Besluit van 22 december 2005 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur betreffende een tegemoetkoming aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 oktober 2005, nr. SV/V&V/05/79680;

Gelet op artikel 33b van de Algemene Ouderdomswet en artikel 7, eerste lid, van de Remigratiewet;

De Raad van State gehoord (advies van 27 oktober 2005, no. W12.05461/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 2005, nr. SV/V&V/05/87227;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Begripsomschrijving

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder tegemoetkoming: de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 33b van de Algemene Ouderdomswet.

Artikel 2. Hoogte tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming bedraagt € 9,66 per maand.

  • 2. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast overeenkomstig de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Artikel 3. Betaling tegemoetkoming

De betaling van de tegemoetkoming geschiedt maandelijks tezamen met de betaling van het ouderdomspensioen.

Artikel 4. Wijziging van het Besluit voorzieningen Remigratiewet

Artikel 11 van het Besluit voorzieningen Remigratiewet komt te luiden:

Artikel 11

  • 1. Op de remigratie-uitkering wordt in mindering gebracht het bruto bedrag van de uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Toeslagenwet, waarop de remigrant of zijn partner over het uitkeringstijdvak aanspraak heeft.

  • 2. In het bruto-bedrag van de uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet wordt niet begrepen de tegemoetkoming op grond van artikel 33b van die wet.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de huurtoeslag en enige andere wetten in verband met het toekennen van tegemoetkomingen aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele aanpassingen in de berekeningen van de uitkeringen in werking treedt.

Artikel 6. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tegemoetkoming AOW-ers.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 22 december 2005

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de achtentwintigste december 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

In het kader van de besluitvorming over het inkomensbeeld 2006 is gekozen voor structurele voortzetting van de in 2005 aan AOW-gerechtigden met het oog op hun koopkracht toegekende tegemoetkomingen (op basis van de Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW-ers en de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming AOW-ers 2005).

De wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de huurtoeslag en enige andere wetten in verband met het toekennen van tegemoetkomingen aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele aanpassingen in de berekening van de uitkeringen bevat door het opnemen van een nieuw artikel 33b in de Algemene Ouderdomswet (AOW) daartoe de basis.

In artikel 33b van de AOW is bepaald, dat iemand die recht heeft op een AOW-pensioen tevens recht heeft op een tegemoetkoming. In het vierde lid van dit artikel is geregeld dat bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld met betrekking tot de hoogte, de indexering en de wijze van betaling van de tegemoetkoming.

Het onderhavige besluit voorziet hierin.

Artikel 2 bepaalt de hoogte van het brutobedrag per maand en de wijze van indexeren.

Bij de vaststelling van dit maandbedrag is uitgegaan van de gewenste hoogte van de tegemoetkoming voor 2006 van € 115,90 bruto per jaar. Hierin is opgenomen de al geldende tijdelijke tegemoetkomingen optellend tot 100 euro in 2005 en een extra tegemoetkoming van 15 euro per jaar ter compensatie van de inkomenseffecten uit hoofde van het zorgstelsel. De betreffende bedragen worden voorts geïndexeerd.

Tabel 1. De onderbouwing van de structurele tegemoetkoming vanaf 2006 in euro’s
 

2005

2006

Tegemoetkoming per jaar in het kader van de koopkracht

60

60

Tegemoetkoming per jaar ter verzilvering ouderenkorting (motie Verburg)

40

40

Tegemoetkoming per jaar ter compensatie koopkracht zorgstelsel

 

15

   

Totaal per jaar

100

115

   

Indexering conform tabelcorrectiefactor

 

0,90%

Jaarbedrag

 

115,90

Maandbedrag

 

9,66

De structurele tegemoetkoming wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de tabelcorrectiefactor die geregeld wordt in artikel 10.2 van de Wet inkomenstenbelasting 2001. Deze tabelcorrectiefactor is de verhouding van het gemiddelde van de prijsindexcijfers van de achttiende tot en met de zevende aan het kalenderjaar voorafgaande maand, tot het gemiddelde van de prijsindexcijfers van de dertigste tot en met de negentiende aan het kalenderjaar voorafgaande maand. De prijsindexcijfers zijn de cijfers uit de «Consumentenprijsindex Alle Huishoudens, afgeleid» van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De gemiddelde prijsindexcijfers worden berekend uit de prijsindexcijfers vermeld in het nummer van het Statistisch Bulletin, waarin het indexcijfer van de zevende respectievelijk negentiende aan het kalenderjaar voorafgaande maand voor het eerst, al dan niet voorlopig, wordt gepubliceerd.

Artikel 3 betreft de wijze van uitbetalen van de structurele tegemoetkoming. Deze uitbetaling geschiedt op dezelfde manier als de uitbetaling van de tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW-ers. De tegemoetkoming wordt maandelijks uitbetaald tegelijk met het ouderdomspensioen.

Artikel 4 wijzigt artikel 11 van het Besluit voorzieningen Remigratiewet. Daarmee wordt bereikt dat, evenals in de Tijdelijke regeling tegemoetkoming AOW-ers en de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming AOW-ers 2005, bij de berekening van de remigratie-uitkering geen rekening wordt gehouden met de tegemoetkoming. Daarmee blijft de remigratie-uitkering gelijk en treedt geen nadelig effect op vanwege de tegemoetkoming.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven