Wet van 16 maart 2006 tot verandering in de Grondwet, strekkende tot wijziging van de bepalingen inzake het onderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 27 maart 2002 (Stb. 171) heeft verklaard dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het onderwijs;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Grondwet ondergaat de in de artikel II omschreven veranderingen.

ARTIKEL II

Artikel 23, vierde lid, van de Grondwet wordt als volgt gewijzigd:

A. Aan het slot van de eerste volzin wordt «aantal scholen» vervangen door: aantal openbare scholen.

B. Aan het slot van de tweede volzin wordt de punt vervangen door: , al dan niet in een openbare school.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 16 maart 2006

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de zesde april 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 28 726

Naar boven