel 23, vierde lid, wordt het gedeelte na «omvatten:» vervangen door:

a. een vak als bedoeld in artikel 10b, zesde lid, van de wet,

b. een vak dat op grond van het tweede lid onderdeel kan zijn van de basisberoepsgerichte leerweg, of

c. een vak dat behoort tot het eindexamen van de theoretische leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg, genoemd in onderscheidenlijk de artikelen 10, 10b en 10d van de wet, voorzover het vak wordt afgesloten met een centraal examen.

C

In artikel 24, derde lid, wordt het gedeelte na «omvatten:» vervangen door:

a. een vak als bedoeld in artikel 10b, zesde lid, van de wet,

b. een vak dat op grond van het tweede lid onderdeel kan zijn van de kaderberoepsgerichte leerweg, of

c. een vak dat behoort tot het eindexamen van de theoretische leerweg of de gemengde leerweg, genoemd in onderscheidenlijk artikel 10 en artikel 10d van de wet, voorzover het vak wordt afgesloten met een centraal examen.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 1 december 2005

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de zeventiende januari 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

1. Doel van het besluit

Dit besluit strekt ertoe, leerlingen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) die een extra vak hebben gevolgd en dit met een examen hebben afgesloten, een grotere kans te geven om hun opleiding met een diploma af te sluiten. Een extra examenvak kan onder bepaalde voorwaarden voortaan betrokken worden bij de uitslag van hun eindexamen. De leerlingen krijgen daarmee meer mogelijkheden om een onvoldoende eindcijfer voor een voorgeschreven examenvak te compenseren met een eindcijfer 7 of hoger voor een extra vak.

Daarbij geldt dat het vak een door Onze Minister vastgesteld examenprogramma heeft en wordt afgesloten met een centraal examen, vanwege kwaliteitsborging van het eindniveau.

De kandidaat heeft overigens geen geheel vrije keuze uit potentiële extra vakken: de beslissing om de kandidaat die mogelijkheid ook reëel te bieden, is volgens het al bestaande artikel 8, tweede lid, een zaak van het bevoegd gezag, en dat blijft zo.

2. Inhoud van het besluit

Dat de leerling in het vmbo in een extra vak examen aflegt, is nu al mogelijk: artikel 8, derde lid, van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. (hierna: het Eindexamenbesluit) voorziet daarin. Maar in het vmbo kon een extra vak tot nu toe niet meedoen in de uitslagregeling, omdat die regeling expliciet was gekoppeld aan het begrip «eindexamen» zoals gedefinieerd in artikel 1 van het Eindexamenbesluit en daardoor alleen de verplichte («voorgeschreven») vakken omvatte.

Dit besluit verruimt het begrip «eindexamen» door te bepalen dat «ten minste», dus niet uitsluitend, de in het examenprogramma voorgeschreven examenvakken behoren tot het eindexamen. Doordat de uitslagregeling is gekoppeld aan dit nu verruimde begrip «eindexamen», doen voortaan ook extra vakken mee in de uitslagbepaling van artikel 49.

Ook stelt dit besluit voorwaarden aan de samenstelling van het examenpakket binnen de verschillende leerwegen van het vmbo. Het besluit bepaalt expliciet dat het daarbij gaat om minimumeisen, niet om een gemaximeerde omvang. Deze aanpassing is noodzakelijk vanwege de verruiming van het begrip «eindexamen». Er is geregeld welke vakken als extra vak in het eindexamen vmbo kunnen worden opgenomen, en meetellen voor de uitslag. Het betrekken van een extra vak uit een «hogere» leerweg zal overigens later in werking treden dan de overige wijziging in dit besluit. Om die reden zijn de twee soorten van wijzigingen opgenomen in afzonderlijke wijzigingsartikelen.

Hoe werkt dit besluit precies door in de uitslagregeling?

De uitslagbepaling werkt ook in het geval van een eindexamen met een extra vak (met dien verstande dat het eindcijfer van het afdelingsvak of beroepsgerichte programma in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers). Een eindcijfer 7 of hoger voor het extra vak is gunstig voor de leerling die een 4 of twee 5-en heeft behaald maar niet de voor compensatie benodigde 7 of hoger. Als de leerling de benodigde 7 haalt met het extra vak, slaagt hij of zij alsnog.

Het huidige derde lid van artikel 48 voorkomt dat een kandidaat door een onvoldoende eindcijfer voor een extra vak zakt: het bepaalt dat in dat geval het eindcijfer van het extra vak buiten beschouwing moet worden gelaten.

3. Achtergronden van het besluit

Dit besluit vloeit voort uit de vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar aanleiding van vragen van diverse scholen die het vak Spaans als examenvak hebben, en de antwoorden daarop van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (zie Kamerstukken II 2004/05, 24 578, nrs. 63 en 67). Deze scholen wilden het examenvak Spaans gebruiken als compensatie in de slaag-zakregeling. De brief van de Minister van OCW van 17 mei 2004 (Kamerstukken II 2004/05, 24 578, nr. 63) geeft de bereidheid aan om de regelgeving hierop aan te passen.

Tevens stelt de Minister in haar antwoord op de vragen van de leden van de vaste Kamercommissie voor, het Eindexamenbesluit niet alleen voor Spaans aan te passen maar voor alle extra gevolgde vakken. Het gaat dan wel om een vak uit de eigen leerweg of uit een «hogere» leerweg. Ook moet dat vak een door de minister van OCW en voor wat betreft het landbouwonderwijs een door de minister van LNV vastgesteld examenprogramma hebben, alsmede een centraal examen. Dit besluit regelt deze voorwaarden.

