Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs van de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs bijdragen aan de integratie van scholieren in de Nederlandse samenleving;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

In artikel 8 van de Wet op het primair onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het derde lid wordt vervangen door:

  • 3. Het onderwijs:

    a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving,

    b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en

    c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.

2. Toegevoegd wordt een negende lid, luidend:

  • 9. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal.

ARTIKEL II. WIJZIGING WET OP DE EXPERTISECENTRA

In artikel 11 van de Wet op de expertisecentra worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Aan het tweede lid wordt toegevoegd: Het onderwijs wordt bovendien zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal.

2. Het derde lid wordt vervangen door:

  • 3. Het onderwijs:

    a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving,

    b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en

    c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.

ARTIKEL III. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 6b wordt een artikel 6c ingevoegd, luidend:

Artikel 6c. Bestrijding (taal)achterstand

Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal.

B

Artikel 17 wordt vervangen door:

Artikel 17. Onderwijs in een pluriforme samenleving; burgerschap; sociale integratie

Het onderwijs:

a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving,

b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en

c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 9 december 2005

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 29 666

Naar boven