Besluit van 22 december 2005 tot wijziging van het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten en van het Inkomensbesluit Wet WIA

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 november 2005, nr. SV/AL/05/95667;

Gelet op de artikelen 34, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 52, vijfde lid, 60, vijfde lid, en 61, tiende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 35, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 28, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

De Raad van State gehoord (advies van 8 december 2005, no. W12.05.0523/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2005, SV/AL/05/102209;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING BESLUIT EENMALIGE HERBEOORDELINGEN ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSWETTEN

Het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen a en b komen te luiden:

a. ten aanzien van personen geboren op of na 1 juli 1956: een tijdstip gelegen in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 31 december 2006;

b. ten aanzien van personen geboren tussen 1 juli 1954 en 1 juli 1956: een tijdstip gelegen in de periode van 1 oktober 2006 tot en met 30 juni 2007.

2. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding «1.» geplaatst en er wordt een lid aan het artikel toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij ministeriële regeling kan zonodig worden afgeweken van de in het eerste lid, onderdeel a of b, genoemde data.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot eerste tot en met derde lid.

2. Het tot eerste lid vernummerde lid komt te luiden:

  • 1. Artikel 28, vijfde lid, eerste zin, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en artikel 34, vierde lid, eerste zin, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is niet van toepassing op personen die op 31 december 1986 dan wel 31 juli 1993 recht hadden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.

3. In het tot tweede lid vernummerde lid wordt «onderdeel a» vervangen door «eerste lid, onderdeel a», «onderdeel b» vervangen door «eerste lid, onderdeel b» en «onderdeel a of b» door: eerste lid, onderdeel a of b.

4. In het tot derde lid vernummerde lid wordt «derde lid» vervangen door: tweede lid.

ARTIKEL II. WIJZIGING INKOMENSBESLUIT WET WIA

Artikel 3, eerste lid, van het Inkomensbesluit Wet WIA komt te luiden:

  • 1. In afwijking van artikel 2, eerste lid, onderdelen a en b, wordt niet als inkomen uit arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven beschouwd:

    a. het loon uit vroegere dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964;

    b. loondervingsuitkeringen en uitkeringen op grond van de Wet WIA, alsmede de door de werkgever betaalde aanvullingen op die uitkeringen.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel II, dat in werking treedt met ingang van 29 december 2005, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt, met uitzondering van artikel II, terug tot en met 1 oktober 2004.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 22 december 2005

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de achtentwintigste december 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Met de wet van 1 december 2005, houdende wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de verlaging leeftijdsgrens voor de eenmalige herbeoordelingen (Stb. 2005, 624) is uitvoering gegeven aan de afspraak van 5 november 2004 tussen kabinet en delegaties van werkgevers- en werknemersorganisaties verenigd in de Stichting van de Arbeid, om de leeftijd van degenen die betrokken worden bij de herbeoordelingsoperatie arbeidsongeschiktheidswetten met vijf jaar te verlagen. Naast de al eerder uitgezonderde groepen zijn de arbeidsongeschikten geboren in de periode vanaf 2 juli 1949 tot en met 1 juli 1954 daarmee uitgezonderd van de eenmalige herbeoordeling.

De herbeoordelingsoperatie is gestart op 1 oktober 2004. In het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten is het bestand arbeidsongeschikten in twee cohorten verdeeld en is de periode vastgesteld waarin zij worden herbeoordeeld. Met dit besluit wordt het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten in overeenstemming gebracht met de hiervoor genoemde wet. Omdat de uitvoering van de herbeoordelingsoperatie meer tijd kost dan aanvankelijk werd voorzien, worden de tijdstippen van beide cohorten aangepast. De herbeoordelingen van het eerste cohort (personen geboren op of na 1 juli 1956) eindigen op 31 december 2006. De herbeoordelingen van het tweede cohort (personen geboren tussen 1 juli 1954 en 1 juli 1956) vinden plaats in de periode van 1 oktober 2006 tot en met 30 juni 2007.