De vakken in het vmbo hebben (per leerweg) een gelijkwaardig niveau. Het is dus niet zo dat «zwaardere» vakken met «lichtere» vakken gecompenseerd kunnen worden. Dit geldt ook voor het beroepsberichte vak. In de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo kennen deze vakken meer uren dan de algemeen vormende vakken. Het eindcijfer telt dan ook dubbel mee in de uitslagbepaling. Een onvoldoende voor het beroepsgerichte vak, kan alleen maar gecompenseerd worden door een lijst die verder minimaal alleen 6-en kent en een 7, met andere woorden, dat zijn leerlingen die al een goede theoretische basis hebben en vooral de praktijk verder zullen ontwikkelen in het mbo. Het vmbo is niet beroepskwalificerend. Het mbo bepaalt het eindniveau en heeft hiervoor diverse doorstroomafspraken met het voortgezet onderwijs. Aan deze doorstroomafspraken wordt uiteraard niet getornd met deze wijziging van het Eindexamenbesluit.

Doordat er specifiek vakken (middels verwijzing) worden aangewezen, wordt vermeden dat er extra vakken in de uitslagregeling worden betrokken die niet afgesloten worden met een centraal examen. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het gebruik van de compensatiemogelijkheid. Overigens ben ik van plan om de structuur en opzet van het Eindexamenbesluit als zodanig opnieuw tegen het licht te houden. Dit onderwerp is daarbij een belangrijk punt van aandacht. Ook zal na de examens in 2008 onderzocht worden hoe deze compensatiemogelijkheid in de praktijk uitwerkt.

Wijziging van het Staatsexamenbesluit is niet nodig, want dat verwijst voor de omvang van de eindexamens naar de artikelen van het Eindexamenbesluit, en uit die artikelen blijkt voortaan dat het eindexamen een minimumpakket is.

4. Administratieve lasten

Scholen beslissen zelf of ze leerlingen de mogelijkheid van een extra vak bieden. Scholen moeten de gegevens over een eventueel extra vak inventariseren en volgens de afgesproken procedures doorgeven aan de Inspectie en de Informatie Beheer Groep. De administratieve lasten bestaan voornamelijk uit wat extra handelingen van de administratief medewerker van de school.

5. Uitvoeringsgevolgen

In een uitvoeringsanalyse van de voorgenomen wijzigingen van het Eindexamenbesluit concludeert de Informatie Beheer Groep dat de wijzigingen die dit besluit regelt, op termijn uitvoerbaar zijn. De Informatie Beheer Groep verklaart het afleggen van een examen in een extra vak uit een hogere leerweg om administratieve redenen naar verwachting pas uitvoerbaar vanaf 1 augustus 2007. Hierin is voorzien in het afzonderlijke artikel II, dat op een later tijdstip in werking zal kunnen treden, te bepalen bij koninklijk besluit.

De Inspectie heeft gemeld dat ze in staat is haar programma’s en procedures tijdig aan te passen aan de wijzigingen.

6. Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor de Rijksbegroting.

7. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A (artikel 1)

Dit besluit verruimt het begrip «eindexamen» in artikel 1 door te bepalen dat «ten minste», dus niet uitsluitend, de examenvakken die zijn voorgeschreven in het examenprogramma, behoren tot het eindexamen. Doordat de uitslagregeling is gekoppeld aan dit nu verruimde begrip «eindexamen», doen voortaan ook extra vakken mee in de uitslagbepaling volgens artikel 49.

Onderdelen B tot en met E (artikelen 22 tot en met 25)

De artikelen 22 tot en met 25 bevatten voor de verschillende leerwegen van het vmbo eisen aan de samenstelling van het examenpakket. Dit besluit regelt dat het daarbij gaat om minimumeisen, niet om een gemaximeerde omvang.

Aan de artikelen 22 tot en met 25 is ook een nieuw lid toegevoegd dat regelt welke vakken als extra vak in het eindexamen vmbo kunnen worden opgenomen, en meetellen voor de uitslag. Het gaat hierbij in alle gevallen om vakken met een centraal examen.

In de artikelen 23 en 24 wordt verwezen naar vakken die o.g.v. artikel 22, tweede lid, van het Eindexamenbesluit onderdeel kunnen zijn van het eindexamen in de leerweg van artikel 22. Door de koppeling met dat tweede lid kunnen vakken als Turks, Spaans, enz. als extra eindexamenvak worden gekozen in de leerweg van artikel 23 respectievelijk artikel 24.

Artikel II

Onderdelen A tot en met C

Het betrekken van een extra vak uit een «hogere» leerweg in de uitslagregeling zal op een later tijdstip in werking treden dan de wijzigingen die artikel I regelt. Om die reden zijn die wijzigingen opgenomen in een afzonderlijk wijzigingsartikel. Bij inwerkingtreding van artikel II worden de wijzigingen die artikel I heeft aangebracht, uitgebreid met het voorschrift dat ook keuze van extra vakken uit een hogere leerweg mogelijk maakt. Als voorwaarde is daarbij gesteld dat het vak wordt afgesloten met een centraal examen. Zo wordt voorkomen dat er (extra) vakken worden meegenomen in de uitslagregeling die alleen met een schoolexamen worden afgesloten.

Deze nota van toelichting onderteken ik mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven