Besluit van 28 februari 2006, houdende wijziging van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, met het oog op verlenging van de werkingsduur van het inburgeringsdeel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 12 december 2005, nr. 0000313115, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, gedaan mede namens Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie;

Gelet op artikel 17, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet en artikel 16 van de Wet inburgering nieuwkomers;

De Raad van State gehoord (advies van 5 januari 2006, nr. W04.05.0573/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 17 februari 2006, nr. 0000006273, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, uitgebracht mede namens Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het slot van artikel 3 wordt na «in 2005» toegevoegd: en gedurende de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006.

B

In het eerste lid van artikel 4 wordt in de onderdelen F, G, N en O na «in 2005» steeds ingevoegd: en in 2006 ten behoeve van de periode van 1 januari tot en met 30 juni van dat jaar.

C

In artikel 6, eerste lid, wordt na «in 2005» ingevoegd: en gedurende de periode van 1 januari tot en met 30 juni van 2006.

D

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «1 april 2006» ingevoegd «en voor 1 april 2007» en wordt na «in 2005» toegevoegd: respectievelijk gedurende de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006.

2. In het tweede lid wordt in onderdeel a «artikel 1, onderdeel g» vervangen door: artikel 1, onderdeel e.

3. In het derde lid wordt na «1 april 2007» ingevoegd «en voor 1 april 2008» en wordt na «in 2006» ingevoegd: respectievelijk 2007.

E

In artikel 20, tweede lid, wordt na «in 2005» ingevoegd: en in 2006.

F

In de artikelen 21 en 22 wordt steeds «1 april 2007» vervangen door: 1 april 2008.

ARTIKEL II

De aanvraag tot verlening van de uitkering, bedoeld in artikel 5 van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, zoals die door de colleges van burgemeester en wethouders is gedaan, wordt voor het inburgeringsdeel geacht mede betrekking te hebben op de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 28 februari 2006

Beatrix

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

Uitgegeven de vierde april 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met ingang van het jaar 2005 zijn de door het Rijk beschikbaar te stellen inburgeringsmiddelen met betrekking tot zowel nieuw- als oudkomers voor de grote steden ingebracht in het Grotestedenbeleid. De inburgeringsmiddelen voor de grote steden vormen vanaf 2005 een onderdeel van de Brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid (hierna: de BDU-siv).

Ingevolge artikel 3, onderdeel b, is de inbreng van de inburgeringsmiddelen echter tot dusver beperkt gebleven tot het jaar 2005, gelet op de ontwikkeling van een nieuw inburgeringsstelsel. Inmiddels is een voorstel van wet terzake van dit nieuwe inburgeringsstelsel ingediend bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2005/06, 30 308, nr. 2). Het kabinet gaat uit van inwerkingtreding van dit wetsvoorstel met ingang van 1 juli 2006. De voorliggende wijziging beoogt daarom de werking van het huidige inburgeringsdeel in de BDU siv te verlengen tot die datum.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A tot en met C

Een aantal artikelen moet worden aangepast om aan te geven dat het inburgeringsdeel zich ook zal uitstrekken tot de eerste helft van het jaar 2006.

Onderdeel D

In verband met de jaarlijkse monitoring van de resultaten wordt naar aanleiding van de verlenging van de werkingsduur van het inburgeringsdeel een tweede verslagleggingsmoment opgenomen in het eerste en derde lid van artikel 15. In het eerste lid is dit 1 april 2007, in het derde lid is dit 1 april 2008. Met de keuze voor de datum 1 april wordt aangesloten bij de reeds bestaande cyclus van verslaglegging met betrekking tot de inburgering van oud- en nieuwkomers, welke niet alleen door de grote steden wordt gevolgd maar ook door de overige gemeenten.

Voorts wordt in het derde lid het jaartal 2007 toegevoegd, daar de inburgeringsprogramma’s voor oudkomers die in de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2006 starten, in beginsel in 2006 of 2007 worden afgerond.

De aanpassing van het tweede lid betreft het herstel van een onjuiste verwijzing.

Onderdeel E

De verlenging van de periode waarvoor het inburgeringsdeel zal werken heeft uiteraard ook gevolgen voor de voorschotverlening.

Onderdeel F

Als gevolg van de verlenging van de periode waarvoor het inburgeringdeel zal gelden moet ook het proces rond verantwoording en definitieve vaststelling van het inburgeringsdeel opgeschoven worden. De nieuwe datum van 1 april 2008 sluit aan bij de reeds bestaande cyclus van verslaglegging met betrekking tot de inburgering van oud- en nieuwkomers, bedoeld in de toelichting bij onderdeel D.

Artikel II

Het systeem van de BDU siv voorziet er in dat de uitkering moet worden aangevraagd. Dat is voor het inburgeringsdeel voor het jaar 2005 al gebeurd. Gemakshalve wordt bepaald dat die aanvraag geacht wordt mede betrekking te hebben op de eerste helft van 2006. Daardoor wordt voorkomen dat de gemeenten weer een nieuwe aanvraag moeten indienen voor een periode van een half jaar.

Artikel III

Omdat de verlenging van het inburgeringsdeel betrekking heeft op de eerste helft van 2006 werkt het besluit terug tot en met 1 januari 2006. Op die manier wordt zeker gesteld dat de betreffende gemeenten vanaf 1 januari 2006 recht hebben op de uitkering. Binnen de begroting van Justitie is daarvoor geld gereserveerd.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven