Besluit van 6 februari 2006, houdende toekenning van een vaste beloning aan niet-ambtelijke leden van het Audit Committee

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 januari 2006, nr. 2005/34989 van de directie Financieel Economische Zaken;

Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. Aan de niet-ambtelijke leden van het Audit Committee OCW, bedoeld in artikel 2 van het Besluit Instelling Audit Committee OCW 2005, wordt in plaats van Vacatiegeld een vaste beloning toegekend.

  • 2. De niet-ambtelijke leden van het Audit Committee OCW ontvangen een vaste beloning ten bedrage van € 2500,00, per kwartaal toegekend. De beloning per jaar bedraagt 10,05% van de jaarwedde, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van het Vacatiegeldenbesluit 1988.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2005.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beloning niet-ambtelijke leden Audit Committee OCW 2006.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 februari 2006

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de tweede maart 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

In het Audit Committee van OCW nemen drie niet-ambtelijke leden deel. De taken en bevoegdheden van het Audit Committee zijn geregeld in het Besluit Audit Committee OCW 2005.

Het Besluit vaste beloning niet-ambtelijke leden Audit Committee OCW 2006 strekt ertoe beloningen vast te stellen voor de niet-ambtelijke leden van het Audit Committee. De vaste beloning is bedoeld voor het bijwonen van de vergadering van het Audit Committee, de voorbereiding van de vergadering en verdere verdiepining in de onderwerpen die in het Audit Committee aan de orde komen. Tevens is dit bedrag inclusief reiskosten en BTW.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven