Besluit van 19 februari 2005, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikelen en onderdelen van artikelen van de Gaswet en van het tijdstip van inwerkingtreding van de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 7 februari 2005, nr. WJZ 5006033;

Gelet op artikel X van de Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer en artikel 12 van de Gaswet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Van de Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer treden in werking met ingang van 24 februari 2005:

a. artikel II, onderdeel R, artikel 12,

b. artikel II, onderdeel EEE, artikel 81b, eerste lid, onderdeel b,

c. artikel II, onderdeel FFF, artikel 82, tweede lid, en derde lid, de zinsnede «, met inachtneming van de tariefstructuren vastgesteld op grond van artikel 12f».

Artikel 2

De Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas treedt in werking met ingang van 24 februari 2005.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 februari 2005

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de tweeëntwintigste februari 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Met ingang van 14 juli 2004 is de wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer (hierna: Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer) in werking getreden. Enkele bepalingen van de Gaswet met betrekking tot het tariefstelsel voor gas zijn destijds uitgezonderd van inwerkingtreding (zie het inwerkingtredingsbesluit van 2 juli 2004, Stb. 2004, 330). Dit hield verband met de omstandigheid dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer, de ministeriële regeling op grond van artikel 12 van de Gaswet noch de door de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie op grond van artikel 12f vast te stellen regels («gascodes») met betrekking tot de tariefstructuren en voorwaarden gereed waren. Met de inwerkingtreding van de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas kan artikel 12 in werking treden. Eveneens treden met dit besluit de destijds uitgezonderde onderdelen e, f en g, van artikel 1, van het inwerkingtredingsbesluit van 2 juli 2004 in werking.

Met het onderhavige besluit treedt ook de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas in werking. Artikel 12, derde lid, van de Gaswet, vereist inwerkingtreding van de regeling bij koninklijk besluit.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Naar boven