Gezien de verlaging van de leeftijdsgrens zijn de uitzonderingen met betrekking tot personen op wie de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria (wet BIA) van toepassing is, niet meer nodig. Immers de personen die hier bedoeld waren in artikel 2, eerste lid, en tweede lid onderdeel b, zijn allen ouder dan 50 jaar. Deze onderdelen kunnen dus vervallen. In het nieuwe eerste lid van artikel 2 is voor de volledigheid een verwijzing naar de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: WAO) toegevoegd, omdat het kan voorkomen dat de hier bedoelde groep uitkeringsgerechtigden met een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, die onder het overgangsrecht valt, ook een WAO-uitkering ontvangt. Voor beide arbeidsongeschiktheidswetten is deze groep uitgezonderd van de herbeoordelingsoperatie.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten een grondslag op te nemen voor een ministeriële regeling. In deze ministeriële regeling kan – indien nodig – van de data van de herbeoordelingsoperatie, zoals opgenomen in dat besluit, worden afgeweken.

Tevens is in dit besluit een wijziging opgenomen van het Inkomensbesluit Wet WIA (artikel II). In artikel 2, eerste lid, onderdeel a van het Inkomensbesluit Wet WIA is geregeld dat onder het begrip inkomen uit arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven ten aanzien van werknemers wordt verstaan het loon in de zin van artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen. Op grond van de oorspronkelijke tekst van het Inkomensbesluit Wet WIA zouden uitkeringen op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede de door de werkgever verstrekte aanvullingen op loondervingsuitkeringen in sommige gevallen ook als inkomen uit arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven worden aangemerkt. Door deze wijziging worden deze inkomensbestanddelen uitgesloten van het inkomensbegrip in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling van het Inkomensbesluit Wet WIA. De wijziging van het Inkomensbesluit Wet WIA treedt in werking met ingang van 29 december 2005 omdat het Inkomensbesluit Wet WIA zelf met ingang van die datum in werking treedt.

2. Adviezen UWV/IWI

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: UWV) heeft op 14 april 2005 zijn uitvoeringstoets uitgebracht. Het UWV acht zowel het wetsvoorstel tot wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met verlaging van de leeftijdsgrens voor de eenmalige herbeoordelingen als het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten goed uitvoerbaar.

Gezien de opgetreden vertraging van de herbeoordelingen, die samenhangt met de zorgvuldige procedure en een tekort aan capaciteit van verzekeringsartsen, is na overleg met UWV besloten voor beide cohorten een andere einddatum en voor het tweede cohort een andere begindatum vast te stellen.

Het voorstel van UWV om zowel de Wet tot wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de verlaging leeftijdsgrens voor de eenmalige herbeoordelingen als het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten terug te laten werken tot 1 oktober 2004, is overgenomen.

De Inspectie Werk en Inkomen heeft op 14 maart 2005 zijn toezichtbaarheidstoets uitgebracht. De voorgestelde wijzigingen in zowel het wetsvoorstel als het besluit geven de inspectie geen aanleiding tot het maken van opmerkingen met betrekking tot de toezichtbaarheid.

3. Financiële gevolgen

De vertraging van de herbeoordelingsoperatie leidt in de eerste jaren van de operatie tot verminderde besparingen. In onderstaande tabel wordt het verwacht besparingsverlies gepresenteerd rekening houdend met de planning in het voorliggend besluit. De nieuwe planning is gebaseerd op de huidige inzichten van UWV.

* € 1 mln

2004

2005

2006

2007

2008

Besparingsverlies vertraging en nieuwe planning

 

40

65

45

25

Naast het feit dat de operatie meer tijd kost, is er ook sprake van een hoger dan verwacht effect van de herbeoordelingen. De extra besparing als gevolg hiervan loopt op van circa € 60 miljoen in 2005 tot circa € 175 miljoen in 2008. In 2005 valt dit effect grotendeels weg tegen bovenstaand besparingsverlies in verband met de gewijzigde planning.

In de jaren daarna staat de hogere opbrengst tegenover een nagenoeg zelfde bedrag aan besparingsverliezen die zich eerder hebben voorgedaan in verband met de herbeoordelingsoperatie. Dit zijn de latere aanvangsdatum, de invoering van de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten (TRI) en de verzachtende maatregel bij het Sociaal Akkoord in de vorm van verlaging van de leeftijdsgrens van 55 naar 50 jaar.

Alle effecten op de uitkeringslasten zijn reeds in de SZW Begroting 2006 verwerkt.

Wat betreft de uitvoeringskosten is in verband met de nieuwe planning en de zorgvuldigheid van de uitvoering € 87 miljoen extra aan UWV toegekend in 2006. De uitvoeringskosten voor 2007 worden vastgesteld bij het jaarplan 2007.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven