Wet van 3 februari 2005 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen in verband met het verbeteren van enkele onvolkomenheden in de regels over de voorwaardelijke machtiging en de observatiemachtiging

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enkele technische gebreken in de regels over de voorwaardelijke machtiging te herstellen en dat het noodzakelijk is om een aantal omissies in de regels over de observatiemachtiging weg te nemen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 14a, vijfde lid, wordt «behandelplan» vervangen door: behandelingsplan.

B

In artikel 14d, eerste lid, wordt «behandelaar» vervangen door: geneesheer-directeur.

C

In artikel 35a wordt «40» vervangen door: 40, eerste, tweede, vierde en zesde lid,.

D

Artikel 40, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt «dan wel».

2. Onder vervanging van de punt door een komma wordt aan onderdeel b toegevoegd: dan wel.

3. Na onderdeel b wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

c. in geval van een patiënt ten aanzien van wie een observatiemachtiging is verleend, indien dit noodzakelijk is om het onderzoek, bedoeld in artikel 14h, tweede lid, te kunnen uitvoeren.

E

In artikel 53, tweede lid, onder a, wordt «§§ 1 of 4» vervangen door: §§ 1, 1b of 4.

F

In artikel 66, eerste lid, wordt «§ 1 en 2» vervangen door: §§ 1, 1b en 2.

ARTIKEL II

Artikel VII van de wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en observatiemachtiging) (Stb. 431) komt te luiden:

ARTIKEL VII

Tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders wordt bepaald, vervallen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen een jaar na het uitbrengen van het in artikel VI bedoelde verslag:

a. § 1b van hoofdstuk II,

b. «of § 1b» in artikel 20, tweede lid, onder c,

c. onder invoeging van «dan wel» aan het eind van onderdeel a en onder vervanging aan het eind van onderdeel b van de komma door een punt, artikel 40, derde lid, onder c,

d. artikel 35a,

e. «, 1b» in artikel 53, tweede lid, onder a, en

f. «, 1b» in artikel 66, eerste lid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel D, met betrekking tot § 1b, de onderdelen F, I en de artikelen VI en VII van de wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en observatiemachtiging) (Stb. 431) in werking treden.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 3 februari 2005

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de derde maart 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 29 363

Naar boven