Rijkswet van 1 december 2005 tot goedkeuring en uitvoering van het op 15 mei 2003 te Straatsburg tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme (Trb. 2003, 133)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 15 mei 2003 te Straatsburg tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden, en dat in verband daarmee enkele bepalingen van de Uitleveringswet en het Wetboek van Strafvordering wijziging behoeven;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Het op 15 mei 2003 te Straatsburg tot stand gekomen Protocol tot wijziging van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme, waarvan de Engelse en Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2003, 133 en de Nederlandse vertaling in Tractatenblad 2004, 112, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.

Artikel 2

Goedgekeurd wordt dat bij de binding van het Koninkrijk aan het in artikel 1 genoemde Protocol voor het gehele Koninkrijk het volgende voorbehoud wordt gemaakt:

Met inachtneming van artikel 16, vijfde lid, van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme, behoudt de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden zich het recht voor uitlevering te weigeren voor elk strafbaar feit bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a) tot en met h), en artikel 1, tweede lid, voor zover betrekking hebbend op strafbare feiten bedoeld in het eerste lid, onder a) tot en met h) van het Verdrag, dat wordt beschouwd als politiek delict of daarmee samenhangend feit.

Artikel 3

De Uitleveringswet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 11, derde lid, wordt na de zinsnede «Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme (Trb. 1977, 63)» toegevoegd: , zoals gewijzigd door het Protocol tot wijziging van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme (Trb. 2003, 133).

Artikel 4

Het Wetboek van Strafvordering van Nederland wordt als volgt gewijzigd:

In de artikelen 552m, tweede lid, en 552hh, tweede lid, wordt na de zinsnede «Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme (Trb. 1977, 63)» telkens toegevoegd: , zoals gewijzigd door het Protocol tot wijziging van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme (Trb. 2003, 133).

Artikel 5

De artikelen van deze rijkswet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 1 december 2005

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

Uitgegeven de vijftiende december 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 30 102 (R 1787)

Naar boven