Besluit van 4 februari 2005, houdende wijziging van enkele besluiten in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 30 november 2004, nr. WJZ/2004/56293 (2622), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op de Wet van 24 mei 2004 houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen (Stb. 253) en artikel 11a, zevende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 9 december 2004, nr. W05.04.0577/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 1 februari 2005, nr. WJZ/2004/4410 (2622), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 11, tweede lid, van het Bekostigingsbesluit WEC worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Na «131,» wordt ingevoegd «en» en vervalt: en 159, derde lid.

2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt, vervalt onderdeel d.

ARTIKEL II

In het Bekostigingsbesluit WPO worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 12, tweede lid, vervalt «en 173, derde lid», en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt, vervalt onderdeel d.

B

Hoofdstuk IVa vervalt.

C

In de inhoudsopgave wordt de omschrijving van Hoofdstuk IVa vervangen door «(vervallen)» en wordt na «Artikel 34a.» en «Artikel 34b.» telkens ingevoegd: (vervallen).

ARTIKEL III

Het Besluit RVC’s, regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekostiging wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 23 vervalt het zevende lid, onder vernummering van het achtste lid tot het zevende lid.

B

Artikel 38 vervalt.

ARTIKEL IV

In artikel A 2 van het Besluit trekkende bevolking WPO worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het tweede lid vervalt de zinsnede «172, 173, eerste lid, 175, eerste en tweede lid,».

2. Het derde lid vervalt.

ARTIKEL V

In het Bevoegdhedenbesluit WPO worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 2 vervalt het derde lid.

B

Artikel 6b vervalt.

ARTIKEL VI

In artikel 15a van het Besluit Bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt na «Op de betrokkene die» toegevoegd: als gevolg van de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen per 1 augustus 2004, dan wel op de betrokkene.

2. In het tweede lid wordt na de zinsnede «die als gevolg van» toegevoegd «ofwel», en wordt na de zinsnede «leraren die taalondersteuning geven,» een zinsnede toegevoegd, luidend: dan wel de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen per 1 augustus 2004,.

3. In het vierde lid wordt na de zinsnede «het eerste en het tweede lid» toegevoegd:, voor zover het betreft de betrokkene die als gevolg van de aanpassing per 1 augustus 2002 van de eisen die gesteld worden aan leraren die taalondersteuning geven werkloos dreigt te worden dan wel werkloos is geworden,.

4. Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot zevende en achtste lid wordt na het vijfde lid een nieuw lid ingevoegd, luidend:

  • 6. Op de betrokkene, bedoeld in het eerste en tweede lid, voor zover het betreft de betrokkene die als gevolg van de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen per 1 augustus 2004 werkloos dreigt te worden dan wel werkloos is geworden, is het negende lid van artikel 15 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in onderdeel b van dat artikellid voor «90%» wordt gelezen: 95%.

ARTIKEL VII

In het Inrichtingsbesluit W.V.O. worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel 21, tweede lid, wordt onderdeel a vervangen door:

a. onderwijs volgen in een van de vakken Spaanse, Russische, Italiaanse, Arabische of Turkse taal, of.

B

In artikel 26n, tweede lid, wordt onderdeel a vervangen door:

a. in de periode van de basisvorming onderwijs in de Arabische taal, Turkse taal of Spaanse taal volgden, of.

C

Paragraaf 7 van Hoofdstuk III vervalt.

ARTIKEL VIII

Artikel 22 van het Onderwijskundig besluit WEC vervalt.

ARTIKEL IX

In artikel 257 van het Rechtspositiebesluit WPO/WEC worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het opschrift komt te luiden als volgt:

Artikel 257. Overleg over arbeidsvoorwaardelijke gevolgen onderwijsachterstandenplan

2. Het eerste lid komt te luiden als volgt:

  • 1. Onverminderd artikel 256, eerste lid, wordt in een overlegorgaan overleg gevoerd over de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van een door de gemeenteraad voorgenomen vaststelling of wijziging van een onderwijsachterstandenplan of een door de gemeente voorgenomen besluit omtrent de verdeling van de middelen, bedoeld in artikel 166, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, of artikel 153, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.

3. In het tweede lid vervalt de zinsnede «, onder a of b».

ARTIKEL X

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt terug tot en met 1 augustus 2004.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 4 februari 2005

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de tweeëntwintigste februari 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Deze nota van toelichting is opgesteld mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

In het Strategisch Akkoord (Kamerstukken II, 2001/02, 28 375, nr. 5) is opgenomen dat de bekostiging van het Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT) per 1 augustus 2004 zal worden beëindigd. Bij brief van 27 september 2002, kenmerk PO/OO/2002/36381, is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de beëindiging van de OALT-bekostiging per 1 augustus 2004. In die brief is aangekondigd dat de periode tot 1 augustus 2004 benut zal worden om de consequenties van de besluitvorming uit te werken en te formaliseren.

De Wet van 24 mei 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen (Stb. 253) is hier het resultaat van.

Intrekking van diverse artikelen door middel van bovengenoemde wet brengt mee dat op die artikelen gebaseerde regelingen van rechtswege vervallen. De artikelen I, II, III, IV, V, VII, VIII en IX zien dan ook slechts op het in overeenstemming brengen van de algemene maatregelen van bestuur met de gewijzigde wet.

