Besluit van 14 december 2005, houdende overdracht van de zorg voor de
planbureaufunctie voor milieu en natuur, het Milieu- en
Natuurplanbureau en het beheer daarvan
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze
Minister-President, Minister van Algemene Zaken d.d. 9 december
2005, nr. 05M.480228;
Gelet op
artikel 44 van de
Grondwet;
Hebben goedgevonden en
verstaan:
Artikel 1
De zorg
voor de planbureaufunctie voor milieu en natuur, het Milieu- en
Natuurplanbureau en het beheer daarvan gaat, voor zover deze thans
behoort tot de taak van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, over naar Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer.
Artikel 2
Dit besluit
treedt in werking met ingang van 1 januari
2006.
Onze
Minister-President, Minister van Algemene Zaken, Onze Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn belast met de uitvoering van
dit besluit, dat met de hierbij behorende nota van toelichting in het
Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 14
december 2005
Beatrix
De Minister-President, Minister van
Algemene Zaken,
J.
P. Balkenende
Uitgegeven de twintigste december 2005
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) is thans
onderdeel van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Het RIVM is een directoraat-generaal van het ministerie van VWS en is
een integrerend kennis- en expertisecentrum, dat onderzoek uitvoert ten
behoeve van de overheid op het gebied van volksgezondheid, milieu en
natuur. Voor milieu en natuur vervult het RIVM een wettelijke
planbureaufunctie, welke functie is ondergebracht bij het MNP.
De taken van het MNP zijn:
– het in kaart brengen, evalueren (begrijpen) en verkennen van de
actuele en toekomstige kwaliteit van natuur en milieu tegen de
achtergrond van autonome ontwikkelingen en van het gevoerde
beleid,
– het kwalitatief en
kwantitatief analyseren van de wijze waarop het Nederlandse beleid past
in de internationale context,
– het bijdragen aan integrale ecologische afwegingsvraagstukken
en
– het rapporteren over het
bovenstaande.
Er zijn bij het
Rijk vier planbureaus. Dit zijn het Sociaal Cultureel Planbureau, het
Centraal Planbureau, het Ruimtelijk Planbureau en het Milieu- en
Natuurplanbureau. Drie daarvan zijn ondergebracht bij het departement,
dat op het desbetreffende beleidsterrein de eerste verantwoordelijkheid
heeft.
Alleen ten aanzien van het MNP geldt dat niet. Bij de
splitsing van het voormalige ministerie voor Volksgezondheid en
Milieuhygiëne is het RIVM niet gesplitst in een onderdeel voor
volksgezondheid en een onderdeel voor milieu en natuur, maar is het in
zijn geheel bij het ministerie van VWS gebleven. Halverwege de jaren
negentig heeft zich bij het RIVM een taak als milieu- en
natuurplanbureau ontwikkeld. Deze taak is in 1996 ook wettelijk voor
het milieudeel geformaliseerd (Staatsblad 1996, 163 en 560) en in 1998
voor het natuurdeel (Staatsblad 1998, 56). Het MNP maakt daardoor als
enige planbureau deel uit van een ander ministerie (het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport) dan waar zijn primaire werkgebied
ligt (het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer dan wel het ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit).
Een ander verschil met de andere
planbureaus is dat het MNP een onderdeel vormt van een groter
onderzoeksinstituut, het RIVM. Het RIVM levert een bijdrage aan de
onderbouwing en ondersteuning van het beleid, dat het MNP als
planbureau vervolgens evalueert. Dat is geen optimale situatie.
De andere drie planbureaus zijn onafhankelijke diensten, die met
een kasverplichtingenstelsel werken. Het RIVM, en het MNP als onderdeel
daarvan, is echter een batenlastendienst. De aansturing van een
batenlastendienst kenmerkt zich door een resultaatgerichte aansturing
in een opdrachtgever-opdrachtnemer relatie. Het batenlastendienstmodel
past dan ook niet goed bij een lump sum gefinancierde organisatie zoals
het MNP.
Inhoudelijk sluit met een zelfstandig ecologisch
planbureau de structuur van de planbureaus in Nederland aan bij de
visie op duurzame ontwikkeling, zoals die eerder naar voren is gebracht
door de Wereldbank en de conferenties van Rio de Janeiro en
Johannesburg. In het begrip duurzame ontwikkeling worden drie domeinen
onderscheiden: economie, ecologie en sociaal-cultureel. Het Centraal
Planbureau, het MNP en het Sociaal Cultureel Planbureau sluiten hierop
aan.
Het bovenstaande is reden om per
1 januari 2006 het MNP los te maken uit het RIVM en het MNP te
positioneren op een wijze, die gelijk is aan de overige planbureaus.
Dat wil zeggen; als aparte organisatorische eenheid, behorend tot het
eerstverantwoordelijke ministerie, namelijk het ministerie van
Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), en onder
verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal van dit ministerie. Met
de beoogde verandering zal het MNP als dienst met een
kasverplichtingenstelsel aangestuurd gaan worden.
Bovenstaande heeft tevens tot gevolg dat artikel 4.2 van de Wet
milieubeheer en artikel 17a van de Natuurbeschermingswet moeten worden
gewijzigd. De overheidsinstelling, die wordt genoemd in artikel 4.2 van
de Wet milieubeheer en in artikel 17a van de
Natuurbeschermingswet, is thans het RIVM en wordt het MNP.
Het MNP krijgt hiermee als zelfstandige dienst de verantwoordelijkheid
voor rapportages, taken en onderzoeken, die genoemd zijn in de Wet op
het RIVM. Ook deze wet zal in 2006 worden
gewijzigd.
De inhoudelijke onafhankelijkheid
van het MNP is reeds wettelijk geregeld, in die zin dat de minister van
VROM of de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit slechts
aanwijzingen kan geven over de te behandelen onderwerpen, niet over de
daarbij te hanteren methoden en inhoud van rapporten. Het spreekt
vanzelf, dat ook in de nieuwe situatie, waarbij het MNP onderdeel
uitmaakt van VROM, dat zo blijft.
De
Minister-President, Minister van
Algemene Zaken,
J.
P. Balkenende