Wet van 22 maart 2006 tot verlenging van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming II

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming te verlengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 29 van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming wordt «vijf jaar » vervangen door: vijf jaar en zes maanden.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 april 2006.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 22 maart 2006

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de achtentwintigste maart 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 30 469

Naar boven