Wet van 9 maart 2006 tot wijziging van de Wet toelating zorginstellingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de herpositionering van zelfstandige bestuursorganen in het nieuwe zorgstelsel noopt tot wijziging van de Wet toelating zorginstellingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet toelating zorginstellingen wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «artikel 5, eerste, tweede of derde lid» vervangen door: artikel 5, eerste lid.

2. In het derde lid wordt «artikel 5, eerste of tweede lid» vervangen door: artikel 5, eerste lid.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «op grond van artikel 7» vervangen door: met toepassing van artikel 7.

2. In het tweede lid vervalt «, het College zorgverzekeringen».

C

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de eerste volzin wordt «artikel 5, eerste en tweede lid» vervangen door: artikel 5, eerste lid.

2. In de derde volzin wordt «als bedoeld in artikel 5, tweede lid» vervangen door: waarop Onze Minister beslist met toepassing van artikel 7.

D

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

  • 1. Een organisatorisch verband dat behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie van instellingen die zorg verlenen waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 6 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet, moet voor het verlenen van die zorg een toelating hebben van Onze Minister.

  • 2. Een toelating kan aan instellingen met een winstoogmerk slechts worden verleend indien die instelling behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie.

E

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel a vervalt «onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen».

2. In onderdeel c wordt «als bedoeld in artikel 5, tweede lid» vervangen door: waarop Onze Minister beslist met toepassing van artikel 7.

F

Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Indien een organisatorisch verband, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie, een toelating vraagt voor het verlenen van zorg ten behoeve waarvan een bij die maatregel aangewezen vorm van bouw plaatsvindt, beslist Onze Minister vóór het eind van de tweejaarlijkse periode, bedoeld in artikel 6, onder c, waarin de aanvraag in behandeling is genomen. Onze Minister stelt de zorgverzekeraars in de zin van artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet gezamenlijk in de gelegenheid hun zienswijze kenbaar te maken.

2. In het tweede lid wordt «een aanvraag om een toelating» vervangen door: een aanvraag om een toelating als bedoeld in het eerste lid.

G

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Onze Minister verleent een toelating waarop hij niet beslist met toepassing van artikel 7, indien:

2. In het tweede lid wordt «het College zorgverzekeringen» vervangen door: Onze Minister.

H

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «op grond van artikel 7» vervangen door: met toepassing van artikel 7.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het College bouw bepaalt welke gegevens ten behoeve van zijn beslissing moeten worden ingediend.

I

In artikel 12 wordt «op grond van artikel 7» vervangen door: met toepassing van artikel 7.

J

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1. Een instelling voldoet, voorzover van toepassing, aan de eisen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en in artikel 7, derde lid, onder c, onderscheidenlijk artikel 9, eerste lid, onder b. Onze Minister kan aan een toelating andere voorschriften verbinden. De voorschriften kunnen worden gewijzigd of ingetrokken en nieuwe voorschriften kunnen worden gesteld.

  • 2. Onze Minister kan de toelating intrekken indien niet wordt voldaan aan de voorschriften, gesteld bij of krachtens het eerste lid.

K

In artikel 14 vervalt telkens «onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen» en wordt in het tweede lid «aan hen kenbaar te maken» vervangen door: aan hem kenbaar te maken.

L

In artikel 33 vervalt «aan het College zorgverzekeringen,».

M

Artikel 37 wordt gewijzigd als volgt:

1. De eerste volzin komt te luiden: Onze Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van artikel 5, eerste lid, van de bij of krachtens artikel 13 aan een toelating verbonden voorschriften, alsmede van de artikelen 15 en 16.

2. De tweede volzin vervalt.

N

In artikel 45 wordt telkens «artikel 5, tweede lid» vervangen door: artikel 5, eerste lid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 9 maart 2006

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de achtentwintigste maart 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 30 245

Naar boven