Financiële gevolgen

Aan dit besluit zijn geen financiële gevolgen verbonden. Uit de beëindiging van de bekostiging van OALT vloeien wel financiële gevolgen voort. Die zijn opgenomen in de memorie van toelichting bij de Wet houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen (Stb. 2004, nr. 253).

Artikelsgewijs

Artikel VI

In verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen met ingang van 1 augustus 2004, is eind 2003 een akkoord bereikt met de vakcentrales over flankerende maatregelen die er op zijn gericht zoveel mogelijk betrokkenen, die als gevolg van de Wet van 24 mei 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen (Stb. 253), werkloos dreigen dan wel werkloos zijn geworden, (hierna te noemen: OALT-personeelsleden) te behouden voor de (onderwijs)arbeidsmarkt. Dit artikel formaliseert hetgeen in dat akkoord is overeengekomen wat betreft een loonsuppletieregeling voor OALT-personeelsleden die, om te voorkomen dat zij met ingang van 1 augustus 2004 werkloos worden, per 1 augustus 2004 een functie gaan vervullen, binnen of buiten het onderwijs, met een lager maximumsalaris dan waar in de oude functie recht op bestond. Deze regeling is getroffen omdat het voor deze groep in het algemeen heel moeilijk zal zijn om zelfstandig een betrekking te vinden die wat betreft salariëring ligt op het oude niveau. De mogelijkheid van loonsuppletie, gecombineerd met de beschikbaarstelling van een subsidiebedrag van € 5000,– per OALT-personeelslid voor scholing en outplacement maakt (onderwijs)ondersteunende functies voor deze groep een reële optie en voorkomt instroom in het wachtgeld zoveel als mogelijk. Bij het zoeken naar passend werk kan gebruik worden gemaakt van een daartoe gepubliceerd stappenplan.

De loonsuppletie is gerelateerd aan het aantal uren dat een OALT-personeelslid in de nieuwe dienstbetrekking is aangesteld en kan samen met het salaris in de nieuwe functie nooit méér zijn dan het loon waar men recht op had in de oude dienstbetrekking. De hoogte van de loonsuppletie is gelijk aan het verschil tussen enerzijds het loon in de nieuwe dienstbetrekking en anderzijds: a) gedurende de eerste helft van de periode waarover bij werkloosheid recht zou bestaan op een uitkering krachtens het BBWO, de ongemaximeerde berekeningsgrondslag zoals bedoeld in het BBWO (dit is een aanvulling tot 100% van het oude inkomen), en b) gedurende de tweede helft van de periode waarover bij werkloosheid recht zou bestaan op een uitkering krachtens het BBWO, 95% van de ongemaximeerde berekeningsgrondslag zoals bedoeld in het BBWO (dit is een aanvulling tot 95% van het oude inkomen).

Verder is overeengekomen dat er vanuit wordt gegaan dat het loon in de nieuwe dienstbetrekking niet lager is dan het maximum van schaal 4, dit in afwijking van de algemene loonsuppletieregeling waarbij er van wordt uitgegaan dat het loon in de nieuwe dienstbetrekking niet lager is dan 70% van het dagloon waarop de WW-uitkering van de betrokkene was of zou zijn gebaseerd.

Artikel VII

In het verlengde van de beëindiging van de bekostiging van OALT in het primair onderwijs, is besloten om in het voortgezet onderwijs de aanvullende bekostiging voor onderwijs in de eigen taal te beëindigen. In de Wet van 24 mei 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen (Stb. 253) is artikel 16 van de W.V.O., dat betrekking heeft op onderwijs in de taal van het land van oorsprong, geschrapt. Het schrappen van artikel 16 uit de W.V.O. heeft tot gevolg dat het Inrichtingsbesluit W.V.O. moet worden aangepast.

Het schrappen van artikel 16 van de W.V.O. laat in de praktijk de mogelijkheid van scholen om onderwijs in de taal van het land van oorsprong aan te bieden onverlet. Immers, de aanvullende bekostiging voor onderwijs in de taal van het land van oorsprong werd tot dan toe voor het overgrote deel benut voor onderricht in de talen Arabisch en Turks, welke talen inmiddels als reguliere moderne vreemde taal in de W.V.O. (artikelen 10 en 10d voor het vmbo) en het Inrichtingsbesluit W.V.O. (artikelen 26b en 26c voor havo en vwo) zijn opgenomen.

Door aanpassing van artikel 21, tweede lid, onder a, dat betrekking heeft op de eerste drie leerjaren van het vwo en het havo, en artikel 26n, tweede lid, onder a, dat betrekking heeft op de sector economie van een van de leerwegen in het vmbo, is het Inrichtingsbesluit W.V.O. met de feitelijk bestaande situatie in overeenstemming gebracht. In beide artikelen worden nu expliciet de talen genoemd die in de plaats kunnen komen van Frans of Duits.

Met het vervallen van artikel 16 van de W.V.O. verdwijnen eveneens de in artikel 37 van het Inrichtingsbesluit W.V.O. gestelde bepalingen met betrekking tot de groepen van leerlingen aan wie onderwijs in de taal van het land van oorsprong gegeven mag worden.

Artikel X

Zoals in de algemene toelichting al is aangegeven ziet deze algemene maatregel van bestuur op het in overeenstemming brengen met de Wet van 24 mei 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen (Stb. 253). Aangezien de wet met ingang van 1 augustus 2004 in werking is getreden wordt aan deze algemene maatregel van bestuur terugwerkende kracht verleend tot en met die datum.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven