Besluit van 13 maart 2006 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet toezeggingen aan getuigen in strafzaken, de Wet van 12 mei 2005 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het niet afleggen van een verklaring na een daartoe strekkende toezegging (Stb. 255), en het Besluit getuigenbescherming

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 7 maart 2006, directie Wetgeving, nr. 5407559/06/6;

Gelet op artikel IV van de Wet toezeggingen aan getuigen in strafzaken, artikel III van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het niet afleggen van een getuigenverklaring na een daartoe strekkende toezegging, en artikel 10 van het Besluit getuigenbescherming;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De Wet toezeggingen aan getuigen in strafzaken, de Wet van 12 mei 2005 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het niet afleggen van een verklaring na een daartoe strekkende toezegging en het Besluit getuigenbescherming treden in werking met ingang van 1 april 2006.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 maart 2006

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de drieëntwintigste maart 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven